Kolommetje: Eeuwigheid

Er zijn van die plekken waar je je thuisvoelt. Voor mij was dat de voormalige school aan de St. Agnietenstraat waarin het regionaal archief was gevestigd. Toch maakte ik maar zelden gebruik van de studiezaal, en als ik dat deed, dan was het maar voor korte tijd. De medewerkers wisten me altijd heel vlot het document te bezorgen dat ik zocht, en dan kon ik naarbuiten.

Maar liever nog bleef ik even hangen om een praatje te maken met deze of gene. De fotograaf in de kelder, waar nog een ouderwetse doka zich bevond, of de restaurateurs van oude boeken en banden. Het was daar in de kelder een kruip door, sluip door van jewelste. Om nog maar te zwijgen van de hoog opgetaste mappen, dozen, kaarten, schilderijen en boeken in de archiefruimte zelf. Voor kenners van de archiefwereld een beetje griezelig, want water en vuur waren er de grootste vijanden van de eeuwigheid die de archiefdienst probeerde te bewaren.

Overal zaten medewerkers, op zolders, in zijruimten, er werd gewerkt in de kantine. Hier een beeld zoals dat niet meer te vinden is: archivaris Hein Merkelbach op zijn werkplek. Hij was immer stemmig gekleed, en ik stelde me voor dat hij eigenlijk met een blauwe blazer en stropdas geboren was. Een uiterst vriendelijk en deskundig man, enthousiast voor zijn métier en altijd bereid te helpen of iets voor je te zoeken. Menig krantenverhaal baseerde ik op gegevens die de medewerkers van het archief me leverden. En dat kon snel: de Regio Rivierenland vroeg me, tijdens een receptie op vrijdagmiddag in onze redactieruimte omdat we die nieuw hadden betrokken aan de Tolhuisstraat, of ik een boekje wilde schrijven over de historie van de regionale samenwerking in de streek. Staande de bijeenkomst lipe ik de vijftig meter naar het archief en trok er uit de laden van onze eigen knipselarchief (dat we het regioarchief haden geschonken) de map met die betreffende gegevens. Ik mocht hem even lenen. Drie weken later was het boekje gereed. Zo snel kon het en zo goed waren de verhoudingen. Niet in het minst omdat de directeur van het archief zo’n lieve man was -en is-, want waar mogelijk liet hij me dingen zien waarvan je nooit zou weten dat ze bestonden als die informatie niet in het brein van Wim Veerman opgeslagen was. Kortom, voor mensen die van letters op papier houden: ik kan regelmatig bezoek aan dat pretpark vol verleden aanbevelen. Ze zitten nu wel op een andere plek natuurlijk, ook mooi, moderner ingericht en volledig gecomputeriseerd. Maar de depots zijn analoog gevuld gebleven, goddank.

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights