Putten en pompen in Tiel 2
Door Huub van Heiningen op zondag 19 februari 2017, geplaatst in Openbare ruimte, Historie.
Och er is toch al zo weinig over uit het verleden. Die verzuchting van burgemeester Hasselman in de raadsvergadering van 10 juni 1874 redde de historische stadspomp op de Markt. Het bekleedsel van de pomp was aan vervanging toe en de stemmen staakten over een voorstel om voor 400 gulden een moderner pomp te plaatsen. Na lange deliberaties liet de raad de beslissing over aan het college van B&W en werd er 700 gulden uitgetrokken voor nieuwe zijplaten.
De pomp zoals die er nu staat is in 1768 ontworpen en gebouwd door de pompenmaker Abraham van der Koog uit Dordrecht. Het was niet de eerste pomp die op de oeroude welput werd gezet. In 1669 werd er een cierlijke steene pomp naar houte model op geplaatst. Die moest in al in 1686 gerepareerd worden, maar bleef toch nog tachtig jaar overeind.
Gezien de locatie is het geen wonder dat deze pomp omstreden was. In 1874 ging het nog om het geld, maar een kwarteeuw later verscheen de auto in het straatbeeld om weldra aanleiding en maatstaf van allerlei maatregelen te worden. Daarenboven stond hij vlak voor de neus van Corbelijn, hotelhouder met eigen autos en invloedrijk raadslid en wethouder. In zijn actie om de pomp op de Groenmarkt en nog enkele andere stadspompen op te ruimen kreeg de hotelhouder steun van drie andere liberale raadsleden. Maar hij kreeg een machtige tegenstander in de brandweer, die zowel in 1901 als in 1906 een beroep deed op de raad de pompen intact te houden omdat er beginnende brandjes konden worden geblust met het water dat ze leverden.
In 1907 was er geen raadsvergadering waarin de stadspompen niet aan de orde kwamen. De behoudenden hielden echter de overhand en waarschijnlijk gaf Dr Pameijer de situatie nog het best weer met zijn conclusie dat veel van de weerstand tegen de stadspompen zou verdwijnen als de boel er omheen schoon werd gehouden. Ze waren lang niet allemaal even mooi en het geplas er omheen zorgden ervoor dat in het eerste kwart van de vorige eeuw de stadspompen verdwenen. De mooiste van allen die op de Groenmarkt overleefde de kaalslag omdat de VVV in 1922 de pomp opnieuw liet restaureren en omdat hij sinds 1929 geen water meer kon produceren.
Minstens zo belangrijk was ooit de Kraanse pomp midden in de Waterstraat. Die stond op de dwarsarm van het romeinse stratenkruis waarop het onstaan van Tiel zou zijn gebaseerd: de Kerkstraat. Aan de uiterste oostkant van die straat werd na de afdamming van de Dode Linge in 1304 een middeleeuwse kraan gebouwd. Die was nodig om daarmee de goederen, die vanuit de Waal naar de oude vaarweg gebracht moesten worden – en omgekeerd – in en uit de schepen te tillen. De aanpalende herberg en brouwerij (nu het pand van Etos) van waaruit die kraan werd geëxploiteerd, heette de Kraan en de gemeenschappelijke put aan de voorzijde werd de Kraanse pomp. Die wordt al genoemd in 1453 als coem puten de latijnse verbastering van wat later gemeyn puth werd.
Om die veel omstreden welput te overkluizen en er een pomp op te zetten leenden de omwonenden op 2 november 1630 tweehonderd gulden van het Sint Severusgilde. Wouter Mabuyren, Jacob Jacobs, Joris Sanders, Carel Crol, Reyer de Haes, Etienne Racke, Jochim van Mameren, Manuel Wolboker, Steven Janse, Marten Antonis, Jan Mateeus, Willem van Schaerdenborgh, Claes Willems de Wael, Gijsbert Jansen, Arien Alerts, Wolffert Lubbers van Steenbeeck, Jan de Leeuw en Alert Gerits Hack beloofden mee te zullen betalen aan de aflossing en het onderhoud en benoemden Jacob Claessen en Willem van de Poel als bestuurders van hun coöperatie.
Deze pomp werd in 1880 verplaatst naar het plantsoen aan de gracht en uiteindelijk in 1921 afgebroken.
Heel anders dan van de Kraanse pomp is er over de put aan het Hoogeindsestraat (naast Zeeman) weinig te vinden. In 1607 kreeg Gijsbert Sanders toestemming daar een put te maken. Daarop is in de 17e eeuw een pomp gezet die in 1892 werd afgesloten wegens slechte waterkwaliteit.
De onderwijzer J.D.H. van Uden, die in deze jaren regelmatig in de Tielse kranten schreef over de geschiedenis van Tiel, merkte in 1922 op : de Kraansche pomp die het beste water in de stad gaf, is verdwenen. De stadspomp terzijde van de apotheek Post (later Zeeman) was de eerste harer lotgenoten die ervoer: Niets bestendigs hier beneën
Auto´s op de Groenmarkt rond 1930 – rechtsboven de schermen van hotel Corbelijnop de kadasterkaart van 1833 staan zowel de pomp aan de Hoogeindsestraat (links) als de Kraanse pomp (rechts) ingetekendBewonderaars (en verdedigers ?) van de stadspomp in 1907De Hoogeindsestraat; onder het paaltje voor de ingang van het steegje moet een stadsput in de grond zitten.Bij de ingang van het Korte Kerkstraatje stond de Kraanse pomp.Ter gelegenheid van de kroning van koningin Wilhelmina in 1898 werd ook de Groenmarkt versierd.
Reacties zijn gesloten.