Kolommetje: De Laatste Wagon
Bart Schröer woonde bescheiden boven een van de winkels aan het Plein in Tiel en daar werd ook de foto gemaakt. Hij was, en is, vrijgezel. En zoals veel vrijgezellen hield hij er zijn eigen manier van doen en tijdsbesteding op na. Bart leerde ik kennen toen hij werkte in de winkel met biologische producten die een tijdlang aan het Plein zat, en die later verhuisde naar de Kleibergsestraat. Maar daar werkte Bart niet meer.
Hij maakte graag en veel foto’s en trok er op zijn fiets vaak op uit om allerlei mooist in de stadse omgeving vast te leggen. Zijn specialiteit was de macrofotografie: stukjes van bloemen of insecten van heel dichtbij. Het is een technische tak van de fotografie, en het is maar weinigen gegeven daarin te excelleren.
Net als elke rechtgeaarde amateur op een bepaald terrein had Bart een vaste overtuiging van wat goed was en wat niet goed was, hij had zijn eigen donkere kamer en hield er bepaalde dogma’s op na. En daar week hij niet vanaf.
Tot zover lijkt het een standaard verhaal over iemand met een standaard overtuiging, die weliswaar iets afwijkt van het gewone. maar die niet opvalt. Tot je hem sprak over zijn leven, zoals ik een keer kon doen in zijn nieuwe woning, in een van de rijtjes in Tiel West, in de burgemeesterswijk. En dan komt er ineens een heel wat minder voor de hand liggend verhaal naar boven.
Schröer werkte voorheen jarenlang als technisch administrateur, onder meer voor een Tiels bedrijf in graafmachines. “We werkten al in 1976 met een computer. Dat werk bracht me te lang in een verkeerde houding, waardoor ik nekklachten heb opgelopen. Daarom ook wil ik geen computerscherm meer zien. Ik lees veel liever een boek. Ik heb er veel, ook over fotografie, waarin ik een tijd lang cursussen heb gegeven hier in Tiel. Maar vooral ook over luchtvaart, vliegtuigen met een propeller liefst. Ik heb ze jarenlang op vliegshows gefotografeerd. Maar tegenwoordig blijf ik dichterbij huis. Er zijn zoveel dingen om van te genieten. Als je in een sneeuwbui loopt, of in een storm over de Waaldijk. Dat zijn momenten om gelukkig te zijn, dan fluit ik, of ik zing een beetje. Je hebt niet veel nodig. Soms ben ik wel eens zwaar op de hand. Al heel vroeg maakte ik me zorgen over het milieu. Over het algemeen ben ik een kind gebleven, blij met mijn boeken, mijn verzameling van 112 oude camera’s, fotografie en zelf afdrukken van foto’s.”
“Ik ben getrouwd geweest maar was te zeer met mezelf bezig. Als ik het over mocht doen, koos ik voor minder werken en meer vrije tijd. Ik geef om anderen, probeer waar mogelijk te helpen, dat heb ik van mijn vader, die was ook zo. Hij was koster in de Eben Haezerkerk aan de Gasthuisstraat en had een baan als ambulancechauffeur in het Bethesdaziekenhuis. Hij was een idealist, maar ik ben daarbovenop ook nog dromer. Nu ik 70 ben (in 2010, WP) kijk ik vanuit de laatste wagon naar het leven. Je weet niet waar de trein gaat stoppen. Maar ik hoop dat ik helder blijf en rustig als een kaarsje uitga, net als mijn moeder deed.”
Reacties zijn gesloten.