Kolommetje: overgaan
De jongeman op deze foto is Erik van der Pol, u kent zijn gezicht vast. Hier poseert hij met zijn vader en moeder in hun Tielse woning, in juni 1994. Vader was een vakman in de bouw herinner ik me. En Erik, die kent u vast wel. Hij is een provinciebreed en vaak gezien tv-persoon tegenwoordig.
Maar ik kende hem als jonge knaap die enorm goed kon waterpoloën en op zoek was naar een métier dat hem een leven lang zou kunnen bekoren. Via de sportredactie leerden we hem kennen, wij werkten toen nog in het pandje aan de Weerstraat waar de Gelderlander al heel lang zat. Huub van Heiningen had het ooit gekocht, met steun van zijn toenmalige broodheren, en er de krantenredactie gevestigd. Al was hij er in de jaren tachtig al een tijd weg, de zolder kraakte nog van de jaargangen kranten die hij er had achtergelaten. Als kantoor was het eigenlijk ongeschikt, er was een benauwd keukentje, aan de achterzijde rook je zodra het warm weer was de vaten met visafval van Spies, er werd gerookt binnen en de fax machine, ter grootte van een forse koelkast, stootte eveneens kwalijke dampen uit. Het woord arbo bestond nog niet geloof ik. Geen nood, in twee rijen van vier bureaus naast elkaar keken we elkaar aan, het was beregezellig, alle redactieleden hadden eenzelfde leeftijd ongeveer of zaten net in de kinderen.
Maar de moderne tijd kwam er aan, de uitgever van de krant wenste dat ook wij een kabelkrant zouden gaan uitgeven. Om niet het wiel opnieuw uit te vinden werd het concept gekocht van een Veenendaalse fotograaf, Cord Otting, die er al een had draaien daar. In ruil werd Otting de concessie gegund om alle foto’s voor de Tielse editie te maken, zeer tot ongenoegen van de fotograaf die al heel lang voor ons werkte, Jan Bouwhuis. We begrepen die reactie goed, maar konden ook niets doen. Op een mooie dag werd er een groot en futuristisch meubel omhoog gehesen naar de verdieping. Waarvoor de ruiten uit de sponningen moesten. De keuken was plots een soort cockpit met tv-schermen en ander modern spul. Voor de goede orde: de krant werd nog maar net gemaakt op een computersysteem. De letters waren groen, je kon er geen afbeeldingen op zien en het aantal toetscombinaties dat je moest onthouden was enorm. Want er was geen muis te bekennen.
En toen moest die kabelkrant ook nog gevuld. Daarvoor werd Erik van der Pol aangetrokken, een pientere knaap, zo vonden wij allen. Een leuke kerel bovendien, die een goede grap niet uit de weg ging. Erik bezorgde in die tijd nog post voor de PTT om wat bij te verdienen, dus hij greep met beiden handen naar die eerste stap op het journalistieke pad. Dat is allemaal alweer 29 jaar geleden, zoals hij me laatst vertelde, al die oudgedienden zien elkaar nog regelmatig, moet u weten. Dat is dan heel vertrouwd, je kent elkaars achtergrond, familiegeschiedenis en ondervonden wel en wee. In die dagen waren we langer op de redactie dan thuis, dus je collega’s waren vrienden en familieleden in één. En dat gaat nooit meer over.
Reacties zijn gesloten.