Kolommetje: Tiel als familie
Tommy van Os was indertijd (en ook nu nog bij de oude Tielenaren) een gekend gezicht in de stad. Hij was tot in de jaren negentig van de vorige eeuw firmant in de ijszaak Gerwi, bij veel Tielenaren een naam die nog een belletje doet rinkelen. Hij bleef bovendien werken in hetzelfde pand toen de zaak sloot, daar op de hoek van de Weerstraat en de Borchgang.
Hij had het er goed naar zijn zin, woonde er lang boven. “Ik kom hier nog veel mensen tegen van onze vroegere klantenkring. Die komen dan een praatje maken, vragen hoe het me bevalt. Tiel is toch één grote familie wat dat betreft.” Hij werd, op dezelfde plek dus, bedrijfsleider van het amusementscentrum Big Apple.
“Bij ons thuis, we hadden negen kinderen, had mijn vader een expeditiebedrijf. Ik heb nog voor hem gewerkt, eerst met paard en wagen, later met de vrachtwagen. We hadden de zaak aan het Zoutkeetstraatje, waar nu de glashandel zit. Het bedrijf had Daalderop als grootste klant, en toen het daar minder begon te gaan, merkte mijn vader dat ook. Die heeft de boel toen verkocht.”
Tommy had toen zijn vrouw Carry Faassen al leren kennen. Die familie dreef Gerwi. ”Als ik thuis klaar was ging ik daar helpen, bij Gerwi. Dus het was logisch dat ik bij de schoonfamilie in de zaak kwam toen ons eigen bedrijf stopte. Gerwi was de afkorting van Gerrit en Willem, de oorspronkelijke firmanten, de twee broers Faassen. Die waren na de oorlog ermee begonnen. Ervoor zat hier het café De Drie Biljarts en hadden de Faassens aan de Varkensmarkt ook het café Het Zwijnshoofd, op de plek waar de Chinees zat. (nu staat daar het pand van Blijdesteijn WP). We hebben vijfentwintig jaar boven de zaak gewoond, maar zitten nu op Passewaaij.”
Bij de ijssalon was ook een restaurant. “Maar dat liep eigenlijk niet zo goed. de mensen wilden liever buitenlands eten en bij ons was het Hollandse pot. Het ging slechter met de gezondheid van mijn schoonvader, die mede-eigenaar was gebleven. Ik had geen opvolger, dus toen hebben we de zaak verkocht. Mijn vrouw kan nog niet wennen aan het niet werken.’ Let wel, dat waren zijn woorden rond 1997.
Van Os was dus bedrijfsleider op de plek waar hij lang zijn ijs bereidde. Het waren lange dagen. Om zes uur beginnen met mixen, laten rijpen, vanaf acht uur ijs draaien, om tien uur had ik dan twintig smaken ijs klaar. En zo ging het maar door, tot elke avond tien uur. De dinsdag waren we vrij, maar dat ging weer op aan inkopen voor de zaak. Ook ik kreeg last van mijn gezondheid. Door dat werken met de melk in het ijs had zich onder mijn nagelriemen een bacterie genesteld die er niet meer weg ging. Dat was voor mij ook een doorslaggevende reden.”
De amusementshal was eigendom van het Arnhemse bedrijf Crowntek BV, dat een kleine twintig dergelijke zaken heeft. ‘Ik ben nu bezig met een cursus die het hele bedrijf volgt. We willen een ISO-keur voor service en klantvriendelijkheid behalen.’ Niet dat je slecht af bent in de Big Apple: er komt op zijn tijd gratis koffie of iets fris door. Voor advies over de automaten staan de personeelsleden ook altijd klaar, al spelen ze zelf nooit. “Dat mag niet.
Vooruitstrevend voor die tijd, er waren nog geen online gokmogelijkheden, was de witte lijst. ‘Mensen die zelf vinden dat ze teveel geld in de automaten stoppen, kunnen met ons een contract afsluiten. Dan komen ze er niet meer in. Dat werkt heel goed.’
Reacties zijn gesloten.