Kolommetje: Stiknaad
De meubelstofferderij van Walter en Miriam Roeffen aan de Konijnenwal was voor mij, lettersmid van beroep, een wondere wereld. De manier waarop banken, stoelen, kussens en wat er nog meer bekleding, vulling en vering nodig heeft, werd aangeval ging mijn verstand een beetje te boven. Het mooie van echt ambacht is, dat het voor de beoefenaar gewoon is, maar voor een argeloos toeschouwer oogt als pure magie. Verlekkerd keek ik er, toen ik de foto mocht komen maken die later zou worden tentoongesteld in het streekmuseum, naar het grote bord vol speciale gereedschappen die bij dit vak horen. Ik ben nu eenmaal een spulletjesgek. Gelukkig kreeg ik het niet in mijn bol om stofferen als liefhebberij te gaan doen, want dan had ons huis heel snel vol verder voltrekt onbruikbare dingetjes gelegen. Vorm en functie zijn bij gereedschap vaak zo mooi aan elkaar verbonden dat je er een zekere esthetiek in kunt ontdekken.
Als met zoveel ambachten, ze worden zeldzamer en zeldzamer omdat mensen liever nieuw kopen dan iets duurzaams laten maken, vraag ik me telkens af wat iemand toch beweegt om zich zó te specialiseren. Kijk naar jezelf, zult u zeggen. Inderdaad, het is vaak toeval, of afkomst, die je tot een bepaald beroep leidt. Heel bewust heb ik er niet over nagedacht. Natuurlijk was er een keuzemoment, maar dat is in mijn geval voor een groot deel gevoel geweest. Ik voelde dat ik in de rol van toeschouwer en beschrijver van gebeurtenissen om me heen op zijn plaats zou zijn en dat de gesprekken die daarbij hoorden me ook zouden liggen. Praatjes voor de gezelligheid zijn niet erg aan me besteed, praatjes met een doel juist weer wel. Dat is die dan vermom als praatjes voor de vaak, is een kwestie van techniek. Net zoals Walter Roeffen binnenin een tijk op gevoel iets kan stikken, zonder dat hij naald en draad direct hoeft te zien. Wat hij kan, vind ik eigenlijk knapper. Al ben je in je vak natuurlijk nooit in competitie. Jouw invulling van je werk is eenmalig, al is het maar omdat niemand anders het doet op jouw manier. Dus je bent al bijzonder als je opstaat. En dat bedoel ik, in mijn geval, niet als hoogmoed. Meer als een hart onder de riem voor degenen die een bui hebben waarin ze aan zichzelf twijfelen.
Reacties zijn gesloten.