Kolommetje: Wijs
Dit wordt er weer eentje die alle kanten op gaat, hou je maar vast. Het wordt niet richtingloos, maar ik associeer nogal vrij en dat kan heel wat honken aandoen. Een plek waar me dat steevast overkomt, is het restaurant BuitenSporig in het stationsgebouw.Een plek waar ik vaak was en ben, en waar dus veel herinneringen liggen aan allerlei ontmoetingen. Bijgaande foto is van een van de eerste keren dat ik het gebouw vanbinnen zag. Vanachter de kassa van de NS die toen nog gewoon door een aardige mevrouw werd bediend. Ze poseerde geduldig, ik geloof dat Hannes van de Hartert me op haar spoor zette, spoorwegman als hij was.
Op de achtergrond zie je de hal en de wachtruimte. Nu is dat allemaal onderdeel van het restaurant. Waar die mevrouw zit en u aankijkt, staan nu twee flinke boomstammen die het plafond omhoog houden. Dat was nodig omdat de loketbalie er tussenuit is gehaald, zodat er echt watruimte onstond voor tafels, stoelen en een tapkast. Het restaurant is een succes, en werd bedacht door de directeur van Thedinghsweert, Inge te Velde. Een enorme doorzetter, harde werker en bovenal een vrouw met een groot hart voor de opdracht die ze ziet: haar cliënten een zinvolle werkomgeving bieden. Maar er gebeurt meer voor de cliënten. Onlangs nog trokken er, geheel onopvallend, nieuwe bewoners uit haar werkomgeving in het voormalige pand van de stadswachten aan de Ambtmanstraat. Ook daar worden ze begeleid. Stilletjes maar degelijk, zoals Thedinghsweert veel dingen doet. Zeker, er mislukt wel eens iets, de winkel in gezonde voedingswaren Bio2Go op het station redde het niet, maar dat hoort erbij.
Ik kwam er voor besprekingen over musicals, over een boek voor het Gasthuisbestuur, bij presentaties van allerlei organisaties, persgesprekken, er waren ministers te gast, je kon er af en toe een bekende Nederlander zien eten, ik spak er af voor interviews, te veel om op te noemen. Een lokaal journalist, zoals ik was, ontmoet tientallen mensen op een dag en spreekt er daar een aantal wat uitgebreider van. En niet allemaal laten ze een herinnering achter.
Na een tijd in het vak kreeg ik er even genoeg van almaar op te schrijven wat ik van anderen te horen kreeg. Ik vertrok naar Ede om daar een leidinggevende baan te beginnen. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon: binnen de kortste keren was ik weer aan het schrijven er waren zó veel mensen te ontmoeten en situaties om te beschrijven. Dat is denk ik het belangrijkst voor me geweest: steeds weer andere mensen zien en spreken. Niet als een soort verzamelaar, maar wel omdat mensen je dingen vertelden die ze een ander die ze ontmoetten níet zomaar zouden zeggen. En daar zaten vaak wijze uitspraken bij. Je kwam dichtbij. Anders dan een bij reiziger aan het loket, deze NS-mevrouw ook zijn verhaal niet vertelt.
Die drang zit er nog steeds, bepaald angstig om mensen te spreken ben ik niet. En af en toe is er dan een cadeautje: je ontmoet iemand die jouw taal spreekt, van een en een geen twee maakt maar minimaal drie. En die dat nog kan uitleggen ook. Zo kwam ik pas nog Kees Hin tegen, geen Tielenaar, een Amsterdammer. Een kleine man van 81 nu, maar een van de belangrijke film- en documentairemakers van na de oorlog. Meer dan honderd heeft hij er op zijn naam staan, hij begon ooit als assistent van filmer Bert Haanstra. Een verlegen man, klein een breekbaar, maar met een prachtige, bedachtzame manier van formuleren van wat hij ziet en welke gedachten dat bij hem oproept. Hij praat zoals ik dingen schrijf, zoekend, combinerend, en ondanks zijn verlegenheid heeft hij uiteindelijk een ferm standpunt. Ik was enorm van hem gecharmeerd, had hem al eens eerder kort gesproken maar nooit uitgebreid, en vond het fijn een soort van geestverwant te ontmoeten. Dat hij is wie hij is, maakt me niet uit. Ik kan zo, en dat komt later nog wel, een aantal memorabele Betuwnaren noemen die een onopvallend leven leiden maar net zo omgaan met hun ervaringen en daar wijsheid van maken. Wijsheid die natuurlijk aan de jongere generaties tevergeefs wordt aangeboden. Maar ook dat hoort zo, anders kunnen ze zelf niets leren.
Reacties zijn gesloten.