Tiel bindt strijd aan met hoge jeugdzorgkosten
Het overhevelen van de jeugdzorg van de rijksoverheid naar de gemeenten heeft Tiel in grote financiële problemen gebracht. Vanaf de overdracht in 2016 komt de gemeente miljoenen tekort op het budget dat her rijk hiervoor beschikbaar stelt.
Probleem speelt niet alleen in Tiel
Tiel blijkt niet de enige gemeente die kampt met tekorten. 72 % van alle gemeenten zijn er mee geconfronteerd. “Maar” zo vertelt wethouder Carla Kreuk Tiel wordt wel extra zwaar getroffen. Bij de vaststelling van het budget is er geen rekening gehouden met de kosten per gemeente. In Tiel zijn die extra hoog. Dat heeft te maken met de samenstelling van de bevolking maar ook door de aanwezigheid van veel zorginstellingen binnen de gemeente. Die aanwezigheid trekt mensen met een flinke zorgbehoefte aan. In Tiel maken ruim 1600 jongeren gebruik van een vorm van jeugdzorg. ”
Gemeente was niet voorbereid
Wethouder Melissen: “Er kwam in 2016 een nieuw en totaal onbekend werkveld naar ons toe, waarbij we alle hens aan dek nodig hadden om de continuïteit van de zorg te garanderen. Zicht op de hoge uitgaven kregen we pas later. Dat had ook te maken met het grote aantal zorgleveranciers met ieder hun eigen administratie. Ook werden nota’s vaak pas heel laat ingediend. De jeugdzorg is een openeind regeling. Dat betekent dat je niet werkt met een vast budget maar de rekeningen van de zorgverleners voor zorg die door artsen en anderen wordt voorgeschreven gewoon moet voldoen. We hadden ook geen idee of er knoppen waren waar we aan konden draaien om de kosten enigszins te beheersen. Pas in het laatste jaar zijn we in Tiel maar ook elders gaan onderzoeken hoe we de enorme kosten kunnen indammen.”
Onderzoek
Wethouder Kreuk: Uit een onderzoek dat we hebben laten uitvoeren is de zorgconsumptie door jongeren vergeleken met vergelijkbare steden qua bewonerssamenstelling, inwonersaantal en de afstand tot grotere steden. Die plaatsen waren Gorinchem, Hoorn, Leerdam, Terneuzen en Zeist. Het aantal jongeren met jeugdzorg bleek daarbij in Tiel meer dan 10 % boven het aantal te liggen dan je op grond van de vergelijkingscijfers zou mogen verwachten. Ook het aantal jongeren met een maatregel vanuit de jeugdreclassering ligt in Tiel aanzienlijk hoger. Opvallend is ook dat het aantal gebruikers van jeugdzorg sinds de gemeente daarvoor verantwoordelijk is, flink is gestegen.”
Uit het rapport blijkt dat de invoering van de wijkteams tot nog toe averechts gewerkt lijkt te hebben. De zorg is daarmee toegankelijker geworden maar anders dan verwacht is er bij de toewijzing te weinig geselecteerd en is er zorg verleend waar dit niet altijd noodzakelijk was. Veel inwoners blijken niet voor de route via de wijkteams te kiezen maar wenden zich tot de huisarts. Dit resulteert vaak in verwijzingen naar dure specialistische hulp. Wat ook een rol speelt is dat veel sneller dan vroeger geconstateerd wordt dat jongeren zich niet ‘normaal’ gedragen en dus wel hulp nodig zullen hebben. Vaak zijn dit tijdelijke ontwikkelingsfasen en is hulp niet nodig. Andere factoren die een rol spelen: er wordt geen onderzoek verricht naar het resultaat van behandelingen, het aanbod aan zorg bepaalt voor een deel de vraag, angst voor fouten (beter iets doen dan niets doen) en heel belangrijk het kostenbewustzijn bij de doorverwijzers is weinig ontwikkeld. Ingeschakelde specialisten verwijzen vaak ook weer zelf door en de gemeente draait op voor de kosten.
Het onderzoek constateert dat de gemeente binnen het aandachtsveld te weinig de regie genomen heeft en er nauwelijks gecontroleerd is op rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitgaven. Het rapport komt op basis van de constateringen tot een aantal aanbevelingen. Mevrouw Kreuk: “Die aanbevelingen nemen we over. Los daarvan zijn we bij een aantal gemeenten op bezoek geweest die met dezelfde problematiek te maken hebben.
Plan voor kostenbeheersing en kostendaling
Dat heeft geresulteerd in een plan dat de kosten de komende jaren aanzienlijk moet terugbrengen. Deze kosten bedragen nu 18,5 miljoen per jaar (ruim 400 euro per inwoner). Vanaf 2023 moeten we zo’n 1,8 miljoen per jaar minder uitgeven aan specialistische en intramurale jeugdzorg. 900.000 euro daarvan is nodig omdat we zorg van de zogenaamde tweede lijn, de dure specialistische hulp overhevelen naar de goedkopere eerste lijn en meer aan preventie willen gaan doen. Een groot deel van de verwijzingen gebeurt door gemeentelijke en andere organisaties waar we greep op hebben. Daarvoor stellen we een speciaal zorgportaal in waar alle hulpvragen door een deskundige beoordeeld wordt en zorg wordt toegewezen. Dit moet samen met gesprekken met de disciplines die direct verwijzen tot een aanzienlijke besparing gaan leiden. Los daarvan willen we met veel minder zorgaanbieders zaken gaan doen. De zorg wordt nu ingekocht door een afdeling van regio Rivierenland. Het bestuur van de regio heeft tot nu toe het beleid gevoerd dat vrijwel elke organisatie waarna verwezen wordt die zorg ook moet kunnen leveren. De prijzen daarvoor worden ook door deze regionale afdeling geregeld. Dat heeft geleid tot enkele honderden zorgaanbieders. Daar is heel lastig mee te werken. Bovendien is er veel overlap. We willen daarom met veel minder organisaties gaan werken. Vraag is daarbij of dit regionaal kan, of dat we wellicht het inkoopproces beter in eigen hand kunnen nemen. Dat gaan we onderzoeken. We zijn ook al met bijvoorbeeld de huisartsen in gesprek over het verwijsbeleid. Dat heeft al geresulteerd in de aanstelling van een gespecialiseerde huisartsondersteuner voor vragen en verwijzingen op het terrein van de jeugdzorg. De eerste resultaten hiervan worden al zichtbaar. Fraude bij de zorgverleners hebben we niet ontdekt, maar we vragen ons wel af al die onderlinge doorverwijzingen die na een eerste zorgtoewijzing plaatsvinden wel nodig of zinvol zijn. Achteraf zien we via de ontvangst van rekeningen wat er allemaal geleverd is. De rekeningen op zich kloppen doorgaans wel. In twee gevallen loopt nog onderzoek of de gerelateerde zorg inderdaad wel geleverd is. De mogelijke besparing is heel realistisch berekend.” Ze zegt het niet, maar je merkt dat ze stilletjes verwacht dat de besparingen hoger zullen uitvallen en dat er ook in de jaren voor 2023 al het nodige bespaard kan worden.
Rijk ziet dat er iets moet gebeuren
Ook bij het rijk groeit het besef dat de beoogde besparingen, door verkeerde inschattingen in ieder geval bij de start niet realistisch waren en dat het beschikbare budget niet goed over de gemeenten is verdeeld. Daardoor heeft Tiel vanuit een speciaal potje in 2019 1,1 miljoen extra budget gekregen en kan de gemeente over 2020 en 2021 nog een bedrag van 800.000 euro tegemoet zien. Het tekort over 2018 op de jeugdzorg bedroeg echter niet minder dan 3 miljoen euro.
In september gaat het plan van aanpak naar de Commissie Samenleving en zal de gemeenteraad er zijn oordeel over geven.
Reacties zijn gesloten.