Wat is een naam 5; DE OTTER

Door Huub van Heiningen op zaterdag 21 mei 2016, geplaatst in Kunst & cultuur, Historie.

Twee andere aan elkaar grenzende panden in de Weerstraat, het hoekpand no 24 en het recent door de Stichting Stadsherstel aangekochte no 22 waren ooit gerenomeerde Tielse herbergen. Op het hoekpand hing “de Otter” uit en bij de buurman “de Holland”. Beiden speelden een rol in de vele oorlogen die hertog Karel van Egmond (1491-1538) voerde en dat betekent dat we de oudste vermelding ervan in de archieven van de Gelderse landheren kunnen terugvinden.

Het uithangbord van “de Otter” is niet bewaard gebleven en er zijn ook (door mij) geen aanwijzingen gevonden voor het beeld erop. Behalve de bekende marterachtige visjesvreter was er immers ook nog een scheepstype dat de Otter heette. Het is niet waarschijnlijk dat de visotter gevonden werd aan de zandige oevers van de Tielse havens. Daarvoor moet eerder gekeken worden naar de laaggelegen en zompiger delen van Tiel-West. Een flink weiland daar heette inderdaad “de Otter” en die naam ontwikkelde zich tot “Oerter”. Het weiland wordt al genoemd in een tiendregister van de Duitse Orde met 1365 als jaartal waarin de tiendplicht ontstond (zie afb)

De visotter kan ook moeilijk als een symbool gezien worden voor geborgenheid en gezelligheid. Daarom moet er welhaast ook op dit uithangbord aan de hoek van de Weerstraat en het Jodenstraatje een schip zijn afgebeeld. Een Maasschip . Maar …… Wikipedia vertelt ons dat de Otter een typisch Zuid-Nederlands vrachtschip was – de Belgische en uitsluitend in hout gebouwde versie van de tjalk en dat het type voor het eerste genoemd wordt in 1645 en wel in het archief van Bergen op Zoom. Dat is 125 jaar na de eerste vermelding van herberg De Otter in de rekeningen van hertog Karel van Egmond.

Niettemin is aannemelijk dat we hier te maken hebben met een nieuwe eerste vermelding. Tiel was vanouds sterk georiënteerd op Brabant, het gewest waartoe de stad tot 1339 had behoord. De stedelijke economie was volkomen afhankelijk van rivier – óf als handelsroute óf voor de visvangst en de belangrijkste scriver die Tiel ooit had, Willem van Gelmthout (plm 1490-1545), was naar hedendaagse begrippen een Belg. Duidelijk is ook wel dat er in Tiel al in die tijd houten schepen werden gebouwd.

Het was er de altijd oorlog voerende hertog Karel veel aan gelegen Tiel te behouden. Daarom waren de bewoners van tientallen dorpen uit de omgeving verplicht in Tiel te komen bolwerken Ze konden dat afkopen met zevenjaarsgeld, maar als dat de hertog beter uitkwam ontnam hij hen die mogelijkheid en liet hij de landlieden thuis ophalen. Zo ook in 1520 toen er een tweede gracht om Tiel gelegd moest worden en hij zijn officieren die de “onwilligen” uit de Tielerwaard ophaalden onderbracht in o.a. De Otter en De Engel in Tiel. (zie bijlage).  Op 1 maart 1526 toen hij het beleg van Tiel zag aankomen liet hertog Karel zijn stadhouder (Collaert) weten dat hij 8000 “knechten” had aangenomen, waarvan er 350 ondergebracht moesten worden in Tielse herbergen. Uit de rekening van 1527 blijkt dat zowel De Otter als De Holland toen gerund werd door vrouwen – de mannen immers moesten dag en nacht vechten op de wallen om de vijand te weerstaan.

In de vele jaren dat het pand die naam bleef dragen wisselde De Otter vaak van eigenaar en/of gebruiker. In 1533 is het van Arnt Top Willemsz en zijn vrouw Gertrudis, die het enige jaren later overdragen aan hun kleinzoon Henrick Willemsen en diens echtgenote Neel. Soms is de gebruiker een schoenmaker, maar zeker tot de Franse bezetting “hangt er de Otter uyt”. Dat zou kunnen betekenen dat het pand geen traditionele herberg meer was, maar er wel getapt en geschonken werd. Aan het begin van de 19e eeuw was het pand gecombineerd met het pand erachter in het Jodenstraatje (van oorsprong een pothuis) eigendom van de welgestelde juwelier Christoffel Bruynings.

In 1832 werd het complex overgenomen door de Utrechtse kaasboer en winkelier Johannes Lancee en op 15 oktober 1881 opende Nicolaas Johannes Daalderop hier zijn winkel om de goederen te verkopen, die sinds ruim een jaar gefabriceerd werden in het bedrijf van zijn vader. Het pand was trouwens van de vader, die de vroegere Otter een nieuw uithangsbord gaf en er het visitekaartje van het jeugdige maar zeer dynamische bedrijf van maakte.

Aan de gevel van het aanpalende pand heeft het uithangbord met “De Hollant” het minder lang uitgehouden. De naam is ongeveer twintig maal te vinden in de archivalia en verdwijnt als de Tachtigjarige Oorlog begint. Mogelijk omdat veel Geldersen vonden daar door de Hollanders ingerommeld te zijn.

Als uitbater ervan wordt in de Tielse archivalia beurtelings Hubert in de Hollant en Hubert Heymeriks genoemd (zie bijlage) totdat in 1537 de herberg wordt overgenomen door Frans van Groenigen. Die geeft zijn schoonvader Hubert Heymericks een eigen achterhuiske en belooft dat “dicht van rack en track te zullen houden”. Frans laat de schepenbank ook vastleggen dat hij Heymericks zolang hij leeft te eten zal geven en van hemden en schoeisel zal voorzien. Maar wat hij drinkt moet hij betalen uit eigen buydell’.

De naam Huupke in de Holland komt trouwens al voor in het kohier van de Gelderse schatbewaarder uit het jaar 1382 (zie bijlage) en dat wijst erop dat de herberg heel wat generaties in dezelfde familie is gebleven.

In de 18e en 19e eeuw het pand vooral door kleermakers bewoond. Tot het het in 1910 in bezit kwam van de kleermaker Nicolaas Hoogerbeets. Die nam de architect C.F. Bogenholz in de hand om het pand te slopen en geheel nieuw op te bouwen. Bogenholz was een wat moeilijke man, die vaak met stadsbestuurders overhoop lag, maar diverse karakteristieke panden bouwde. Het mooie pandje op de plek waar ooit ‘De Holland” stond is er één van. Zoals uit zijn blauwdrukken blijkt is het al ruim een eeuw intact gebleven – alleen de pui is kort na de oorlog enigszins aangepast.

Weilanden in Tiel-West in tiendregister D.O.Weilanden in Tiel-West in tiendregister D.O.Hertog Karel brengt in De Otter officieren onder die "onwilligen" ophalen om in Tiel te bolwerkenHertog Karel brengt in De Otter officieren onder die “onwilligen” ophalen om in Tiel te bolwerken1527 vrouwen in De Otter herbergen deskundigen die de stad moeten verdedigen.1527 vrouwen in De Otter herbergen deskundigen die de stad moeten verdedigen.Huup in Holland in een belastingkohier uit 1382Huup in Holland in een belastingkohier uit 13821527 Hertog Karel brengt officieren onder in de herberg Holland1527 Hertog Karel brengt officieren onder in de herberg HollandEen deel van de blauwdrukken van Bogenholz uit 1910 waaruit blijkt dat Weerstraat 22 al 116 jaar nagenoeg onveranderd is geblevenEen deel van de blauwdrukken van Bogenholz uit 1910 waaruit blijkt dat Weerstraat 22 al 116 jaar nagenoeg onveranderd is gebleven

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights