Kolommetje: Geheugen
Nu mijn pensionering aanstaande is, betrap ik mezelf erop wat vaker terug te kijken. Dat is niets bijzonders, maar wat me verbaast, is dat je details weet die je nooit bewust hebt opgeslagen.
Dingen waaraan je nooit meer hebt gedacht duiken op bij het vertellen van een anecdote of het schrijven van een stukje als dit. Zo herinner ik me plots dat de persoon op deze foto ooit aan de Kleibergsestraat woonde en afkomstig is uit Cuijk. De Kleiberg is niet deze woning, die stond aan het Achterveld, tegenwoordig is mijn oud-collega Noëlle Peters-Sengers te vinden in Zoelen. Ze werkte een tijd bij de krant en besloot toen de overstap te maken naar het gemeentehuis, waar ze zich ging bezighouden met zaken die milieu en natuur betroffen. Onbegrijpelijk voor ons in die tijd, ambtenaren waren immers stoffige mensen met een beperkte blik. En dat was, en is, Noëlle zeker niet. Maar misschien zag ze eerder het licht dan wij, want ze is slim.
Dat bleek ook toen ze een jaartje bij de gemeente werkte en ik haar weer eens sprak. Hoe het haar beviel, vroeg ik. Ze voelde zich er goed onder en debiteerde meteen een wijsheid waar ik de rest van mijn werkzaam leven bij kranten mee vooruitkon: ‘ik heb gemerkt dat journalisten van heel veel heel weinig weten en ambtenaren van heel weinig heel veel’. Het zou in mijn benadering van deze bijzondere kaste altijd een rol blijven spelen: het is een spel mensen die veel weten dingen te ontlokken. Dat doe je niet door ze te vragen naar een mening, want het eerste dat ze leren is geen mening te hebben, maar hun werk te doen zoals dat wordt verlangd. Meningen hebben ze in de gemeenteraad, in B en W al wat minder (daar heersen ego’s) en in de rest van het gemeentehuis horen ze niet thuis.
De woning oogde ruim, al was hij niet zo groot. Noëlle ging zitten op haar vaste plek en las even de krant terwijl ik instelde voor de foto. Nu ik dat tafereel weer zie, valt me een detail op dat ik ook allang ben vergeten: ze leest op de grond, ziet dus twee pagina’s tegelijk. Een oude gewoonte uit de journalistiek, je beziet de samenstelling, merkt wat de redactie belangrijk vond en laat je blik daarheen zwenken. Het is een efficiënte manier van lezen, en kan ook op een tafel natuurlijk. Maar dan ligt de krant al bijna weer te hoog. Niet belangrijk allemaal, wel een detail. Maar een detail uit het verleden, want waar zie je nog mensen een kranteninhoud tot zich nemen. In de bibliotheek misschien, maar voor nieuws en achtergronden grijpt eenieder tegenwoordig naar zijn smartphone. Papieren nieuws strijdt een verloren strijd en bestaat bij de gratie van mensen die een gewoonte aanhouden, tot ze ermee stoppen. Niet meteen wanneer ze worden gepensioneerd, maar wel snel daarna. Omdat hun geheugen ze mooiere verhalen vertelt dan die vellen papier ooit kunnen doen.
Reacties zijn gesloten.