Kolommetje: Rinus en Sofia Boudewijn
Rinus Boudewijn en zijn vrouw Sofia hadden een mooi huis aan de Konijnenwal, zij zou er later wonen, nadat Rinus in 1997 overleed. Maar te oordelen naar de foto’s, ik heb er een paar extra bijgedaan, woonden ze hier. Ze vertelden me dat ze zich hier het meest thuis voelden, ze hadden hier immers gewerkt en gewoond, dus waarom niet?
Sofia zag je nog jarenlang na het overlijden van Rinus van dat huis naar de grootgrutter lopen voor boodschappen, maar ook voor haar had het leven een einde. We spraken elkaar regelmatig, want ze volgde de gebeurtenissen in de stad heel nauwkeurig. Beiden zijn bijgezet op Ter Navolging.
Rinus was bontwerker en kleermaker, hij maakte bijvoorbeeld de uniformen voor bodes in het stadhuis, of de jassen voor de Tielse brandweerofficieren. Maar volgens Sofia was hij bontwerker, en dat was van een andere, misschien wel sjiekere orde. Ze stond erop, vandaar dat ik dat nu nog eens herhaal. Dat bontwerken gebeurde in een winkeltje aan de Weerstraat, waar ze in het achterhuis in het souterrain meestal waren te vinden. Het waren aardige mensen, Rinus had een luide, diepe stem, die makkelijk een plein vol mensen kon bestrijken met zijn geluid. En dat was soms nodig, want de meneer die je hier ziet had een tweede personage, dan was hij The Great Rinaldo, circusartiest met een act met getrainde duiven. Achter het souterrain, op het middeleeuws aandoende plaatsje, woonden Rinus’ duiven. Of hij ze daar ook africhtte weet ik niet.
Hij trad met zijn duiven op in circussen, bij evenementen en feesten en was heel vaak spreekstalmeester in de piste, vooral wanneer er een circus aan de Waalkade stond. Maar in circusland kende iedereen hem, verzekerde hij me op een middag, toen we op een bankje voor het streekmusuem uitkeken over het circus Holiday dat in Tiel zijn tenten had opgestoken. Het werd een lang gesprek. Circus, die oude vermaakssoort die momenteel een vaak kommervol bestaan lijdt, heeft altijd mijn belangstelling gehad -ik heb zelfs een blauwe maandag in een circusorkest gespeeld- en het was mooi die middag van Rinus te horen hoe het er aan toeging in de circussen die hij kende.
Een mens met twee gezichten, de rustige handwerksman die bontjassen en kleding op maat vervaardigde en de artiest in een glitterjas met een strik voor en (op latere leeftijd) zelfs met schmink aangebrachte bakkebaarden als een echte circusdirecteur. Rinus beviel me, die tweespalt herken ik. Heel velen van ons hebben dat, ze willen het één en het ander zijn, maar slechts zelden wordt een van de twee kanten dominant. Bij hen die voor één kant van zichzelf kiezen levert dat rust en duidelijkheid op. Maar ergens is dat ook wel een beetje saai. Je moet wat te wensen houden, dan is het leven voller.
Reacties zijn gesloten.