Kolommetje: Vleugels
Zelden zo’n vriendelijk iemand ontmoet. Te kort gekend eigenlijk. Ze maakte het onmogelijke mogelijk, pianiste Mirjam de Peinder. Tweehoog gaf ze pianoles aan jeugd en volwassenen, en met name die jeugd deed niet altijd even goed zijn best, neem ik aan.
Geen wonder, een instrument leren bespelen is een nogal abstracte bezigheid. En piano helemaal: het duurt enorm lang voor je er aardig iets van kunt. Tenzij je wat wiskundig bent aangelegd in je hoofd, natuurlijk. Dan is muziek makkelijker, want je bent al geordend en muziek is behalve emotie ook ordening van tonen, reeksen en vormen.
Alhoewel, ze had echt didactische kwaliteiten, dus dat is misschien allemaal maar boud gebazel. Een paar van haar leerlingen schopten het ver in de muziek. Dat is ook een erfenis. In mijn hoofd zit geen wiskundige patronenherkenning; methodiek en rationeel kiezen van beslismomenten zijn in mijn natuur niet de sterkste punten, ik waarschuw u maar.
Haar woning was erg klein, een reeks van minuscule vertrekken. Mirjam’s vleugel was op een goede dag met een grote kraan over het dak van haar woning aan de Kerkstraat getild, we hadden er een foto en een stukje van in de krant gezet, want we zagen die vleugel vanaf de redactie aan de Koornmarkt bungelen. Het raam achter waar ze zit was eruit gehaald om de lading naarbinnen te brengen. In Tiel heb je weinig vleugels (alleen bij de mensen die elders gaan studeren en nooit meer terugkomen), laat staan dat ze door de lucht vliegen. Anders dan haar dansende zus Inge zag je Mirjam niet veel in het circuitje van amateurpodiumkunstenaars in de stad. Daar was ze denk ik teveel professional voor. Ze had de kunsten niet van een vreemde: haar moeder kende ik van de Stallure-musicals. Mirjam was een van die warme mensen die je aan de rand van je kennissenkring waarneemt, maar waarmee contact dat wat dieper gaat uitblijft, behalve dan een keer een interview. Drie woorden op een receptie. Zes na afloop van een Stallure-première. En dat vind ik achteraf een gemiste kans. Mijn schuld. Maar ik wist toen, in juni 1995, nog niet dat mensen zo snel weer weg konden zijn. Als op vleugels.
Reacties zijn gesloten.