Volledige tekst Nikki Kroeze 3e Capellenlezing Tiel
Hoe democratisch is onze democratie?
Voor de reportage zie: https://detielenaar.nl/nieuws/2018/11/democratie-onder-de-loupe-in-derde-van-den-capellenlezing-in-tielse-raadszaal/
Tekst lezing van Nikki Kroeze op 2 november 2018 in raadszaal Tiel
Jongeren, wij zijn de toekomst. Tenminste dat is wat wij altijd te horen krijgen. Wij zijn jong, idealistisch, hebben een frisse blik op de wereld. Wij hebben de toekomst. Toch vraag ik mij af in hoeverre dat waar is. Als het namelijk zo door gaat kent Nederland over een aantal generaties geen democratie meer. De politieke participatie onder jongeren is namelijk historisch laag. Maar misschien vraagt u zich ook af waar hebben die jongeren zich ook druk over te maken. Wij zijn geen generatie die opgroeit met diplomatieke problemen over rakketten in onze achtertuin. Wij zijn niet een generatie die opgroeit in een tijd waar vrouwen niks voor het zeggen hebben. Begrijp me niet verkeerd, wat betreft gelijkheid tussen man en vrouw kan er nog heel veel worden verbeterd, maar wij zijn niet de generatie die opgroeit in de problemen. Natuurlijk kent onze tijd problemen. Maar onze problemen zijn niet alleen die van ons. Het zijn ook de problemen van onze buurlanden en van Europa. Door de toenemende globalisering kunnen wij niet meer alles in ons kleine Nederland oplossen. Een voorbeeld hiervan is de klimaatsverandering. Ik vind milieu persoonlijk heel erg belangrijk, maar de gemiddelde jongere houdt zich hier niet iedere dag mee bezig. Ook is het een probleem wat we niet kunnen oplossen door met zijn allen de straat op te gaan met spandoeken. Het is iets waar moeilijk vat op te krijgen is want we hebben er geen ‘last’ van. Er dreigt geen direct gevaar. De problemen die onze generatie kent zijn misschien kleiner, maar zijn ook veel groter.
Hoe zorgen we er nou voor dat we onze democratie behouden?
In Nederland krijgen alle bovenbouwleerlingen maatschappijleer. Het vak waarin je leert over hoe ons land en onze politiek in elkaar zitten. Op sommige scholen worden ook vakken als Global Perspectives of wereldoriëntatie aangeboden. Deze vakken leren leerlingen kritisch te denken. Tegen elke leerling wordt gezegd hoe belangrijk het is dat je gaat stemmen zodra je 18 bent. Op de NOS-app, want ja dat is hoe jongeren tegenwoordig het nieuws lezen, las ik dat er geld is vrijgemaakt om alle leerlingen in 2019 naar de Tweede Kamer te laten gaan. Al deze dingen zijn voorbeelden van wat ons onderwijssysteem eraan doet om de politieke participatie te bevorderen. En dit is ook waar het vooral niet aan ligt. De intenties zijn goed, maar toch gaat het ergens fout. Waar dán vraag je je af.
Wat mij betreft ligt het probleem bij alles wat wij zoal op het nieuws horen. Dingen als de kwestie over de afschaffing van de dividendbelasting. En nee maakt u zich geen zorgen ik ga niet weer een heel betoog houden over waarom het onzin is om het af te schaffen. Ik ga het hebben over wat een kwestie als deze voor mij betekent. Zoals u allen weet gaan deze plannen, na lange discussies, protestmarsen en vele overleggen, toch niet door. Dit is natuurlijk hartstikke fijn, maar het blijft een principe kwestie. Het is gebruikelijk dat partijen tijdens de verkiezingsperiode hun standpunten omzetten tot een verkiezingsprogramma en dat de kiezer op basis hiervan zijn keuze maakt. De VVD vond het echter niet belangrijk om dit in het programma op te nemen. Een foutje zou je zeggen. Misschien hebben ze het na de verkiezingen pas bedacht? Allerlei speculaties, maar naar mijn mening excuses. Het masker viel echter toen in begin september naar buiten werd gebracht dat Dhr. Rutte als sinds zijn eerste aantreden bezig is met het afschaffen van de dividendbelasting. Dit alles gebeurde in overleggen waar niet over gesproken werd. Ik begrijp de ophef over deze afschaffing wel. Het gaat om enorm veel geld dat het onze schatkist op jaarbasis kost. Geld dat we ook zouden kunnen gebruiken in de zorg of in het onderwijs. Aan de andere kant is het natuurlijk belangrijk dat Nederland financieel aantrekkelijk blijft voor de bedrijven. Kortom, het is een ingewikkeld debat waarin vele belangen zijn verwikkeld. Hetgeen wat ik niet begrijp is dat er zo weinig protest is nu de plannen voor de afschaffing niet door gaan. Zoals ik al zei, het gaat hier om een principe. Een principe van misleiding van kiezers. De desbetreffende partij belooft het een, maar voert iets compleet anders uit. Wij, als inwoners van de parlementaire democratie, denken samen invloed te hebben maar deze invloed blijkt maar beperkt te zijn. Het is de bedoeling dat een regering een volksvertegenwoordiging is. Natuurlijk is het bijna onmogelijk om een perfecte representativiteit te hebben, maar deze kwestie over de dividend is iets waar heel het land op tegen is. Het is niet de burger die invloed uitoefent op de regering, het is het bedrijfsleven. Ja, we laten de burgers stemmen. Ja, we vormen een regering die gekozen is door het volk, maar vervolgens luisteren we niet naar de wensen van het volk. Op deze manier verliezen wij onze democratie. De dictatuur van het regeerakkoord overheerst. Berichten als deze schrikken jongeren af. Niet in de zin dat ze bang zijn om te stemmen, maar er wordt wel een beeld gevormd dat stemmen toch geen zin heeft.
In een van mijn lesboeken, ‘Politieke besluitvorming’, wordt gesproken over vernieuwingen in de politiek. Een van de voorbeelden die hier wordt aangedragen is het introduceren van een referendum, oftewel een volksraadpleging. Directe democratie heeft een lange geschiedenis. In het oude Athene werd in 500 v Chr. al gebruik gemaakt van deze manier van besluitvorming. Er was een volksvergadering van alle inwoners met burgerrecht. Daarin konden zij meebeslissen over belangrijke zaken. Ook bestond er een raad van 500 die de stad bestuurde en er was een dagelijks bestuur dat bestond uit vijftig leden die iedere maand wisselde. Een directe democratie is in ons land niet haalbaar en moeten we misschien ook niet willen. In Nederland werd het raadgevend referendum, anders dan de bindende volksraadpleging die de Grieken kenden, na invoering door initiatief van D’66 na enkel twee referenda weer afgeschaft. Voor ik inga op de details van de afschaffing ervan, wil ik eerst het concept op zich eerst met u bepreken.
Voor sommigen is het een feestje; vaker je stem laten horen, meepraten over een belangrijk onderwerp of simpelweg protesteren. De vraag is alleen: hoe effectief is het referendum? Het meest recente referendum is het gene wat nog het meest vers in ons geheugen staat. De Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Er werd gezegd dat het geen goed referendum was, maar daar ben ik het niet mee eens. Het was een onderwerp wat betrekking heeft op het leven van ons allemaal, er werd veel over gesproken in de media en het leefde bij het volk. Ook lag het opkomstpercentage erg hoog. Een ander bekend referendum was de Brexit. Een in essentie eenvoudige vraag, bleek toch ingewikkelder dan gedacht. Om een weloverwogen beslissing te maken moet het volk zich namelijk eerst goed inlezen en de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen. In de praktijk blijkt dat dit bij een complex onderwerp als uittreding van de EU misschien te hoog gegrepen is. Dit is onderzoek wat de burger allemaal tijd en moeite kost en het zijn overigens ook zaken waar de gemiddelde burger niet ontzettend veel vanaf weet. Maar toch is de groep die dit onderzoek doet de groep die het parlement nodig heeft. Er is namelijk ook een enorm deel van de bevolking dat elke avond naar hetzelfde journaal kijkt waarin een duidelijke mening naar voren komt en aan de hand daarvan vervolgens naar de stembus gaat. Ik hoef u niet te vertellen wat de invloed van media kan zijn. Laten we veronderstellen dat dit gehele proces soepel verloopt en een groot deel van de burgers klaar is om een weloverwogen beslissing te nemen. Dan is er nog de stelling. Een stelling die bij de Brexit nogal dubieus was. Er kon namelijk gekozen worden uit: ‘Remain a member of the European Union’ of ‘Leave the European Union’. De woordkeuze is bij een dergelijke kwestie van groot belang. Het gebruik van het woord ‘remain’ impliceert namelijk iets als hetzelfde blijven. En dat is nou juist wat geen enkele Brit wilde. Er moest verandering komen. Door dit woordgebruik leek de keus echter tussen helemaal geen verandering, of het verlaten van de EU te zijn. Alleen al het taalgebruik kan de uitslag van een referendum beïnvloeden.
Toch ben in van mening dat, wanneer goed uitgevoerd, een referendum een zekere toevoeging kan zijn aan onze democratie. Ik geloof er zeker in dat referenda op gemeentelijk niveau werken. Op landelijk niveau is dat toch anders. Dan zijn slechts enkele onderwerpen geschikt. Alleen vraagstukken die betrekking hebben op ons als persoon, zoals bijvoorbeeld onze privacy met de WIV, zijn zinvol om de mening van het volk over te peilen. Dingen als grondwettelijke bepalingen zijn daar echter totaal niet van toepassing voor. Ook internationale betrekkingen zijn gecompliceerd aangezien er vaak veel haken en ogen aan zitten waar volk weinig vanaf weet en wat ver af staat van ze afstaat. In de hoorzitting die tijdens de discussie over het raadgevend referendum in Nederland gehouden werd, werden ook verschillende experts uitgenodigd die hun argumenten voor en tegen gaven. Hoewel de deskundigen van mening waren dat het referendum nog in ontwikkeling is en er reden was om het nog in stand te houden mocht dat toch niet baten. Er was zelfs een comité van politicologen en bestuurskundigen in NRC Handelsblad dat aangaf dat afschaffing juist zou leiden tot verlies van het het vertrouwen in de politiek. Toch besloot het parlement om het af te schaffen. Dit laat zien hoe goed onze politici nou daadwerkelijk naar het volk luisteren. Het werd ook nog eens afgeschaft met terugwerkende kracht wat inhoudt dat er ook geen referendum kon worden gehouden over het eventuele afschaffen van het referendum. De politiek luistert dus niet alleen slecht, ze wílt ook niet luisteren.
Een veel gehoorde oplossing voor de lage graad van participatie onder jongeren is wel dat we de politiek sexyer moeten maken. In een interview dat ik deze zomer had met Wethouder Slob van Gemeente Lingewaard heb ik dit besproken. Toen ik hem vroeg hoe hij hier naar keek begon hij te lachen. Hij zei dat je met een dergelijke stelling de jongeren onderschat. Het was een reactie die ik niet verwachtte. Hij had zeker een punt. Jongeren zijn namelijk prima in staat om zich bezig te houden met dingen die niet bewegen zoals alles op social media. Ze kunnen zich heus wel verdiepen in zaken die niet alleen over hun zelf gaan. Er is alleen simpelweg niet zo veel interesse. Ik denk dat die interesse in de politiek is afgenomen omdat het te goed gaat met ons land. Zoals ik in mijn inleiding al zei zijn wij de generatie van welvaart en weinig problemen die van grote invloed zijn op ons dagelijks leven. We hebben te weinig om over te zeuren. Ja, we hebben zeker het een en ander waar we het niet mee eens zijn, maar over het algemeen gaat het goed. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat negen op de tien Nederlanders zichzelf gelukkig noemt. Desalniettemin mogen we iets fijns als dit niet ervoor laten zorgen dat we het niet meer belangrijk vinden wat er zich in Den Haag afspeelt.
Daarom mijn hoop en eigenlijk ook mijn vraag aan Den Haag; laat ons zien hoe belangrijk onze mening is. Gemeenten, richt jongerenraden op! Maar vooral luister ook naar ons. Want als wij gehoord worden en wij het gevoel hebben dat onze stem er toe doet, dan is onze democratie pas goed.
Reacties zijn gesloten.