Kolommetje: Tokkietent
Ze hadden een fotootje aan de muur van hun groentenwinkel hangen, de broers Van Lith. Tegenover de kersenleer en de hoenderik waar ze hun winkel mee hadden opgesierd. De winkel heette ’t Klokhuis, de naam hing nog lang aan de gevel, ook nadat ze waren gestopt.
Op dat fotootje van Jan Bouwhuis stond een stier die was ontsnapt aan de slachterij aan de J.D. van Leeuwenstraat en precies voor hun deur in het nauw was gebracht. Een enorm dier, maar hoe sterk je ook bent, wanneer je afwijkt van de norm ga je eraan. Dat was altijd al zo en geldt nog steeds. Maar daarover later.
De stier ontliep de slager overigens niet, maar dacht mogelijk nog een laatste maaltje groen te verschalken voor hij in de braadpan terecht zou komen.
Dat gebeurde allemaal aan de Beatrixlaan, ernaast zat nog lang een bloemenzaak, maar ook die is een paar jaar geleden verdwenen. Ze behoorden tot de handvol winkels van wat vroeger de kleine zelfstandigen werden genoemd. Ze werkten hard, verdienden karig, maar waren niemand verantwoording schuldig. En dat is ook wat waard. Hier zie je Cees van Lith achter de uitstalling in de winkel, hij leek me de jongste van de twee. De prijzen zijn in guldens trouwens. Ergens bij Passewaaij had de familie een groententuin waar de seizoensgroenten vandaan kwamen. Je vond jaarlijks in de winkel het seizoensfruit dat niet bewaard kon worden en kon er terecht voor een handvol zuurkool uit het vat of taugé als je dan echt iets exotisch wilde. En vaak een paar soorten aardappels, door hen geschilde krieltjes ook, en snijbonen die ze in een grote luidruchtige machine achterin het pand sneden.
In een azuren oud busje bezorgden ze zelfs aan huis, vaak ook fruitmanden die je kon laten opmaken, met van dat mooie nepstro onder de druiven. Een uitkomst voor veel ouderen en zieken, want er werden nog geen scootmobiels uitgedeeld.
Het was dan ook erg jammer voor een liefhebber van persoonlijk contact als ik ben dat de winkel plots dicht ging. Het fijne kreeg ik nooit te horen, maar het leek me dat de broers ergens ruzie over hadden gekregen.
Nu zit er een pizzatent in, zelf groenten en aardappels koken is niet gewoon meer, eten haal je af. Als je die broodvlaaien als echt voedsel mag bestempelen. De bloemenwinkel is ook al lang verdwenen, het is al net zo’n tokkietent geworden. De ‘mense’ vinden het geweldig, de naam is zeer toepasselijk gekozen.
Kom zeg, niet klagen. Doe ik niet, maar nadenken mag toch wel? Dat is nog net niet verboden, maar wie een beetje zijn mond opendoet kan de wind vanvoren krijgen op de digitale klaagmuren die we hebben. En ook dat is klagen, je wint nooit als je tegen die stroom ingaat, merk ik al jaren. Dus ik negeer die droeftoeters maar, ze komen wel waar ze thuishoren: in de Tielse gemeenteraad, vergaarbak voor verstandelijk verdoolden.
Tiel, 22 Augustus 1994
Bij slachthuis ontsnapte stier staat voor de etalage van een groentewinkel ’t Klokhuis van Lith aan de Beatrixlaan.
Reacties zijn gesloten.