Kolommetje: groepen
Niet lang na het gesprek voor deze serie met Henk Damen in zijn woonwagen aan de Inundatiedijk overleed hij. Hij nam een stuk geschiedenis met zich mee, die op dat moment niets eens zo oud was, hij was 58 toen hij op de foto ging. Maar de verhalen die de voormalige oud-ijzerhandelaar vertelde zijn me bijgebleven. En ik heb ze opgeschreven, ze staan in het boekje dat indertijd deze serie foto’s vergezelde. Damen werd omringd en verzorgd door zijn familie, die niet van zijn zijde week. En me bij binnenkomst wees op een goede gewoonte in hun kringen: schoenen uit als je iemands wagen betreedt.
Damen vertelde over het leven in een woonwagen toen het gezin van zeven kinderen plus de ouders nog reisde. Ze sliepen allemaal in een wagen die iets breder was dan twee meter en iets langer dan 5. Soms was er geld, soms niet. “Als er geld nodig was, werd het meubilair verkocht. Hadden we ineens een kast van sinaasappelkistjes en dito stoelen. We sliepen op strozakken, die drie keer per jaar werden ververst. Als we gingen rijden werd het servies ingepakt. Tegenwoordig zie je in woonwagens vaak die barokstijl in meubels, wij hadden meer Kuilenburgs meubilair, met van die sleestoelen. Die barok is Italiaans spul, je kunt het krijgen bij een zaak in Den Haag. De jongere generatie neemt dat al niet meer. Ik houd hiervan, we hebben gereisd, weliswaar niet in grote armoede, maar voor mij drukt het uit dat ik me dit meubilair kan permitteren. De kroonluchter is van glas, want een echt kristallen kan ik me net niet veroorloven.”
Hij leek tevreden met zijn bestaan, maar bracht een paar zaken te berde die de mensen van de reis tegenkomen en wij burgers in een huis niet. “Ik kan hier niets van verzekeren bijvoorbeeld, verzekeraars discrimineren ons. Ze vinden zeker dat er teveel in de brand is gegaan. Maar je gaat je eigen huis toch niet aansteken?”
Ik zag deze week veelal jonge woonwagenbewoners in Nijmegen demonstreren om meer staanplaatsen. Het is een een aparte cultuur waar je in wordt geboren, daar wil je bij kunnen horen door bijvoorbeeld naast elkaar te wonen. Dat gaat helaas niet. Gemeenten, ook Tiel, hebben het aantal plaatsen voor woonwagenbewoners de afgelopen twintig jaar steeds meer beperkt. Enerzijds begrijpelijk, niet alle mensen die op de kampjes wonen houden zich direct aan de wet, anderzijds jammer.
Het is het gevolg van het grote gelijktrekken dat al een paar decennia aan de gang is. Iedereen kleedt, kapt en gedraagt zich zo langzamerhand hetzelfde, vindt dezelfde muziek of subcultuur leuk. Gaat naar badplaatsen en wintersportoorden waar iederéén naartoe gaat. Tegelijkertijd stoppen ambtenaren veel werk in plannen die ze door de politiek laten vaststellen en die als resultaat hebben dat we ons allemaal aan dezelfde regels op dezelfde momenten van ons bestaan dienen te houden. Dat snap ik ook wel weer, het gaat om zó veel mensen dat je wel wat afspraken moet hebben. Maar als colaflesjes op een dienblad bewegen we ons soms in groepen, doen we hetzelfde, worden we gedwongen tot hetzelfde. Dat akkordeert niet met míjn wezen. De gevolgen in de maatschappij zijn zichtbaar: anderen hebben dat ook. Of maken van de gelegenheid gebruik en houden zich som nergens meer aan, overtreden wetten omdat er toch nauwelijks sancties op volgen en erkennen van de weeromstuit het gezag van gezagsdragers niet meer. Hoe gelijkvormiger we worden, hoe meer we uitzonderingen we voor onszelf eisen, lijkt het wel. En zo zijn we allemaal tóch weer hetzelfde. Maar je hebt wel regels en afspraken nodig. Wil je gek of stout doen, dan doe je dat maar privé. Allerindividueelst hetzelfde zijn. Je zou bijna denken dat er een plan van iemand of een genootschap achter zit. Die straat moet ik niet inwandelen, al kan ik er uren op doorgaan. Het dient tot niets.
Mensen zullen hoe dan ook hun eigen kring, hun eigen identiteit blijven vasthouden. En met een in den beginne wantrouwige blik naar de anderen kijken. Henk Damen zag het eenvoudig. “Burgers kijken onze groep scheef aan, terwijl juist de burgers zich meer en meer als woonwagenbewoners gaan gedragen. Die zitten hele zomers op de camping of kopen zo’n romatische woonwagen en zetten daar een tractor voor.”
Reacties zijn gesloten.