Kolommetje: Huiliehuilie
“Hé, Van der Post”, zei Jan tegen me, toen ik me met schrik in het hart de spoedeisende hulp van het ziekenhuis had binnengesmoesd. Hij zat daar met zijn vrouw Tonnie in een kamertje te wachten op labuitslagen. Even tevoren, het was 2011, was hij de kluts kwijtgeraakt op het Plein en ijlings naar het ziekenhuis gebracht. Het was de enige keer dat ik me echt zorgen om hem maakte, en het is helemaal goed gekomen.
Fotograaf Jan Bouwhuis is gelauwerd en bewonderd, was instrumenteel in het ontstaan van films en boeken over de stad Tiel en is een van die mensen waarvan je het idee hebt dat hij er altijd is geweest en zal zijn.
Menigmaal kwamen we elkaar tegen bij een klus, hij als fotograaf, ik als schrijver. Over de jaren kreeg ik van hem nog een erepositie: ik mocht dan de flitser voor hem ophouden, voor een mooiere belichting dan direct vanaf de camera. Het was me een eer. Op de foto hier ziet u hem aan het werk in de Westluidensestraat, op de achtergrond de hoek van de Tolhuisstraat. Er was in die tijd gegraven op het terrein waar nu woningen staan, waarbij middeleeuwse resten van een kademuur en ook Romeins glas werden ontdekt. Dat werd nauwgezet gevolgd door de fotograaf. Later zou de krant daar zijn kantoor vestigen, nu zetelen er het Fruitcorso en Hart van Tiel.
Met Jan kon je prima werken, al was het af en toe kantje boord: hij trok zijn medewerking in wanneer er iets gebeurde dat onrechtvaardig leek. En management van de krant dat hem schoffeerde kon op geen goed woord rekenen. Maar evengoed werkte hij met de fotoredactie in Nijmegen samen wanneer er nieuwe systemen moesten worden uitgedacht en getest. Want zijn ideeën op technisch gebied liepen altijd ietsje voor op de praktijk bij de redactie. Over het geheel gezien was de verhouding goed, en was die dat niet, dan haastten we hem weer goed te maken, want Jan was een onuitputtelijke bron van nieuws en foto’s. Dat is hij nog steeds, maar nu alleen voor De Tielenaar. Daar kan niemand hem vertellen wat hij moet doen of laten, is de techniek gezekerd en zorgt hij er praktisch alleen voor dat er nog gewoon nieuws wordt gepubliceerd. Er verschijnt nog wel een krant hier, maar die staat vol emoties, huiliehuilie en sensatie. En daar is een krant niet alleen maar voor, vindt deze fotograaf, die al meer dan een halve eeuw zorgt voor het vastleggen van gebeurtenissen in de stad en omgeving. Ik kan niet lovend genoeg zijn, al zal hij daar zelf wel zijn bedenkingen bij hebben. Dat is het mooie van De Tielenaar: ieder schrijft er voor eigen rekening en verantwoordelijkheid op, zonder dat je iets in de weg ligt. Behalve dan je eigen fatsoen en vakkennis, tot voor kort mede geïnspireerd en bewaakt door nog zo iemand waarvan je dacht dat hij nooit zou weggaan, Huub van Heiningen.
Jan Bouwhuis is net zo’n instituut, die gelukkig zijn oeuvre in het regionaal archief heeft ondergebracht, zodat we van de jaren vijftig (toen zijn vader Gerrit al persfotografie bedreef in stad en streek) tot nu een doorlopend beeldverhaal van het leven in de stad hebben, van negatief tot digitaal. En mag ik u nog even wijzen op Jan’s geheime wapen? Tonnie heeft met eindeloos geduld negatieven en digitale beelden gerubriceerd een gecatalogiseerd. Iemand moest hun geschiedenis eens góed beschrijven.
Zelfde moment maar dan de andere kant op: Walter Post en Ton Arbouw Omroep Gelderland
Reacties zijn gesloten.