Kolommetje: Vleugeltjes
Het lijkt of Jomanda vleugeltjes heeft, de beweging is ook nog eens geaccentueerd door de wat langere sluitertijd. Voor de echte fotograaf geen perfecte foto, voor mij een mooi toeval dat hem aardig maakt. Alsof ze de andere wereld waar ze beweerde direct contact mee te hebben als een waas om zich heen draagt. Ze begint juist aan een van haar vele bijeenkomsten, waarvoor ze zich in haar kantoor bovenaan de trap in een blauw gewaad heeft gestoken. Want dat doe je als artiest, de mens wil bedot worden, en ziet wat hij wil zien. Dat krijgt hij dan ook.
Het waren rare tijden, er stonden rijen mensen voor het oude Tielse veilinggebouw om bij de healings te kunnen zijn, NS verkocht er dagtochtkaarten voor. Maar toch, wat je er ook aan deed, het bleef en blijft een uitermate sleetse fabriekshal. Het was een wat treurig gebied, naast de veiling stond nog de oude Sucadefabriek, nu in gebruik als parkeerplaats. De loods van Van Gend & Loos stond nog lang niet in het Openluchtmuseum.
Maar de wat armoedige omgeving mocht de pret niet drukken. De buitenkant was wit gekalkt alle lijsten hemelsblauw, de kleur van haar gewaden en de artikelen die ze verkocht. Spa Blauw vooral.
Jomanda en haar man Jacques, waarmee ze onder toeziend oog van een Russische clown was getrouwd, maakten er een feestje van. Persoonlijk niet zo, maar zakelijk kon het niet fout gaan. Niet dat je daar ooit inzicht in kreeg, ik vroeg er regelmatig naar. Bij de krant was ik de Jomanda-expert geworden. Ik wilde wel eens weten wat de mensen en de artiest die ze is, dreef. Er ontstond zelfs een soort vriendschap, ze kwam wel eens bij ons eten. Maar altijd was het begrip tussen ons twee: ik geloof geen snars van je beweringen, en jij dus wel. Dat was al zo sinds ik haar in de vroege jaren tachtig ooit bezocht in het dorpshuis van Beesd, toen ze nog uit Brabant naar de Betuwe kwam. En later weer: ze woonde aan de Klepel in Geldermalsen en straalde daar aan een campingtafeltje buiten in de zon Spa in. Ik vond het vermakelijk.
Menigeen vroeg zich af waar al dat geld toch naartoe ging. En niemand had zicht op de betalingen die ze ontving voor privé-healings. Daar vloog ze zelfs voor naar het Midden-Oosten. Hopelijk de fiscus wel, dat neem ik zelfs aan want de gesprekken gingen in huize Jomanda vaak over aanslagen van die club. Toen de hele operatie werd gestopt, ging er heel veel de vuilnisbak in. Omdat men mij daar kende, had ik vrije toegang tot alles. Zo kwam het dat ik een flink deel van de boekhouding uit de bak viste en afgaf bij het regionaal archief. Archivaris Wim Veerman toonde zich er blij mee. Ga maar eens kijken.
Toch, Joke Damman, zoals ze eigenlijk heette, was een leuk mens, je kon er behoorlijk mee lachen en was een van de weinige goede vertellers van moppen die ik ooit heb gekend. Wat er precies gebeurde kon ik niet achterhalen, maar zij en Jaques, een gewezen Privé-scribent, gingen uit elkaar. En zo kwam het dat ook de hal werd opgesplitst. Jacques kocht voor ruim een ton een waterorgel uit Finland of Zweeden en wilde een evenementenhal van zijn deel van het veilinggebouw maken. Mooi ding, maar geen blijvende attractie. Ik heb er ook ooit mee mogen spelen. Het mocht allemaal niet meer baten: de hype was over. Ik heb haar nog wel eens bezocht in Limburg, waar ze een kapel had gehuurd voor healings. En in Avezaath, waar ze bescheiden healings hield. Een paar getrouwen bleven haar helpen. Maar de glans was eraf. De mens Jomanda bleef, tegenwoordig woont ze in Canada, dit keer samen met een varieté-artiest. Bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Reacties zijn gesloten.