Kusters: ‘De BMX-baan is nu echt internationaal-waardig’

Door Britt van den Elshout Op mrt 24, 2018

Sinds 2008 is BMX een olympische sport en toen Laura Smulders in 2012 een bronzen plak won op de Olympische Spelen, is de populariteit van de sport in een stroomversnelling gekomen. BMX-vereniging TFCC De Weirijders heeft hier afgelopen jaren ook van kunnen profiteren.

TFCC De Weirijders is in 1983 opgericht en had vanaf 1984 een baan op de Hennepe in Tiel. Eind jaren 90 had de club een enorme dip, slechts een handjevol leden was overgebleven. Inmiddels zit het ledenaantal rond de 200 en voorzitter Johan Kusters verwacht aankomende jaren zelfs een verdubbeling. “Nog even en dan zijn we de grootste club van Nederland”, vertelt Kusters. Hij is vanaf zijn 17^e voorzitter van de club en gaat dus al jaren mee. Nadat Kusters rond de 24 jaar oud was, is hij gestopt met fietsen en heeft hij zich vol op het voorzitterschap gefocust. “Toen de eerste wielerwedstrijd van de Batauwers plaatsvond op de nieuwe baan, waren wij daarnaast aan het trainen. Voor het eerst reden we samen op de baan en zag je iedereen met een big smile rondlopen. Dat is echt iets unieks.”

Grootse doelen voor aankomende jaren

Het verschil met de oude baan kan eigenlijk niet groter zijn. De baan op de Hennepe past ruim twee keer in de nieuwe baan. “Alles is voornamelijk breder en hoger geworden. Onze startheuvel is van 2,5 naar 5 meter hoogte gegaan en de breedte van de baan varieert nu van 6 tot 10 meter, in plaats van 4 tot 5 meter. De baan is nu echt internationaal-waardig.” De keuring moet nog komen, maar Kusters heeft er alle vertrouwen in dat de club groen licht krijgt voor de organisatie van internationale wedstrijden. “We hebben tijdens het bouwen de normen van de Internationale Wielerunie (UCI) gehanteerd, dus alle vooruitzichten zijn positief. Ik denk zelfs dat wij met deze accommodatie tot de top 3 banen van Nederland behoren.”

Ook hoopt Kusters dat er grote wedstrijden van de Koninklijke Nederlandse Wielerunie (KNWU) plaats gaan vinden op de BMX-baan. “Eind dit jaar organiseren we een kleine wedstrijd van de KNWU, om te kijken of we het organisatorisch aankunnen. De Wielerunie heeft echter al gevraagd of we volgend jaar een grote wedstrijd willen organiseren”, zegt Kusters. In de hoogtijdagen van de club zullen er zo’n vijf wedstrijden per jaar georganiseerd worden. Dat lijkt misschien weinig, maar bij het organiseren van zo’n wedstrijd komt ontzettend veel kijken. “Er komen honderden mensen op af en we hebben zo’n zestig vrijwilligers nodig om dat te organiseren. Qua parkeerruimte gaan we het zelf niet redden, maar daarover hebben we goede afspraken gemaakt met de gemeente.”

Van een kleine baan naar wielersportcentrum

Hoe de club zich alle afgelopen jaren heeft weten te redden op de kleine baan met zoveel leden? Volgens Kusters komt dat vooral door de vele investeringen in goede trainingsmogelijkheden. “We hebben altijd heel veel geïnvesteerd in goede trainers. Ook al was de baan niet altijd perfect, de leden hadden wel goede ondersteuning. Succesvol BMX’er Richard van Zomeren is bijvoorbeeld één van onze trainers. We richten ons echter niet alleen op de top, een deel van onze leden sport puur recreatief. Die trainen bijvoorbeeld alleen of doen mee aan kleine wedstrijden. Daar staan dan ook minder fanatieke trainers.”

Kusters vertelt dat de combinatie van een wielerbaan en een BMX baan ideaal is. “BMX is natuurlijk gevaarlijker dan wielrennen. Voor degenen die hier niet van houden, maar wel willen fietsen, is de wielerbaan ideaal. Vaak zie je ook dat BMX’ers op een bepaalde leeftijd doorstromen naar het wielrennen, omdat het wielrennen toch iets minder risico’s met zich meebrengt. Er zijn een aantal bekende wielrenners die vroeger altijd ge-BMX’t hebben.”

Zelf heeft Kusters dit niet gegaan nadat hij stopte in zijn 20’er jaren. Hij vond het voorzitterschap net zo leuk als het fietsen zelf. Toch gaat hij binnenkort een stapje terug doen. “Als dit klaar is blijf ik zeker nog een jaar voorzitter, maar daarna wil ik even minderen. Ik zal organisatorisch betrokken blijven, maar niet op hetzelfde niveau. Het heeft me de laatste jaren ontzettend veel tijd gekost, en dat mocht ook, maar het moet op een gegeven moment gecompenseerd worden.” Kusters kan dan in ieder geval met een tevreden gevoel afstand nemen van het voorzitterschap. “Tiel heeft altijd uitgesproken de wielerstad van de omgeving te zijn en dat hebben ze met dit project wel waargemaakt. Het zal de wielersport dan ook echt een boost geven in de regio”, aldus Kusters.

Wielersportcentrum de Betuwe zal maandag 2 april officieel geopend worden.