Provincie: “Tiel moet meer doen om huishoudboekje kloppend te krijgen”
Gewijzigde versie
Het bestuur van de provincie Gelderland maakt zich zorgen over de financiële positie van de Gelderse gemeenten. Nare maatregelen zoals forse bezuinigingen, verhoging van de OZB en andere belastingen en interen op het eigen vermogen was voor veel gemeenten nodig om de begroting voor 2020 en volgende jaren rond te krijgen. De provincie verwacht dat veel gemeenten er in zullen slagen om hun financieel perspectief niet verder te laten verslechteren en erin zullen slagen om hun begrotingen sluitend te houden. Over de gemeenten Berkelland , Buren, Renkum, Rheden en Tiel maakt de provincie zich nog wat meer zorgen.
Tiel is een van de gemeenten die de meerjaren begroting niet sluitend kreeg. Dat lukte wel voor de jaren 2020 en 2021 maar nog niet voor de jaren 2022 en 2023. Tiel heeft in vergelijking met de meeste andere gemeenten minder financieel vet op de botten. Dat komt onder meer door relatief grote investeringen in de laatste jaren zoals het nieuwe cultuurgebouw en parkeergarage, de wielerbaan, het versterken van de Echteldsedijk en opnieuw inrichten van de kleine Willemspolder , de reconstructie van de Waalkademuur en loswal en recent de bouw van een nieuw zwembad.
Vanaf 2023 mag de gemeente geen precariobelasting meer heffen op leidingen. Die heffing bracht veel geld in het laatje. Enkele jaren geleden mocht de gemeente zich gelukkig prijzen met het nauwelijks bezitten van bouwgrond. Nu keert dit zich tegen de gemeente omdat veel Gelderse gemeenten hun tekorten flink kunnen dempen met de forse waardestijging en de verkoop van deze grond.
Kosten sociaal domein grootste boosdoener
De tekorten op de gemeentelijke begroting worden vooral veroorzaakt door de kosten voor het sociale domein. In 2015 hebben rijk en provincie taken op dit terrein overgeheveld naar de gemeenten omdat zij van oordeel waren dat de gemeenten beter en directer toezicht kunnen houden op de uitdijende zorg en daardoor op kosten zouden kunnen besparen. Die ingeschatte besparing werd bij voorbaat op het beschikbare budget in mindering gebracht. Deze operatie heeft voor Tiel maar ook voor veel andere gemeenten geleid tot een financieel debacle. Gemeenten waren onvoldoende voorbereid op deze nieuwe taken, miste kennis van dit nieuwe werkterrein en lukte het niet de kosten te beheersen. Dat laatste is ook lastig omdat de gemeente op het gebied van jeugdzorg wel de rekening moet betalen maar nauwelijks invloed heeft op het voorschrijf- en verwijzingsbeleid van de (para)medici. Tiel heeft daarbij te maken met een bevolkingssamenstelling, die een groter dan gemiddelde vraag naar professionele jeugdzorg tot gevolg heeft. Ook de aanwezigheid van voorzieningen op dit gebied trekt inwoners aan die deze vaak peperdure hulp nodig hebben. Pogingen om meer greep te krijgen op de enorme kosten hebben tot nog toe nauwelijks resultaat gehad.
Convenant met huisartsen
Recent heeft de gemeente een zogenaamde convenant met de huisartsen afgesloten. Daarbij hebben gemeente en huisartsen met elkaar afgesproken dat zij regelmatig contact met elkaar zullen hebben en de werkwijze op het gebied van jeugd- en andere zorg op elkaar zullen afstemmen. Ook werken zij samen aan onderwerpen als preventie, (vroeg)signalering en een gezonde leefstijl. Wethouder Carla Kreuk: “Huisartsen en de gemeente hebben hetzelfde doel. Namelijk optimale zorg – snel én dichtbij – voor onze kwetsbare inwoners. Daar investeren we samen in. Door samen te werken zorgen we er voor dat hulp en ondersteuning van gemeente en huisartsen zo op elkaar aansluiten dat inwoners snel de ondersteuning krijgen die nodig is. De praktijkondersteuner Jeugd is hier een mooi voorbeeld van.” Betere en snellere zorg staat bij de convenant voorop. Maar door de samenwerking, meer overleg, preventie en vroege signalering hoopt de gemeente ook op kosten te kunnen besparen.
Gesprek met provincie
Om de financieel zorgelijke positie van de gemeente Tiel te bespreken werd een deputatie van college, raadsleden en financiële ambtenaren op het provinciehuis ontboden. In dat gesprek uitte gedeputeerde Markink zijn zorgen over de huidige financiële situatie en de vooruitzichten. Verder bood hij college en raad hulp aan bij het maken van strategische keuzes. Een van de zorgen van de provincie is dat gemeenten zich vooral richten op de korte termijn en geen meer ingrijpende keuzes durven of willen maken. Ook is de provincie er niet van overtuigd dat een aantal gemeenten voldoende bestuurskracht heeft om het gemeenteschip bij de huidige financiële stormen op koers te houden.
Eerste stap
Een van de conclusies van het overleg op het provinciehuis met gedeputeerde Jan Markink is dat de geplande bezuinigingen voor 2020 en volgende jaren een goede eerste stap zijn. Maar om uit de financiële zorgen te komen er meer nodig is. Meer bezuinigingen en / of lastenverzwaringen voor de inwoners lijken daarbij onontkoombaar. De gedeputeerde heeft de gemeente daarbij op het hart gedrukt om de nu geplande bezuinigingen ook daadwerkelijk te realiseren. Bezuinigingsplannen blijken nog al eens bij plannen te blijven en niet allemaal of slechts gedeeltelijk tot uitvoering te komen. Dat moet gezien de financiële situatie van de gemeente nu voorkomen worden. Ook vraagt de provincie aandacht voor een goed en tijdig onderhoud van gemeentelijke kapitaalgoederen. Uitstellen van onderhoud is een snelle manier van bezuinigingen, die later tot grote onnodige kosten of kapitaalvernietiging kan leiden. Ook moet de gemeente meer geld begroten voor de jeugdzorg. Overigens is de provincie niet ontevreden over de manier waarop raad en college bezig zijn om de financiën op orde te krijgen. Maar het moet wel een tandje meer.
De slechte financiële positie van Tiel is weliswaar een graadje erger dan bij veel vergelijkbare gemeenten maar zoals we al zagen niet uniek. In de brief die de gemeenteraad naar aanleiding van het gesprek met de gedeputeerde kreeg, wordt begrip getoond voor de problemen van Tiel. Daarin lezen we onder meer:
“Wij hebben in het overleg de mede door u tot stand gebrachte positieve financiële ontwikkeling aangehaald en u gecomplimenteerd met uw voortvarende aanpak. Die aanpak geeft ons vertrouwen dat u ook de voor de toekomst voorziene structurele tekorten tijdig en adequaat zult ombuigen. Wij vragen u dan ook hier alert op te zijn.”
Wat zijn de gevolgen voor de inwoners?
Naar de gevolgen voor de inwoners kunnen wij slechts gissen. Zeker is dat nieuwe bezuinigingen nodig zijn. Die zullen ongetwijfeld opnieuw pijn doen. De gemeente zal waarschijnlijk nog vaker een beroep doen op de inwoners om zelf te zorgen dat hun woonomgeving op orde is. Plannen om de stad mooier te maken en waarin al veel geld is geïnvesteerd zullen wellicht langer op de plank blijven liggen of tijdelijk in de diepvriezer gestopt worden. Verder bestaat de kans dat de gemeentelijke belastingen verder verhoogd zullen worden. De gemeente is ondanks de aanzienlijke verhoging van de OZB (Onroerende Zaak Belasting )in 2019 en 2020 voor de inwoners nog steeds geen dure gemeente. Eerder is al besproken dat de gemeente misschien wel complete taken moet afstoten. De kaasschaaf hanteren is al te vaak gebeurd. College en raad komen voor lastige keuzes te staan en zijn niet te benijden.
Is er kans op meevallers?
Mogelijk gaat de provincie gemeenten die in ernstige problemen zitten een (financieel ?) handje helpen. De problemen van Tiel hebben ook te maken met de bevolkingssamenstelling. Die is minder draagkrachtig dan het landelijke gemiddelde en doet een groter beroep op kostbare sociale voorzieningen. Hoopvol is daarbij een citaat in een notitie van gedeputeerde Markink van enkele maanden geleden:
“Gemeenten zijn een belangrijke partner voor ons. Na de begrotingsronde willen we samen met hen kijken hoe we kunnen helpen. Dat gaat dan om maatwerkprogramma’s om de financiële positie duurzaam op orde te brengen, waar nodig de bestuurskracht te versterken en afspraken te maken over onze gezamenlijke opgaven”.
Ook bestaat de kans dat het rijk de komende jaren wat meer geld naar de gemeente gaat schuiven. Want veel meer Nederlandse gemeenten staat het financiële water aan de lippen. Ondertussen
Is mede door de verplichting om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen, de noodzaak om de defensie te versterken en de infrastructuur op peil te brengen de kans op veel extra geld van het rijk kleiner geworden. Het ziet er naar uit dat het riante begrotingsoverschot van de rijksoverheid de komende jaren in een rap tempo wegsmelt. Daarbij is nog geen rekening gehouden dat als gevolg van een stagnerende conjunctuur de belastingafdrachten kunnen afnemen.
Tot slot doet het college pogingen om bijdragen van omliggende gemeenten en de regio te krijgen voor voorzieningen die de gemeente veel geld kosten en waar de hele regio gebruik van maakt, maar niet aan bijdraagt. Ook dat zal niet meevallen omdat bij vrijwel alle regiogemeenten schraalhans keukenmeester is. Die vraag is trouwens al vaker gesteld, maar heeft tot nu toe geen resultaat gehad. Tot slot spant het college zich in om de kostenstijging van gemeenschappelijke regelingen voor Tiel en de andere regio gemeenten te beteugelen.
Vormen van financieel toezicht
De provincie kent twee vormen van financieel toezicht, repressief en preventief toezicht. Daarbij , is repressief toezicht standaard. Deze vorm van toezicht houdt in dat de begroting en begrotingswijzigingen direct uitgevoerd kunnen worden, zonder dat een voorafgaande goedkeuring van GS is vereist. Daarvoor stelt de provincie wel voorwaarden. Dit zijn ondermeer: De begroting moet voor langere tijd in evenwicht zijn, terugkerende lasten moeten met terugkerende inkomsten en niet met eenmalige inkomsten gedekt zijn en de gepresenteerde cijfers moeten natuurlijk realistisch zijn. Wanneer niet aan deze regels is voldaan en niet aannemelijk is dat de begroting in het laatste jaar van de vierjarige cyclus in evenwicht is, zal de provincie de gemeente onder preventief toezicht stellen. Iedere uitgave buiten de door de provincie goedgekeurde begroting mag dan pas plaatsvinden nadat de provincie zich daarmee vooraf akkoord verklaard heeft.
Artikel 12
Blijken de financiële problemen na intensieve bemoeienis van de provincie onoplosbaar dan komt artikel 12 van de financiële verhoudingswet in beeld. De rijksoverheid kan dan de gemeente met extra geld helpen uit de financiële problemen te komen. Daarvoor moet de gemeente dan wel een groot deel van zijn financiële zelfstandigheid inleveren. Het geld komt uit het gemeentefond en wordt dus in feite opgebracht door alle overige gemeenten.
Gewijzigde versie van eerder geplaatst artikel
Dit artikel hebben we eerder geplaatst en vervolgens van de site gehaald. Wij werden er namelijk door de gemeente op geattendeerd dat daar enkele onjuistheden in stonden. Na een check bij de provincie bleek de kritiek van de gemeente terecht en hebben wij mede op grond van uitgebreide informatie, die de provincie ons toezond onze tekst op enkele plaatsen aangepast en nieuwe informatie toegevoegd.
Reacties zijn gesloten.