De herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden nadert zijn einde. Het grote werk is gedaan. Grond- weg- en waterbouwbedrijf Martens en Van Oord is nog bezig met de laatste klussen. Het nieuwe 206 hectare grote natuurgebied is voorzien van een afrastering en toegangshekken. Het gebied is daarmee klaar voor de komst van de grote grazers. Woensdag 14 november brachten Arend-Jan en Maartje Kreun uit Wadenoijen een twintigtal vleesrunderen naar het gebied. De komst van een aantal Konikpaarden uit de Oostvaardersplassen laat vanwege de protesten tegen het afschieten van grote grazers daar, nog even op zich wachten.
Video:
Arend-Jan is een boerenzoon en inseminator van beroep. Maartje werkt in de thuiszorg. Vrijwel al hun vrije tijd besteden ze echter aan hun hobby, het fokken van Hereford koeien en het verzorgen van een veertigtal schapen. Die koeien begrazen sinds 14 november de Heeseltsche Uiterwaarden.
Maartje en Arend-Jan vertellen enthousiast over hun hobby. Maartje: “Het boeren zit in ons bloed. Daarom wilden we naast ons werk ook koeien fokken. We begonnen met zogenaamde dikbillen. Maar dat is geen makkelijke soort. Voor de geboorte van bijna alle kalveren is een keizersnede noodzakelijk en de beesten zijn niet ‘winterhard’. Daarom zijn we overgeschakeld op het fokken van Hereford koeien.
Hereford koeien zijn mooie beesten. Ze hebben een natuurlijke uitstraling. De vacht is roodbruin. Ze hebben een witte kop en veelal een witte streep over de nek. Ook de schoft, de onderbuik en sokken (vlak boven de klauwen) zijn wit. Het zijn vriendelijke dieren met een rustig, gelijkmatig karakter. Toch kun je, wanneer een koe een jong kalfje heeft, beter niet te dicht in de buurt komen. Dat geldt zeker voor honden. Dan kunnen ze ter verdediging van hun jong agressief worden.
Een groot voordeel van het ras is, dat ze relatief kleine kalveren ter wereld brengen. Daardoor gaat het afkalveren makkelijk en hoef je daar niet bij te zijn. Maar we houden toch graag een oogje in het zeil. Wanneer een koe uitgeteld is, gaan we regelmatig kijken. Dat doen we trouwens toch al vrijwel altijd iedere dag. Ook een dierenarts heb je bij dit soort runderen maar sporadisch nodig. ”
Arend-Jan: In Nederland worden Hereford koeien vooral als hobby gehouden. Je ziet ze ook wel in natuurgebieden. Ze zijn in Nederland dus vrij zeldzaam. Wereldwijd gezien is het Hereford ras het meest voorkomende vleesras. Ze zijn volkomen winterhard. Hun dikke vel en vacht zorgen ervoor dat ze zelfs bij extreme kou zonder problemen buiten kunnen blijven.“
We constateren, dat de dieren de verhuizing naar hun nieuwe weidegebied heel gewoon vinden. Ze beginnen, zonder aandacht te schenken aan hun omgeving direct met hun werk, het open- en kort houden van de bodembegroeiing en zorgen dat het natuurgebied niet dicht groeit met wilgen. Even later beginnen twee beesten toch een voor het oog gemoedelijk gevecht. Arend-Jan: “De koeien komen van twee verschillende percelen. Het zijn kudde dieren. Elke groep heeft zijn leider. Nu zijn dat er twee en dus moet even uitgemaakt worden wie de nieuwe chef wordt van de gehele groep.”
Het is duidelijk dat de Herefords van Arend-Jan en Maartje het naar hun zin hebben. Zij hebben het leven dat dierenvrienden iedere koe toe zouden wensen. Toch zullen ze uiteindelijk bij de slager terecht komen. Dat is niet anders.
De Heesseltsche Uiterwaarden zijn nu in handen van aannemer Martens en van Oord. Halverwege 2019 wordt het gebied, als alles klaar is, overgedragen aan Rijkswaterstaat. Die laat het beheer door Staatsbosbeheer verzorgen. Staatsbosbeheer bepaalt dan welke soorten grote grazers er komen en wie de kuddes mag leveren. Arend-Jan Kreun hoopt dat zijn koeien dan mogen blijven.
Reacties zijn gesloten.