De Ambtmanstuin
Door Huub van Heiningen op zondag 28 juni 2015, geplaatst in Openbare ruimte.
Zon halve eeuw geleden was de tuin van het Ambtmanshuis de meest geschikte plaats om er in alle vroegte met een zaklampje dauwpieren te vangen om te peuren of poeieren, zoals het ook wel heet. Nergens was de grond zo rijk aan humus. De nachtelijke stilte werd er gebroken door drie verschillende uilensoorten. Heel lang tot ver vóór mensenheugenis ratelden hier de groene specht en de grote bonte specht op de stammen en takken. En tot en met vorig jaar zocht in de zomermaanden nog een nachtegaal kort voor zonsondergang het hoogste punt van het Ambtmanshuis op om daar een zeer welluidend avondgebed te laten horen. Ieder die er belangstelling voor had kon in deze prachtige groene long van de binnenstad kennismaken met alle Nederlandse tuinvogels.
Het Ambtmanshuis was vroeger van de polder. Dijkgraaf Kolff was er erg trots op. Ook op de tuin, waarin hij verschillende leden van de Koninklijke familie rondleidde. Het kwam dus tot een hooglopend conflict toen burgemeester Stolk poogde binnen de dijkstoel een meerderheid te vinden om het complex aan de gemeente te verkopen. De tuin werd onder persoonlijke supervisie van de dijkgraaf onderhouden als een traditionele Engelse landschapstuin. Machines waren er taboe, er werd geen blad afgevoerd en het was ondenkbaar dat er in de Ambtmanstuin met gif of groeistoffen zou worden gespoten.
In 1988, toen de polder uit de stad vertrok kon de gemeente het complex ineens wèl kopen en nog wel voor de laagst denkbare prijs. Maar de vertrekkende burgemeester Pop liet weten (raadsnotulen 23 november) dat de gemeente geen enkele belangstelling had voor wat in fractievergaderingen de bouwval heette. Ambtmanshuis en tuin werden dus verkocht aan een particulier. Nauwelijks twee jaar later werden beiden echter op initiatief van burgemeester Van Tellingen alsnog door de gemeente aangekocht. Over de voorwaarden die daarbij werden bedongen is veel te doen geweest.
Aanvankelijk werd de tuin door de gemeente fors verwaarloosd. Nadat een raadsmeerderheid de parkeerkelder onder het in aanbouw zijnde nieuwe stadskantoor had afgeblazen, werden er fietsenhokken in gemaakt. Maar in de loop van de jaren is bij het stadsbestuur de affiniteit met de tuin toch sterk toegenomen. Tot het andere uiterste. Samen met het Kalverbos en het Passewaaijpark heeft de Ambtmanstuin nu een A-status gekregen voor het onderhoud. Van die drie is de Ambtmanstuin verreweg het duurst.
Er wordt gespoten bij het leven. De belangrijkste gebruikers van de tuin zijn de bestuurders en hun ambtenaren. Die schijnen het verschrikkelijk te vinden als spinrag in een kapsel dreigt te komen als er mieren rondlopen op de plek waar ze willen lunchen of als er slak over de voetpaden kruipt. Ook in de perken wordt gespoten om de wilde wingerd en andere ongewenste kruipers te bestrijden. Vaak kan men in de Ambtmanstuin de mannen aantreffen van het bedrijf dat betaald wordt om de A-status te handhaven. De machines waarmee ze maaien, knippen en snoeien hebben één ding gemeen ze maken veel herrie. Als er met de hakselmachine wordt gewerkt hoor je echt geen passerende straaljager meer. De mannen dragen terecht oordoppen. Een voorrecht dat de vogels echter niet beschoren is. De uilen zijn dus al enkele jaren geleden voorgoed vertrokken. Vorig jaar broedden er nog twee koppels spechten. Nu brengt er zelden nog eentje een bliksembezoek aan de Ambtmanstuin om daarna snel weer naar het kennelijk zoveel rustiger Kalverbos te vliegen. Waar geen slakken meer te vinden zijn verdwijnt ook de lijster. De grindlaag op de paden is zo dik dat de regenworm daar zijn paringsdrift niet meer kan volgen. En dat het ondoenlijk is geworden de paden te gebruiken met een kinderwagen of rollator. In de perken komen de zoveel schaarser geworden pieren op klaarlichte dag uit de grond als daarop gespoten is. Dat kan de merel, die een smakelijk hapje denkt op te pikken, lelijk opbreken. Enzovoorts.
Het is en blijft een mooie tuin, waarin het goed toeven is. Maar de biodiversiteit is er de laatste jaren in een schrikbarend tempo achteruitgegaan. Misschien moeten we daarom toch op zoek naar een dijkgraaf, die het beheer zou willen overnemen. Bijkomstig is dat dit de gemeente ook nog een zak met geld zou besparen.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Facebook pagina van Huub van Heiningen.
Reacties zijn gesloten.