Veel plussen en minnen in analyse van de regionale economie
In september presenteerden Royal HaskoningDHV en Buck Consultants International het rapport: Regionaal Economische Analyse Regio Rivierenland. Het rapport bevat een sociaal economische foto van de Regio Rivierenland, geeft vervolgens een analyse van de zwakke en sterke punten van de drie economische speerpunten: Toerisme, agrobusiness en logistiek en doet een aantal aanbevelingen. In deze bijdrage een niet complete samenvatting voor de volgers van de Tielenaar die geïnteresseerd zijn in de economie, werkgelegenheid en demografische gegevens in de regio Rivierenland.
De sociaal-economische foto
De regio Rivierenland levert ieder jaar een bijdrage van 9,4 miljard aan het Bruto Binnenlands product van Nederland, dat is 12 % van de bijdrage van de gehele provincie Gelderland aan ons nationaal inkomen.
De regio telt in 2019 25.000 bedrijven. Daar werken 117.440 personen. Het zijn voornamelijk familiebedrijven en eenpitters. Op de gemeentegrond van Tiel werd in 2019 werk geboden aan 23.580 personen. Dat is 1200 minder dan in 2010, terwijl in die periode de werkgelegenheid in het hele gebied steeg met ruim 6.000 arbeidsplaatsen. Die afname in Tiel heeft vooral te maken met de bezuinigingen in de publieke sector (zorg, onderwijs en openbaar bestuur), bij banken en de postsector. Ook de werkgelegenheid in de industrie kromp sterk.
Belangrijke groeimotoren in de gehele regio zijn logistiek en handel, recreatie en toerisme waaronder horeca, en de sector zorg en welzijn.
Tweederde van de werkgelegenheid bevindt zich bij kleine ondernemingen met een omvang tot 50 medewerkers. Slechts vier procent van de mensen is werkzaam in bedrijven met 500 of meer medewerkers.
Zwakke punten in de economische structuur
De sterke gerichtheid op productie, logistiek en handel maakt de regio gevoelig voor economische schokken.
De innovatiekracht is beperkt. Er wordt ook minder dan elders in innovatie geïnvesteerd.
Tegenover veel startende ondernemers staan er ook veel die stoppen of het niet bolwerken.
Bevolkingsopbouw en plaatsen waar de inwoners werken
De bevolkingsopbouw wijkt af van de rest van Nederland. Er zijn meer 0-19 jarigen en minder 20-65 jarigen in de regio. De onderzoekers concluderen dat veel jongeren na het verlaten van het voortgezet onderwijs hun geboortestreek verlaten en gaan wonen in steden buiten de regio. Dat vertrek wordt deels gecompenseerd doordat jonge gezinnen vanuit de Randstad naar onze regio verhuizen.
Door migratie blijft de beroepsbevolking tot 2025 op peil. Daarna zal deze naar verwachting krimpen.
De beroepsbevolking heeft gemiddeld een relatief laag opleidingsniveau. De verschillen met de rest van de provincie Gelderland zijn echter klein.
Binnen het gebied zijn de kleine kernen populair bij mensen uit de hogere inkomensgroepen. Tiel trekt mensen uit de middengroepen en ouderen. Tiel is aantrekkelijk voor deze groepen vanwege het voor hen geschikte woningenaanbod en het voorzieningenniveau. In de kleine kernen wordt veel meer voor de hogere inkomensgroepen gebouwd.
Pendel
Rivierenland telde in 2019 99.100 banen en 113.200 inwoners met een baan bij een werkgever. Dus werken er veel mensen buiten de regio. De regio is daarmee meer woonregio dan werkregio.
Slechts de helft van de beroepsbevolking werkt binnen de regio. De overigen werken vooral in Utrecht, Den Bosch, Nijmegen, Amsterdam, Gorinchem, Nieuwegein en Rotterdam.
Het zijn vooral de hoogopgeleiden die buiten het rivierengebied werkzaam zijn.
In Rivierenland werkt 58 % van de daar woonachtige bevolking. De overigen komen vooral van buiten maar wonen veelal wel dicht bij de grenzen van het gebied.
Werkgelegenheid
Door de grote pendel is de werkloosheid in Rivierenland lager dan het gemiddelde in Nederland.
Migranten, jongeren en laagopgeleiden zijn vaker werkloos.
Er is mede door de lage werkloosheid een tekort aan arbeidskrachten in specifieke beroepen en in de sectoren transport en logistiek, zorg en het onderwijs.
De regio heeft het goed gedaan op het gebied van werk bieden aan mensen met minder mogelijkheden. Maar het aanbod vraagt om blijvende inspanning op dit gebied.
Arbeidsmigranten
In de Regio Rivierenland werkten in 2019 ongeveer 12.750 arbeidsmigranten.
Er wonen ongeveer 15.000 arbeidsmigranten. Omdat er onder deze migranten een aantal zullen zijn die in de regio Rivierenland werken maar daar niet wonen, wonen in Rivierenland waarschijnlijk flink meer dan 2500 arbeidsmigranten die er niet werken.
Van de arbeidsmigranten die in de regio werken, blijven naar schatting 30 – 40 % korter dan een half jaar hier werken. Zij zijn vooral actief in de agrarische sector.
20 tot 30 % blijft hier tussen de zes maanden en drie jaar. Zij werken vooral in de logistiek en industrie.
De overigen (25 – 30 %) heeft zich al in de regio gevestigd met zijn of haar gezin, of heeft plannen dit te doen. Deze emigranten hebben beslag gelegd of gaan beslag leggen op ruwweg 3500 woningen. Dit zullen hoofdzakelijk woningen zijn in de sociale sector.
Zwaktes op de arbeidsmarkt
De relatief laag opgeleide beroepsbevolking,
De flexibilisering van de arbeidsmarkt is belangrijk voor bedrijven maar leidt tot inkomensonzekerheid en andere negatieve maatschappelijke effecten voor de werknemers.
De afhankelijkheid van arbeidsmigranten
Het probleem om jongeren vast te houden en de krimp van de bevolking na 2030.
De hoge werkloosheid onder lager opgeleiden en migranten.
De instroom van jonge gezinnen is een positief punt.
Bedrijfsterrein
De onderzoekers constateren dat er op de grote industrieterreinen nog ruimte genoeg is. Ruim 1550 hectare is nog niet in gebruik.
Dit aanbod vermeerderd met ‘zachte plannen’ om bedrijfsterreinen te ontwikkelen is veel groter dan de ingeschatte behoefte.
Het woon- en leefklimaat
De Regio Rivierenland telt 99.000 woningen hiervan zijn 65 % koopwoningen en 35 % huurwoningen. Het percentage koopwoningen ligt flink boven het landelijk gemiddelde (65 tegen 57 %). De WOZ-waarde ligt met 234.000 12 % boven het landelijk gemiddelde.
Jaarlijks zouden er volgens de planning 1050 nieuwe woningen gebouwd moeten worden. Dat aantal is in de jaren tot 2017 niet gehaald.
Het oordeel over de kwaliteit van de woon- en leefomgeving wisselt sterk per woonplaats in de regio. Tiel sprong er in de laatste Elsevier enquête negatief uit met plaats 352 van de 355 Nederlandse Gemeenten. In de kleine kernen is het op peil houden van de voorzieningen een uitdaging. In de grotere kernen zoals Tiel is dit de leefbaarheid.
De regio scoort goed wanneer het gaat op sociale contacten, arbeid en subjectief welzijn maar minder op onderwijs en milieu.
Om voor jongeren aantrekkelijk te zijn missen we in de regio een plaats van hoogstedelijk milieu.
Regionale samenwerking is belangrijk
Regionale samenwerking is van cruciaal belang. Voorzieningen in gemeenten vullen elkaar aan en er is veel commercieel en economisch verkeer onderling. Samenwerking is ook nodig om te kunnen concurreren met de omliggende regio’s. Zwak punt is dat de noodzaak van regionale aanpak vooral onderkent en in praktijk gebracht wordt door maatschappelijke partners. Er is te weinig inzet van bedrijven. Ook wordt er te weinig gebruik gemaakt van de kennis en kunde van onderwijs- en kennisinstellingen buiten de regio.
Trends in de economie
Het rapport noemt een waaier aan trends en ontwikkelingen in de regionale economie. Veelal komen die neer op een verdere toename van ontwikkelingen die al gaande zijn. Zo zullen E-commerce, flexibilisering van de arbeidsmarkt, verandering in productie en transport van producent naar consument en nieuwe verdienmodellen zorgen voor nog minder detailhandel, meer webwinkels en logistiek en voor schaalvergroting. Schommelingen in de arbeidsvraag zullen voor minder zekerheid voor werknemers zorgen, wel ontstaan er meer kansen voor parttimers. Zelf ondernemen zal er door aangemoedigd worden. Voor de fruitteelt wordt als gevolg van Corona maar ook door de impact van de Brexit minder exportmogelijkheden verwacht. Door Corona bestaat het risico van faillissementen in detailhandel en horeca. Ook zal er minder vraag naar bedrijfspanden zijn. Dit zal het woon- en leefklimaat langdurig beïnvloeden. De onderzoekers sluiten niet uit dat arbeidsmigranten door de krimpende economie het werken hier minder aantrekkelijk gaan vinden en daardoor schaars worden. Door de vergrijzing zal de thuiszorgsector sterk groeien.
Reacties zijn gesloten.