Woensdag 7 oktober kregen de omwonenden van het nu lege winkelcentrum Kwadrant een brief met verrassende informatie van de gemeente. De Gelderlander was er achter gekomen dat het complex en de bijbehorende grond door uitzendorganisatie DVU gekocht was. DVU hoopt er een zogenaamd migrantenhotel te mogen bouwen. Omdat de krant dit op 8 oktober zou gaan publiceren, informeerde de gemeente de omwonenden in allerijl. Wanneer de eigenaar geen toestemming krijgt voor zijn hotel kan de nieuwe eigenaar alsnog besluiten daar ‘gewone’ woningen te bouwen of de grond door te verkopen.
In de brief aan de omwonenden vertelt burgemeester Beenakker over de problemen die de gemeente en inwoners in een aantal straten ervaren met de huidige huisvesting van de vele Oost-Europeanen, die in Tiel en de regio werken. Ook voor de arbeidsmigranten zelf is de huidige huisvesting situatie vaak verre van ideaal. Daarom is het idee ontstaan om in navolging van wat elders al gebeurd is, drie hotels voor deze migranten in Tiel te bouwen waar bij elkaar ongeveer1000 migranten comfortabel kunnen verblijven.
In de uitgebreide nota, waarin het college de plannen uiteen zette en de raad om instemming vroeg, staat dat de gemeente al bezig is met het zoeken naar locaties en er al enkele op het oog heeft. Om vroegtijdige protesten van omwonenden te voorkomen, maakt het college deze pas bekend wanneer de plannen concreet en volledig uitgewerkt zijn. “Pas dan is een goed gesprek met omwonenden mogelijk en zinvol”, vindt het college.
Andere plannen met Kwadrant
Concrete andere plannen voor het Kwadrant terrein waren er nog niet. Wel heeft de gemeente recent laten weten, dat op dat punt bij de entree fraai ogende appartementen moeten komen, die moeten bijdragen aan het meer inwoners uit de midden- en hogere inkomensklasse naar te Tiel halen. De bouwvisie voor Tiel-West, waarin dat staat, is bedoeld als een richtsnoer voor projectontwikkelaars. Zij weten hierdoor wat de wensen van de gemeente zijn voor de beschikbare locaties in Tiel-West en welke plannen op een goedkeurend stempel van de gemeente mogen rekenen.
De verkoop aan Cees van Doorn, de eigenaar van VDU en in de streek grote speler op het gebied van het werk bieden aan werkzoekenden uit Oost-Europa, plaats de gemeente voor een lastig dilemma. Men moet kiezen tussen vasthouden aan de eerder vastgelegde bestemming of toestemming geven voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
Van Doorn denkt volgens de brief van de gemeente aan de bouw van ongeveer 175 appartementen voor twee personen. Het terrein waar deze appartementen op gebouwd moeten worden is 4700 m2 groot. Eerder noemde het college een grondoppervlak van ongeveer één hectare wenselijk voor een locatie waar 300 personen gehuisvest kunnen worden. Dan is er voldoende ruimte voor een mooie groenvoorziening en parkeerruimte op eigen terrein. De bedoeling is dat omwonenden geen of nauwelijks last hebben van de hotelbewoners, dat de hotels duurzaam gebouwd worden, er van buiten en van binnen goed uitzien, aangekleed zijn met passend groen en natuurlijk alle noodzakelijke verblijfsvoorzieningen moeten bieden voor de gebruikers.
Die voorwaarden zullen op het Kwadrant terrein moeilijk te realiseren zijn met een bezetting die kan oplopen tot 350 personen en parkeerruimte voor een kleine 200 auto’s.
Is de bouw van migrantenhotels nog zinvol?
Het valt mij op dat in de recente notitie over de huisvesting van arbeidsmigranten met geen woord gerept wordt over de vraag hoelang arbeidsmigranten in Nederland nog zo massaal nodig zijn en hoe lang zij het nog aantrekkelijk vinden om in Nederland te komen werken. Ook de wenselijkheid van het massaal inzetten van arbeidsmigranten bij bedrijven komt niet aan de orde.
Dat gebeurde ook niet in de jaren zestig toen bedrijven massaal Vooral Turken en Marokkaanse gastarbeiders verleiden om tijdelijk in Nederland te komen werken.
Ik vind het vreemd dat bedrijven hun processen zo inrichten dat buitenlandse arbeidskrachten van verre noodzakelijk zijn. De overheid kan hier weinig in sturen omdat er binnen de EEG vrij verkeer van goederen en personen is afgesproken.
Vroeger kwam in de regio ook zonder de inzet van arbeidsmigranten het harde fruit altijd op tijd van de bomen. Het was het werk van Autochtone en nieuwe landgenoten die een vaste baan hadden bij de agrarische bedrijven, of tijdelijk seizoensarbeid verrichtten. Mensen met een deelaanstelling elders werkten tijdelijk wat meer in het fruit. Dat deden ook vrouwen en gepensioneerden die een centje bij wilden verdienen. Ook zag je dat mensen vakantie opnamen om een kennis met bijvoorbeeld een fruitteeltbedrijf te helpen bij de oogst. Er bestond een regeling waarbij er voor deze mensen minder afdrachten aan overheden hoefden plaats te vinden. Dat is allemaal weggevaagd door de komst van de arbeidsmigranten. Voordeel voor de bedrijven, waaronder ook bouw- groen- schoonmaak-, logistieke en productiebedrijven was, dat zij wat beter van aanpakken wisten dan hun Nederlandse collega’s en bereid waren om zo nodig veel uren per week te draaien. De ervaring met de zestiger jaren leert dat mensen van verre snel wennen aan het Nederlandse arbeidstempo, ook kritisch worden op hun arbeidsomstandigheden en even vaak gebruik gaan maken van de regelingen van loondoorbetaling bij ziekte, CAO-faciliteiten e.d als Nederlanders dat doen. Door het subsidiëren van huisvesting, regelen van vervoer e.d is het verschil in kosten met Nederlandse arbeidskrachten minimaal en zou afhankelijk van de kostenverdeling van de huisvestiging wel eens duurder kunnen worden.
Een andere vraag is hoelang de arbeidsmigranten hier nog willen werken. In hun landen stijgt de welvaart en ontwikkelen secundaire arbeidsvoorwaarden zich snel richting van wat in Nederland gebruikelijk is. Daar komt bij dat het regelmatig reizen tussen het thuisland en Nederland kostbaar is en voor een goede huisvesting meer betaald zal moeten worden. Dat zal tot gevolg hebben dat er een moment komt – en de eerste tekenen zijn er al – dat de massale trek naar het westen langzaam zal opdrogen.
Veel arbeidsmigranten besluiten in Nederland te blijven
In 2018 besloten 81.000 arbeidsmigranten zich blijvend in Nederland te vestigen. In tien jaar tijd is dat aantal verdubbeld en het groeit nog steeds. Dat gegeven zet de rekensom van de vrijkomende woningen door de bouw van speciale hotels in Tiel onder druk. Door de verdunning – minder mensen per woning – kan het effect zelfs op termijn negatief zijn en zo een aanjager blijken voor het huidige woningtekort. Opgemerkt moet wel worden dat de ervaring leert dat na verloop van een aantal jaren de arbeidsmigranten met hun gezin voor een deel weer uit Nederland vertrekken.
Agrarische sektor zal krimpen
Steeds meer beleidsmakers vinden dat voedsel verbouwd moet worden waar het genuttigd wordt . Dat bespaard veel energie. Het betekent wel dat Nederland veel minder agrarische producten zal hoeven maar ook wellicht zal moeten produceren dan nu het geval is. Die tendens is al een tijdje gaande. Denk onder meer aan de bloementeelt, toenemende appelteelt in Polen, druiven in Nederland, verkleining veestapel e.d. Ook de co2 en nitraatuitstoot speelt bij sommige producten een rol.
Herwaardering handarbeid is wenselijk
Het feit dat we arbeidsmigranten nodig hebben, is vooral een gevolg dat te veel Nederlanders hun neus ophalen voor veel werk dat nu door arbeidsmigranten verricht wordt. Het is belangrijk dat we die ontwikkeling weten te stoppen. Onbekend maakt onbemind. Veel van het werk dat migranten vervullen is mooi en nuttig werk. Probleem is dat het weinig sociale status heeft en laag betaald wordt. De honorering in Nederland is historisch bepaald en stamt uit de periode dat hoger opgeleiden schaars waren. Ruw gezegd komt het nu er op neer dat hoe leuker je werk is, hoe meer vrijheid je binnen je functie hebt een hoe prettiger je arbeidsomstandigheden zijn je meer betaald krijgt. Dat zou moeten veranderen. Handwerk is onmisbaar en meer waard dan er nu aan toegekend wordt. Dat hoeft niet meer te kosten wanneer we de loonsom wat anders zouden verdelen.
Reacties zijn gesloten.