Oude Bekenden 35: Multimedia in het dokterspand

Amalia Hoogenboom-Blijenberg, de laatste particuliere bewoonster van het pand aan de Ambtmanstraat 9, had het mogelijk niet ongewoon gevonden dat er na haar overlijden in 1994 een voor die tijd hypermodern bedrijf in haar woning werd gevestigd: multimedia was de mode.

Ze was tot op hoge leeftijd in haar omgeving en ontwikkelingen in de maatschappij geïnteresseerd gebleven, dus dit moet haar ook hebben geboeid. Het Pand Hoogenboom, zoals het in de jaren negentig wel bekend stond, was niet gekocht door het gemeentebestuur, dat had te lang geaarzeld. De koper werd wél Peter Millenaar, oud directeur van het Tielse arbeidsbureau en voorloper op gebied van gebruik van audiovisuele diensten. Hij experimenteerde in die tijd al met grote schermen in de stad, waar middels telefoonverbindingen nieuws en vacatures op werden geplaatst. Nu allemaal heel gewoon, elk tankstation heeft het, maar voor toen een revolutionaire gedachte bijna. De techniek bestond, maar niemand had de presentatiemiddelen, de hardware zouden we nu zeggen, nog in huis. Millenaar en zijn compagnon lieten die dus gewoon bedenken en maken én plaatsen.

Maar het experiment, en ook het multimediaal bedrijf in het statige dokterspand liep op niets uit. Tiel lag toch een beetje ver weg van de plek waar alle potentiële gebruikers van de technologie welig tieren: de Randstad. Het huis werd verkocht, en o wonder, er kwam toch nog iets goeds van. Het dak was gerepareerd, zeg maar vernieuwd. Want dat was wel nodig, er was decennia niets aan gebeurd. Het was bovendien strak modern gemaakt, de enige privélift van de stad, de dienstlift in de keuken, was blijven zitten. Een aardig historisch detail.

Het pand is van oorsprong zeventiende-eeuws, maar in zijn huidige vorm van twee eeuwen later. De chirurg Cornelis Hoogenboom kocht het in 1942 van de Van Heumen De Sitterstichting, die ernaast gevestigd was. Die stichting zorgde, en zorgt, voor materiële ondersteuning van mensen die het slecht hebben getroffen, maar wél godvruchtig christen zijn. De naamgevers fourneerden ooit het kapitaal.


Foto: Jan Bouwhuis.

Hoogenboom en zijn echtgenote Amalia kwamen beide uit Culemborg. Zij was dochter van een fruithandelaar. Het paar was in 1926 in Tiel komen wonen, Hoogenboom werkte in zowel het protestantse als in het katholieke ziekenhuis als chirurg. Ook in Culemborg, dat toen nog een eigen ziekenhuisje had, hield hij lange tijd spreekuur en opereerde hij. Hoogenboom was maatschappelijk zeer actief en bovendien een sportliefhebber.

Hij volgde P. Dresselhuys, jawel, vader van, op als beschermheer van de voetbalclub Theole. Er is nog een scholierentoernooi naar hem vernoemd.

Het paar deed samen ook veel voor cultuur in de stad, in die zin dat ze het houden van klassieke concerten in het theater bevorderden. In het Barbaraziekenhuis van Culemborg behandelde hij in de meidagen van 1940 oorlogsgewonden van de Grebbeberg. Toen later de stad zelf in de frontlinie kwam, stopte hij in Culemborg en ging Hoogenboom met zijn vrouw naar Mariënwaerdt in Beesd, waar hij in het noodhospitaal dat daar was ingericht in ruim drie maanden zo’n 159 operaties uitvoerde. Dat leverde de chirurg later nog een medaille op.

Hoogenboom overleed in 1969, en toen ook zijn echtgenote was overleden in het pand aan de Ambtmanstraat, werd er in het streekmuseum met de inboedel in de stijlkamer een vertrek uit het pand nagebootst en werd er meer van de nalatenschap getoond in vitrines. Met in de hoofdrol een fraaie collectie porselein, veelal uit de achttiende eeuw, die Amalia Hoogenboom aan de stad had vermaakt.

Het pand kreeg verschillende zakelijke bestemming sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, maar het langst nog werd het door een huiswerkinstituut gebruikt. De tuin was altijd aangesloten op de Ambtmanstuin en vrij toegankelijk vanuit die kant, maar de huidige eigenaar heeft andere plannen.

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights