De laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog in Tiel: deel 20

Gedenksteen in Flipje & Streekmuseum

Deel 20 van de serie 75 jaar geleden: Perode 1-16 april1945

Tiel is wanneer ik dit schrijf in de ban van de Corona-epidemie. Naast het aantal patiënten en het ongemak van het aan huis gekluisterd zijn, worden ook de dreigende economische gevolgen steeds meer het onderwerp van zorg. De belangstelling voor het herdenken van de Tweede Wereldoorlog is de afgelopen weken daardoor wat op de achtergrond geraakt. Je merkt het aan de afgenomen aandacht in de media voor de oorlog en het aantal reacties op deze artikelenreeks op ‘de Tielenaar’. Nu we vier en vijf mei naderen komt die aandacht weer wat terug. In deze bijdrage behandelen we de periode van een tot zestien april 1945.

Heilige mis in Hervormde kerk in Kerk Avezaath (collectie Regionaal Archief Rivierenland)

Pasen valt vroeg in 1945 namelijk op een en twee april. Het is die dagen slecht weer. Het regent, het is koud en er waait een harde wind. De regen was overigens welkom na een periode van uitzonderlijk mooi maar ook droog weer. De Betuwe is bezig zijn bloesemkleed aan te trekken. Anders dan met Pasen 2020 kunnen inwoners en evacués in 1945 gewoon een kerkdienst bijwonen. Daar wordt massaal gebruik van gemaakt. In de dorpen rondom Tiel hebben de kerkbesturen van de Nederlands hervormde kerk hun gebouwen opengesteld voor de katholieke eredienst. In sommige hervormde kerken worden met Pasen zelfs twee missen opgedragen. Dat gebeurt op provisorisch getimmerde altaren.

De legereenheden aan weerszijden van de Waal trekken zich niets aan van het feest van het licht. Er wordt over en weer flink geschoten en dat zal de komende weken zo blijven. Tiel is nog niet kapot genoeg. Belangrijke doelen zijn opnieuw de toren van de Sint Maartenskerk en de Watertoren. De geallieerden beschouwen die als de uitkijkposten van de Duitsers. Slechts heel weinig schoten zijn raak. De vele missers veroorzaken veel schade in de omgeving van de twee hoge gebouwen. In de eerste helft van april krijgt de binnenstad weer heel wat te verduren. Ik lees onder meer dat de gevangenis, de meubelwinkel en werkplaats van Van Lienden, jamfabriek De Betuwe, de Gevangenis, verschillende woonhuizen, de Julianaschool voltreffers krijgen. De toren van de Sint Maartenskerk staat nog steeds overeind, maar je moet niet vragen hoe. Gerrit Bouwhuis mijmert in Kerk-Avezaath over de vraag hoeveel mensen er straks nog wel in Tiel kunnen wonen. “Binnen de grachten is nog maar voor weinig mensen plaats. Buiten de grachten is ook veel kapot. Veel pannen zijn van de daken en bijna alle ruiten zijn stuk. Bovendien is veel huisraad verdwenen en er is geen water. Gereedschap en bouwmateriaal om herstelwerk te verrichten is er niet”.

De geallieerden beginnen een nieuw offensief in de Over-Betuwe. Uit onze regio trekken Duitsers – de meesten met tegenzin – weg naar de fronten in Nederland en Duitsland. Daarvoor worden paarden gevorderd.

Ondertussen gaan de Duitsers door met het plunderen van Tiel. Op 11 april plunderen zij de Amsterdamsche Bank aan de Kleibergsestraat, breken de kluizen open en steken het gebouw daarna in brand. Dat in brand steken doen zij met meer gebouwen om hun wandaden te verbergen. Op 12 april beginnen zij met de al flink gehavende meubelzaak van Van Lienden aan het Hoogeinde, enkele uren later doen ze hetzelfde met de resten van de ambachtschool, het Luxor theater, het Hof van Arkel, en verschillende aangrenzende percelen aan het Hoogeinde en de Oliemolenwal. De vuurzee is in de verre omtrek te zien. Op dertien en veertien april krijgt de Kleibergsestraat een zelfde trieste behandeling.

Op 15 april 1945 ondergaat de bakkerij van VDOZ hetzelfde lot. De voor Tiel belangrijke broodproducent en bezorger wordt opgeblazen en in brand gestoken. De laatste werknemers van De Betuwe moeten op last van de Ortscommandant de stad verlaten. Hij vindt het al te onveilig worden. Zelf heeft hij eerder al de villa van burgemeester Cambier van Nooten aan de Konijnenwal verruild voor een woning in Drumpt.

Op donderdag 12 april weten de Belgen de watertoren flink te raken. Na een aantal voltreffers stort met een ontzettend geraas het waterreservoir naar beneden. Tiel zit daardoor de rest van de oorlog en de eerste weken na de bevrijding zonder water.

In de Overbetuwe zijn ondertussen de geallieerden tot de aanval overgegaan. Daar worden felle gevechten geleverd. Voor de Duitsers in de West-Betuwe is dit aanleiding om de spoorlijn van Tiel naar Geldermalsen te voorzien van springstof zodat de lijn onklaar gemaakt kan worden. Enkele dagen later (in mijn bronnen worden verschillende data genoemd) blazen zij alle bruggen daadwerkelijk op. Begin april zijn bij Tiel de bruggen over de Linge bij Zoelen, Drumpt en Thedingsweert en de Julianabrug bij Geldermalsen opgeblazen.

In Ochten moeten nog steeds schuttersstellingen en –putten gegraven worden. Het gevaar getroffen te worden door geschut van de geallieerden houdt veel mannen in de dorpen Wadenoijen, de beide Avezathen en Zoelen tegen om zich vrijwillig te melden. Daarom organiseren de Duitsers razzia’s en drijven de mannen die ze weten te vinden op beestachtige wijze naar Ochten. Tijdens een van die razzia’s komt op de grens van Tiel en Zoelen Gerrit van Ewijk om. De 31 jarige inwoner uit Zoelen waarschuwt op 3 april 1945 twee mannen, die nabij de Lingebrug aan de Uiterdijk een boomgaard aan het snoeien zijn, dat er een razzia gehouden wordt. Zelf is Gerrit ook op de vlucht voor de Duitsers. Plots stond er een Duitse soldaat in hun nabijheid die hen beval te blijven staan. De twee gewaarschuwde mannen wisten door gebruik te maken van de dekking van de boomgaard nabij de Lingebrug aan de Uiterdijk te ontkomen, maar werden even later door twee andere Duitsers toch gearresteerd. Gerrit koos voor een meer open vluchtroute. Hij negeert een waarschuwingsschot en de 31 jarige inwoner van Zoelen wordt vervolgens meedogenloos neergeschoten.

Waaldorpen in het land van Maas en Waal hard getroffen

De Duitsers crossen opnieuw enkel keren de Waal over. Ze steken boerderijen in brand en beletten het blussen. Daarbij verbranden tientallen beesten levend. Enkele toevallige passanten worden neergeschoten. Bij één oversteek komen twee Duitse militairen om.

Koos Rijnders had op 17 september 1944 achter een raam van zijn huis met een Nederlandse vlag staan zwaaien naar overvliegende geallieerde vliegtuigen. Voor de Duitsers was dit reden om hem te arresteren en vast te zetten in de inmiddels afgebroken Julianaschool aan de Grotebrugse Grintweg. Van Koos is nooit meer iets vernomen. Aangenomen wordt dat hij kort na zijn arrestatie is doodgeschoten. Kleinzoon Jan Rijnders heeft in een jarenlange zoektocht proberen te achterhalen wat er precies met zijn grootvader is gebeurd. Tijdens zijn zoektocht heeft hij veel informatie over de laatste maanden van de oorlog in Tiel verzameld. Helaas kon of wilde niemand hem vertellen wat er met zijn vader is gebeurd. In een uitgebreid artikel in de Nieuwe Kroniek, het blad van de Oudheidkamer, van mei 2017, doet hij onder andere verslag van een gesprek dat hij in 2002 had met Martin Richter. Richter was de beruchte en meedogenloze Ortskommandant in Tiel vanaf september 1944. Hij bracht een groep soldaten mee, die deels gehard door hun oorlogservaring in Rusland zorgden dat de voorschriften van het centrale gezag met straffe hand uitgevoerd werden. Richter had onder meer opdracht om de Duitse frontlijn langs de Waal van Varik tot Echteld te beveiligen en aanvallende verkenningen uit te voeren in het land van Maas en Waal. Uit mijn bijdragen in deze reeks zou u de indruk kunnen krijgen dat de Duitsers alleen in maart en april de Waal via heimelijke crossings overstaken. Dit gebeurde echter vanaf de komst van Richter vanaf 23 september regelmatig. Jan Rijnders spreekt zelfs over bijna dagelijks. Die patrouilles en de beschietingen vanuit de noordzijde van de Waal kosten vele inwoners van het land van Maas en Waal het leven. Omdat Dreumel, Wamel en Beneden-Leeuwen niet geëvacueerd zijn, vallen daar tientallen doden door de beschietingen en de crossings van de Duitsers. Ook de voortdurende beschietingen van de Duitsers in de laatste acht oorlogsmaanden zorgen voor enorme schade aan gebouwen.

De geallieerden hebben de in het land van Maas en Waal gelegerde militairen nodig voor hun offensief richting Berlijn en gevechten in de Oost-Betuwe. Zij worden op 3 april afgelost door Belgen. Ook de Belgen zijn niet spaarzaam met het schieten op Tiel.

De Duitsers hebben de politie in een nagenoeg lege stad niet meer nodig. Ze zijn bang dat de aanwezige korpsleden informatie over hen verzamelen en die doorgeven aan de geallieerden. Het wordt ook veel te gevaarlijk in de stad. Daarom moeten zij de stad verlaten.

Omgekomen Tielenaren als gevolg van oorlogsgeweld in de periode van 1 tot 16 april

Op 7 april 1945 overlijdt de in Tiel geboren Johannes van Hattum in Bayreuth op 61-jarige leeftijd. Over de omstandigheden waaronde hij overlijdt is niets bekend.

Op 11 april wordt Dirk Botterweg in Zijpe, provincie Noord-Holland als represaillemaatregel gefusilleerd. Dirk Botterweg was lid van de Tielse verzetsgroep van Gerrit Jan Laagwater. Tijdens een overleg met andere verzetsgroepen in december 1942 in Amsterdam werd hij gearresteerd. Hij werd overgebracht naar het beruchte Oranjehotel in Scheveningen. Na drie maanden werd hij wonderwel vrijgelaten. Dat gebeurde omdat Botterweg over belastende informatie beschikte over de man die hem daar verhoorde, Krimminalrat H.E. Harders. Die was eerder door Botterweg omgekocht om gevangenen vrij te laten of hun lot te verzachten. Bij zijn eigen vrijlating moet hij beloven voortaan voor de Duitse inlichtingendienst te gaan werken. Hij laat het bij deze belofte en heeft nooit iets voor de Duitsers gedaan. Voor het verzet is zijn belofte echter reden om hem op hun dodenlijst te plaatsen. Lang leeft hij als opgejaagd wild. In 1944 sluit hij zich aan bij een Amsterdamse verzetsgroep. Daar wordt hij tijdens een overleg op 27 april gearresteerd door de Duitsers. Als represaille voor een verzetsdaad in Zijpersluis wordt hij met negen andere gevangen verzetsmensen op de plaats van het delict in Zijpersluis gefusilleerd. Hun lichamen worden in de duinen begraven en later in aanwezigheid van koningin Wilhelmina en Prins Bernhard herbegraven op de erebegraafplaats te Bloemendaal. Dirk Botterweg was toen hij vermoord werd 32 jaar en woonde in Tiel op het adres Waterstraat 67. Hij was vertegenwoordiger (= verkoper voor een bedrijf) van beroep. In Tiel is een straatnaam naar hem genoemd. Op You tube vindt u een prachtige door Peter Schipper en Omroep Tiel gemaakte film over de activiteiten en de dood van Dirk Botterweg (Dirk Botterweg, zijn voorbeeld onze kracht). https://www.youtube.com/watch?v=qoyKXp2nXaM

Anna Rink is op 23 mei 1886 geboren in Tiel. Zij overlijdt op 11 april 1945 in het Japanse Burgerkamp 10 in Banjoebiroe op 58 jarige leeftijd. Banjoebiroe ligt op het eiland Java ongeveer 45 kilometer ten zuiden van Semarang. Het vrouwenkamp bevindt zich in een voormalige KNIL-gevangenis, die later uitgebreid wordt met extra barakken. In 1945 raakt het kamp door het overbrengen van geïnterneerde Nederlanders van een ander kamp overvol. In totaal worden er 5300 (Indische) Nederlanders gevangen gehouden. In het kamp overlijden 187 mensen onder wie Anna Rink.

Op 14 april vindt Tielenaar Herman Hennekes de dood in Bolsward, waar hij met zijn gezin als evacué verblijft. Hennekes wordt samen met twee inwoners uit Bolsward als represaille gefusilleerd. Een knokploeg van het verzet pleegt een aanslag op een Duitse officier. Hennekens heeft niets met deze aanslag te maken, maar moest de aanslag wel met zijn leven beboeten. Herman was 35 jaar, werkte als koperslager bij Daalderop en woonde in Tiel op het adres Grotebrugse Grintweg 78.

Geraadpleegde bronnen bij deze bijdrage

  • Banyubiru (Semarang), wikipedia

  • Website oorlogsslachtoffers gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe

  • Website oorlogsslachtoffers Tiel

  • Peter Schipper; Lemma van Dirk Botterweg in deel 5 van het Biografisch Woordenboek van Tiel, uitgave Vereniging Oudheidkamer Tiel

  • C.D Feijten; Vijf jaren Leed in het land tusschen Maas en Rijn, uitgave A. van Loon, Tiel

  • Website Kalendarium van Tiel

  • Houdt goede Moed, tijdens de oorlog ‘40 – 45’, belevenissen en wederwaardigheden uit drie dagboek, bewerkt door Rutger van der Zalm

  • Jan Rijnders; Nieuw licht op de bevrijding van Tiel in mei 1945; artikel in De Nieuwe Kroniek achtste jaargang, nummer 2, mei 2017.

  • Website Vergeten verzet

Journalist Rutger van der Zalm schreef in de periode 1994/1995 een artikelen reeks in Dagblad De Gelderlander.  Hieruit is ontstaan het boek Houdt Goede Moed, Tiel tijdens de Oorlog ’40 – ’45 met de dagboek bijdragen van G.G. (Truus) van Dee, G.W. (Gerrit) Bouwhuis en B.P.F.  Bruggeman. Het boek is gedrukt bij Drukkerij St. Maarten van zoon Marcel. In 1995 aangeboden door Truus van Dee aan burgemeester van Tellingen. Zie:
https://detielenaar.nl/historie/2020/05/aanbieden-1ste-exemplaar-van-het-boek-houdt-goede-moed-1995/

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights