De laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog in Tiel: deel 2

aflevering 2 1-16 oktober 1944

Op 2 oktober vernietigt een Engelse tank, die vlakbij het Veerhuis in Wamel opgesteld staat, de veerpont en enkele schepen die in de haven liggen.

De bezetter verbreekt op die dag de laatste telefoonaansluitingen, die nog in bedrijf zijn. Snel communiceren wordt onmogelijk. Niettemin dringt ook de aanslag in Putten op 30 september en het gevangen nemen en afvoeren van 661 mannen uit Putten in Tiel door. Lies ten Bokkel Huinink noteert op donderdag 5 oktober in haar dagboek daarover:

Oh, die rotmoffen! Putten op de Veluwe is platgebrand. De vrouwen en kinderen zijn in concentratiekampen samengebracht en de mannen van 17 – 50 jaar in Duitsland te werk gesteld omdat er op 3 officieren geschoten is. Toen ik het gisteravond hoorde heb ik gehuild van machteloze woede. Ik zou in staat zijn om elke mof, die ik tegen kwam overhoop te steken. Alles zijn die mensen kwijt, behalve Gods liefde, schoot me te binnen. Toen kalmeerde ik.”

Na de oorlog bleek dat van de 661 Puttenaren er 540 waren overleden in Duitse werkkampen door uitputting, ondervoeding en ziekte.

De kwaliteit van het eten van de gaarkeuken is in Tiel beter dan in de grote steden in het westen van het land. Lies ten Bokkel Huinink heeft nog nooit lekkerdere erwtensoep gegeten en is ook tevreden over de hete bliksem.

Op 10 oktober worden de Tielenaren gesommeerd om als zij een fiets hadden deze de volgende dag om 9.00 uur in te leveren bij de Prinses Julianaschool.

Tielse mannen moeten zich melden voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden. Om te voorkomen dat de mannen geen gevolg geven aan het bevel en zich verstoppen, dreigt de bezetter met het wegvoeren van vrouw en kinderen. Desondanks meldden zich slechts een kleine honderd man. Zij moeten stellingen in de dijken graven. Van daaruit kunnen de Duitsers het verkeer op de Waal onder controle houden en de geallieerden in het land van Maas en Waal bestoken. Te weinig mannen geven gehoor aan de oproep om in Ochten stellingen te graven. Daarom gaan de Duitsers zelf op zoek naar mannen voor het graafwerk. Het is gevaarlijk werk want de Engelsen proberen de aanleg van stellingen te verhinderen. Een Tielenaar wordt tijdens het werk dodelijk getroffen door een granaat. Het graafwerk in de dijken zorgt voor een ernstige verzwakking van deze waterkeringen. Gelukkig komt er tijdens de laatste oorlogsmaanden geen extreem hoog water. Na enkele weken is de Waaldijk aan weerszijden van Tiel om de 200 meter voorzien van een stelling vanwaar met mitrailleurs geschoten kan worden. Waalcrossing wordt door de patrouilles op de dijk heel gevaarlijk.

Op 14 oktober roven de Duitsers machines en materialen uit onder meer de fabriek van Daalderop en voeren de spullen af ​​naar Duitsland.

Op 15 oktober worden in Passewaaij negen huizen door de Duitsers platgebrand. Het is een represaille voor het schieten op een Duitse soldaat, die daarbij gewond geraakt is. De bewoners krijgen geen gelegenheid om spullen uit hun huis mee te nemen.

Fekko Ebbens wordt met zijn vrouw in hun woning aan de Mauriksestraat gearresteerd in verband met hulp aan geallieerde militairen. In het huis zaten een Amerikaanse en een Engelse verbindingsofficier. Zij zijn ook gevangen genomen. Het huis wordt platgebrand. Fekko Ebbens wordt op 14 november gefusilleerd. Hij was actief als Waalcrosser en heeft een ‘veerdienst’ opgezet die geallieerden en koeriers de Waal heeft overgezet naar bevrijd gebied. Na verraad werd op 17 oktober 1944 een inval gedaan bij Fekko Ebbens. Hij en Zoelenaar Thijs van Ommeren (opgepakt op 26 oktober) werden terechtgesteld als gevolg van een actie van een andere verzetsgroep, die een Duitser om zijn geweer neerschoot.

Deze represaille daden leiden tot veel verslagenheid onder de bevolking. De hele week wordt er door de geallieerden veel geschoten op Tiel en vinden ook enkele bombardementen plaats.

Tijdens een bombardement op het station op 16 oktober komt een Tielenaar als gevolg van een hartaanval van de schrik om het leven. Het betreft de begaafde Tielse kunstschilder H.C. van Mourik. Bruggeman klaagt op 16 oktober dat zijn drukkerij al vier weken in de misère zit. “Er wordt geen slag werk verricht. We zitten zonder stroom en er is weinig water en gas.”

Gebruikte bronnen:

https://wo2.oudheidkamer-tiel.nl/slachtoffers_oorlogsgeweld.php ; Kalendarium van Tiel; De dagboeken Waar blijven de Tommies en Houdt Goede moed.

Journalist Rutger van der Zalm schreef in de periode 1994/1995 een artikelen reeks in Dagblad De Gelderlander.  Hieruit is ontstaan het boek Houdt Goede Moed, Tiel tijdens de Oorlog ’40 – ’45 met de dagboek bijdragen van G.G. (Truus) van Dee, G.W. (Gerrit) Bouwhuis en B.P.F.  Bruggeman. Het boek is gedrukt bij Drukkerij St. Maarten van zoon Marcel. In 1995 aangeboden door Truus van Dee aan burgemeester van Tellingen. Zie:
https://detielenaar.nl/historie/2020/05/aanbieden-1ste-exemplaar-van-het-boek-houdt-goede-moed-1995/

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights