Sprekend muziekbord
Het zou overdreven zijn te vertellen dat het keyboard is uitgevonden door een Tielenaar – feit is echter wel dat de in Tiel wonende orgelbouwer Peter Beversluis in 1862 op wat heet de grootste tentoonstelling ooit - de Great Exehibition in Londen - aanwezig was met zijn uitvinding: het semio melodium oftewel sprekend muziekbord.
De wereldtentoonstelling 1862 in Londen
Het zou overdreven zijn te vertellen dat het keyboard is uitgevonden door een Tielenaar – feit is echter wel dat de in Tiel wonende orgelbouwer Peter Beversluis in 1862 op wat heet de grootste tentoonstelling ooit – de Great Exehibition in Londen – aanwezig was met zijn uitvinding: het semio melodium oftewel sprekend muziekbord.
Beversluis was toen kort tevoren vanuit Dordrecht in Tiel komen wonen en zou een jaar of tien later ook weer vertrekken naar Nijmegen. Maar hij staat als Tielenaar in de catalogus van de tentoonstelling die 6,1 miljoen bezoekers trok. En duidelijk is ook wel deze orgelbouwer een niet onbelangrijke rol speelde in de ontwikkeling van muziekinstrumenten.
De in 1817 geboren Pieter Beversluis trouwde op 13 augustus 1845 in de RK kerk van Dordrecht met Gijsberta Christina Los. Hij moet vanaf zijn jonge jaren geobsedeerd zijn geweest door muziek en met name voor het vervaardigen van in zijn tijd passende instrumenten voor het produceren daarvan. Maar zijn zakelijke carrière begon in een piepklein winkeltje in de Voorstraat van Dordrecht waarin hij in 1842 o.a. “tandkoralen voor zuigelingen” aanbood.
In 1849 komt Beversluis – ondertussen verhuisd naar een groter pand aan de Wijnstraat – in de landelijke pers naar voren als ontwikkelaar van muziekinstrumenten. Hij biedt dan zijn “eigenhandig vervaardigde Accordeons voor Twee Handen” aan. De instrumenten kunnen door “de volheid en liefelijkheid van toon” wedijveren met buitenlands fabrikaat. Op de recent gehouden nijverheidstentoonstelling in Delft is hij aangemoedigd en dat moet in de nog jeugdige uitvinder de drive hebben gewekt om te exposeren. Liefst van Delft, waar vooral binnenlandse bezoekers op af gekomen waren, naar de hele wereld.
Samen met andere nederlandse fabrikanten had Beversluis dus grote belangstelling voor de eerste grote wereldtentoonstelling – die van 1851 – waarvoor in het Londense Hydepark het enorme Crystal Palace werd gebouwd. Beversluis had daar met drie van zijn accordeons heen willen gaan. Thorbecke’s kabinet besnoeide echter de ambities van het bedrijfsleven – aanvankelijk had de overheid er geen stuiver voor over maar na wat politiek gesteggel kwam er toch een zeer bescheiden subsidie los. Beversluis kreeg daardoor slechts ruimte voor drie door hem vervaardigde stemsleutels en een stemhamer.
De kennelijk erg enthousiaste ondernemer bleef niettemin sleutelen aan zijn instrumenten en kwam in 1858 via een expositie in Dordrecht in de publiciteit met wat zijn magnus opum zou worden : een semio melodium. Met een proto-type daarvan schijnt hij eerder, in oktober 1856 op een tentoonstelling in Delft een eerste prijs te hebben behaald.
Het thuisfront beloonde hem nu met een zilveren vergulde medaille. Ook met een ander project zocht Beversluis de publiciteit: hij bouwde piano’s om tot “Seraphine-orgels” – dat konden draai-orgels worden of instrumenten die als harmonium populair zouden worden in kleinere kerken.
Zijn “semio melodium” en de educatieve waarde ervan leidden tot disputen in de vakbladen. Om die te weerleggen en mogelijk met het zicht op de Great Exhibtion schreef Peter Beversluis een boekje over zijn uitvinding. Dat is erg zeldzaam maar vrij te downloaden bij de Bibliotheek van de Utrechtse Universiteit (https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/276178)
Het is (nog) niet bekend waarom Beversluis naar Tiel verhuisde eer hij zijn sprekend muziekbord naar de Wereldtentoonstelling in Londen stuurde. Waren zijn vindingen zo succesvol geweest dat hij kon rentenieren ? Het ziet er niet naar uit want de Tielse gemeente-ontvanger schatte dat hij geen hoger inkomen had dan de exploitant van een klein winkeltje. Of wilde hij gewoon iets anders gaan doen ? Trok de poëzie hem ?. In het Nieuwsblad voor den boekhandel van 22 maart 1866 wordt verteld dat hij in Tiel voor eigen rekening een “Heldendicht De Verlossing” heeft laten drukken. Maar ik heb daar geen exemplaar van kunnen vinden. Dat geldt ook voor zijn dichtstuk “Twee Kroningsfeesten” waarvoor hij (volgens een bericht in De Standaard van 2 april 1875) een dankbrief van de koninklijke familie kreeg. Kan aan mij liggen.
Een Serafine-orgel
Ook over deze Pieter Beversluis moet méér bewaard zijn gebleven. Reacties op dit artikel zijn dan ook zeer welkom.
The Great Exhibition van 1851 in het Crystal Palace
Reacties zijn gesloten.