Putten en pompen in Tiel 1
Door Huub van Heiningen op dinsdag 14 februari 2017, geplaatst in Openbare ruimte, Historie.
Diep verborgen onder het wegdek zitten er in de Tielse binnenstad nog enkele tientallen oeroude waterputten. Eeuwenlang waren het ontmoetingsplaatsen vooral voor vrouwen, die alleen daar drinkwater konden putten. Of water om te koken en te wassen. Er werd wel eens wat in gegooid en er bleef brekend vaatwerk in achter. Daarom blijken het nu vaak goudmijntjes te zijn voor archeologen. Ze verdienen in kaart gebracht te worden.
Op de bekende stadsplattegrond van Blaeu uit 1649, waarvoor de stadssecretaris Cornelis Udents de informatie leverde, staan zes stadsputten ingetekend. Putten zoals men die al in de oudheid kende een ronde gegraven put met daarboven een hefboom. Doorgaans met een katrol en touw waarmee een emmer omhoog getrokken kon worden. Ze staan er niet allemaal op uit de archivalia blijkt dat er halverwege de 17e eeuw ook nog andere stadsputten waren.
Als met gepaste trots laat Blaeu zien dat Tiel toen ook al een pomp had op de Dam of Merckt – . Hij of Udents schreef het erbij. Nu is het de enige nog overgebleven stadspomp op de Groenmarkt. Daarmee is in het recente verleden nogal gesjouwd zodat de pomp niet meer op de originele plaats en op een put staat. Die oorspronkelijke locatie is overigens met behulp van het kadaster nog wel terug te vinden.
Waarschijnlijk is die vroege stadspomp een vinding van de Tieleaar Dirck Goossens van Reenen. Die kreeg op 14 december 1653 octrooi op een nieuw ge-inventeerde loye pomp by hem al enkele jaren gepractiseert. Dat moet welhaast dezelfde pomp zijn als die waarvoor de lootmeesters (wijkvertegenwoordigers) van de Buerte genaamd De Trip op 14 augustus 1639 het recht kregen om via parate executie de kosten om te slaan. De kosten van aanleg en onderhoud van de stadsputten en pompen kwamen eeuwenlang nooit uit de algemene middelen; ze moesten betaald worden door de gebruikers. Daardoor had elke buurt zijn pomp (of omgekeerd) en vrijwilligers, die de verantwoordelijkheid voor pomp of put op zich hadden genomen. Om ook eventuele wanbetalers te kunnen dwingen hun aandeel in de kosten te dragen hadden zij het recht van parate executie nodig. Dat kon alleen maar door het stadsbestuur verleend worden. Daaraan danken we het dat er in de archivalia veel materiaal over deze materie te vinden is.
Er zijn verordeningen waaruit blijkt dat er van alles in de put gegooid werd en dat het daaromheen een baggerboel kon worden. Ook daarom werden vanaf plm 1650 steeds meer stadsputten overkluisd om er vervolgens een pomp op te zetten.
Evenals Blaeu dat deed, zette de landmeter die rond 1830 de eerste kadasterkaarten maakte, de stadspompen er soms op om ze als meetpunt te kunnen gebruiken.
In de Gasthuisstraat lagen vanouds twee openbare putten, die elk voor veel klachten zorgden. De put nabij Sterkenburg staat zowel op de kaart van Blaeu als op de eerste kadasterkaart en wordt al genoemd in stukken van 1614. In 1727 werd er een pomp op gezet en die werd uiteindelijk in 1921 geruimd.
De tweede openbare stadsput in de Gasthuisstraat (te vinden op de kadasterkaart van 1833) was aangelegd naast de poortklok van het oude Gasthuis (nu no 17). Die put is al eerder overkluisd en pomp geworden maar bleef niettemin zorgen voor klachten. In 1867 deden bewoners van de straat een beroep op het stadsbestuur om die stinkpomp te verplaatsen. Dat verzoek werd ingewilligd zodat de pomp plm tien meter verhuisde naar het brandweerhuisje in de wagenmakerij van De Ruiter. Daar werd het dus een inpandige openbare pomp. Ook die is in 1921 afgebroken.
Getracht zal worden een nauwkeurige stadsplattegrond te maken waarop alle voormalige stadspompen zijn ingetekend. Ook ansichtkaarten en andere oude fotos zijn daarvoor van belang. We mogen beschikken over de collecties van Smit/Kers en van het Regionaal Archief. Maar er zijn er ongetwijfeld nog meer. Er moeten toch ook fotos zijn waarop de pomp bij Sterkenburg te zien is. Hints zijn dus zeer welkom.
Rechts op de kaart van Blaeu de pomp op de Groenmarkt en links de putten bij Sterkenburg en naast Zeeman.Op de kadasterkaart van 1833 zijn beide pompen in de Gasthuisstraat ingetekend (en ook weer de pomp naast Zeeman)De Gasthuisstraat – de witte auto staat op de plaats waar een waterput in de grond zit.De Gasthuisstraat – links van de wielrijder de locatie van het voormalige brandweerhuisje.
Reacties zijn gesloten.