Een merkwaardige motie
Veel raadsleden van de gemeenten die diensten van Avri afnemen, willen van het huidige dagelijks bestuur af. In Tiel bleken alle partijen een motie die ondertekend is door Wim de Boer (PvdB). Feitelijk is hij centraal gemaakt is door raadsleden van alle gemeenten. In de motie krijgt wethouder Groen, die lid is van het algemeen bestuur van Avri de opdracht om het mede door hem benoemde Algemeen Bestuur te vertellen dat de gemeenteraad het geen vertrouwen meer in hem heeft en roepen zij de wethouder op het dagelijks bestuur anders samen te stellen. Verwacht wordt dat de meeste andere gemeenten dezelfde motie ook zullen aannemen.
Wat is er aan de hand?
Stortplaatsen die niet meer gebruikt worden, moeten goed onderhouden worden. Hogere overheden willen dat onderhoud niet aan de gemeenten overlaten. Dit omdat dan onvoldoende gegarandeerd is dat gemeenten alle soms heel kostbare maatregelen tijdig treffen. Daarom neemt de provincie Gelderland dat maar liefst 1000 jaar lang voor zijn rekening. De gemeenten, die eigenaar van een niet meer gebruikte stortplaats moeten wel zorgen dat de provincie de te maken kosten uit een speciaal fonds dat de gemeenten of in dit geval Avri moet vullen, betaald kunnen worden. De overdracht van de stortplaats zou in 2024 plaatsvinden. Om de vijf jaar bekijkt de provincie of de zogenaamde rekenrente over het gespaarde kapitaal nog in balans is met de marktrente voor veilige beleggingen. Dat bleek rond de jaarwisseling van 2020 – 2021 niet het geval. De rekenrente werd daarom verlaagd van 4,9 naar 3,1 procent. Dat betekent dat –schrik niet – er tien miljoen meer in het fonds gestort moet worden. Een bedrag dat heel ruw berekend neerkomt op 75 euro per huishouden. Dat was hevig schrikken in een tijd waarin inwoners toch al zwaar lijden onder verhoging van afvaltarieven en andere gemeentelijke bijdragen. Pogingen om het bedrag bij de provincie van tafel te krijgen mislukten mede door een onhandige aanpak van bestuurders en medewerkers van Avri.
Storten en tekorten
Gemeenteraden waren woedend over het besluit van provinciale staten om Avri en dus de gemeenten niet tegemoet te komen. Zij gaven een bureau opdracht om te onderzoeken wat er precies fout gegaan was. Dat bleek best veel, maar dat neemt niet weg dat er volgens de afspraken gewoon te alle tijde betaalt moet worden. De provincie heeft te maken met meer stortplaatsen en kan geen uitzonderingen maken. Uit het rapport ‘Storten en Tekorten’ blijken alle betrokkenen, Avri, Provincie, en colleges en gemeenteraden fouten hebben gemaakt. Die fouten liggen op het gebied van inschattingsfouten, overmoedigheid, slecht besturen, goedgelovigheid, slecht communiceren en te weinig kennis van zaken. Als hoofdschuldige wordt echter het dagelijks bestuur van Avri aangewezen.
Wat gaat er nu verder gebeuren?
Waarschijnlijk vindt door dit financiële obstakel de overdracht pas in 2030 plaats. Dat heeft de regio de tijd om de ruim 10 miljoen euro bij elkaar te harken. Wie het gaat betalen is nog onduidelijk. Wat er ook gekozen wordt, de inwoners zullen er altijd direct of indirect voor opdraaien door hogere tarieven minder voorzieningen of hogere afvalstoffenheffingen. Binnen Avri wordt trouwens ook gedacht aan de verkoop van het zonnepark. Dat zonnepark maakt de overdracht overigens extra lastig omdat het bovenop de afvalberg ligt.
Gemeenteraden willen meer invloed op beleid gemeenschappelijke regelingen
Wegsturen van het huidige DB (Dagelijks bestuur) van Avri heeft een paar maanden voor verkiezingen weinig zin. Andere bestuurders inwerken kost tijd en kiezen uit de overige AB-leden zal de kwaliteit van het DB niet verhogen. Je mag immers aannemen dat de wethouders, die het Algemeen Bestuur vormen, de meest geschikte mensen gekozen hebben. Toch zal dat laatste waarschijnlijk gaan gebeuren.
De rijksoverheid werkt al een tijdje aan een wijziging van de wet gemeenschappelijke regelingen met het doel om de raden meer zeggenschap te geven. Dat is in de praktijk lastig omdat gemeenschappelijke regelingen veel van elkaar verschillen en de rijksoverheid zelf eist dat de gemeenschappelijke regelingen zich aan allerlei landelijke afspraken houden en de uitvoering van nieuwe ontwikkelingen zoals verminderen restafval dwingend oplegt. De gemeenteraden in de regio Rivierenland (Fruitdelta) willen hier niet op wachten en willen samen afspraken maken om meer invloed op het beleid te verwerven. Of dat veel zal helpen moet blijken. Mijn persoonlijke ervaring met betrokkenheid van raadsleden bij de gemeenschappelijke regelingen zijn niet best. In de afgelopen 40 jaar zijn gemeenschappelijke regelingen diverse malen aangepast vanwege de invloed van de raadsleden. Steeds bleek het onvoldoende te werken. Structuren kunnen helpend zijn, maar uiteindelijk gaat om toch de mensen die aan de knoppen zitten. Daarvoor moet bestuurders (zijn wethouders) brede bedrijfskundige kennis hebben en kennis van de ontwikkelingen van de materie waar het bij de regeling omgaat. Burgemeesters worden pas na een zeer uitgebreide selectieprocedure benoemd. Voor een wethouder volstaat een blanco strafblad en een voordracht door je partij om bestuurder van zeer grote en complexe organisaties te worden. Beter selecteren van wethouders op geschiktheid en de bereidheid om goed te luisteren naar je raad lijkt mij eenvoudiger en effectiever.
Reacties zijn gesloten.