Je kunt veel van je stad, je dorp of je geboortegrond houden. Je kunt er ook verknocht aan zijn. Sterker nog, die vertrouwde omgeving kan ook een belangrijke invulling van je leven zijn. Dat laatste geldt zeker voor Klaas Beutener, een markante Tielenaar, die net zo bij zijn stad hoorde als de Sint Maartenstoren bij het silhouet van Tiel.
Hij bouwde aan die stad, aanvankelijk als directeur van het aannemersbedrijf dat hij van zijn vader Theodorus had overgenomen. In1969 werd de onderneming een dochterbedrijf van de BAM en ging toen verder onder de naam BAM Beutener. Het pand van Vroom en Dreesmann, de gigantische glasoven van de voormalige glasfabriek De Maas, de restauratie van de Sint Maartenstoren, Theater Agnietenhof, het stadhuis, het zijn wellicht de meest aansprekende voorbeelden van bouwprojecten, waarbij Klaas een rol speelde. Als hij erover vertelde, begon zijn verhaal altijd in mei 1945. Hij keerde vanuit het evacuatieadres van de Beuteners in Maarssen, samen met zijn vader op een tandem terug in Tiel. Het zo zwaar getroffen centrum van de stad, leek rijp te zijn voor algehele sloop. Het was een stad zonder hart en zonder water, de watertoren lag deels in puin, spoedig herstel van de watervoorziening was een eerste zorg.
De 17-jarige Klaas werkte toen nog bij zijn vader die erin slaagde deze zware klus voor het bedrijf binnen te slepen.
Klaas kon er geboeid en gedetailleerd over vertellen. De jaren door is hij met tal van journalisten en televisieploegen naar de watertoren getogen, om daar tot op hoge leeftijd beeldend zijn verhaal te doen.
Zo was hij misschien wel op zijn best. Je zag in hem geen snelle zakenman in een al even snelle auto. Wel merkte je al gauw hoe sociaal-maatschappelijk hij was ingesteld. Wie een beroep op hem deed werd zelden teleurgesteld. Zijn lokale betrokkenheid kreeg onder meer gestalte in zijn langdurige inzet voor de brandweer, de Dominicuskerk en als centrummanager van Hart van Tiel.
Klaas Beutener was erbij toen brandweercommandant Cees Wijnstekers in 1980 bij een brand in een radiozaak in de Tolhuistraat een arm verloor door een ontploffende gasfles. De arm werd, hoe luguber ook, opgeraapt door de toenmalige gemeentearts Ton Jonkers. Klaas zag het gebeuren. Dit tafereel waarbij een van zijn beste vrienden berokken was, is nooit van zijn netvlies verdwenen. Het is hem blijven achtervolgen. Ik heb hem er vaak over horen vertellen. Hij schudde dan altijd verdrietig het hoofd. “Treurig, treurig”, sprak hij dan met een snik in zijn stem.
Met het overlijden van Klaas Beutener groeit het besef, ook bij mij persoonlijk, hoe de tijd de markante figuren uit onze samenleving weet uit te dunnen. Natuurlijk, de dankbare herinneringen blijven, maar aan de andere kant blijft ook het verlies altijd gevoelig.
De rouwkaart wordt gesierd met het markante hoofd van Klaas. Het is net alsof er in zijn olijke ogen een vraag verborgen ligt. Heb ik het goed gedaan? Het antwoord zal positief zijn.
Klaas Beutener overleed 26 januari en de uitvaart is 30 januari
Reacties zijn gesloten.