Tiel, de eerste weken na de bevrijding 1945
Deel 23 van de serie 75 jaar geleden, De laatste maanden van de tweede wereldoorlog
In de documentatie, die ik van Henk Govers kreeg, bevinden zich een aantal krantenknipsels over de tweede wereldoorlog. Helaas ontbreken de titels van de kranten waar ze in stonden en de datum wanneer ze gepubliceerd zijn. Een artikel beschrijft de situatie in Tiel in juli 1945 en is waarschijnlijk geplaatst in een landelijk dagblad. Een journalist heeft Tiel toen bezocht en doet daarover verslag. Zijn doel is om de mensen in delen van Nederland waar weinig schade is te bewegen om goederen aan de Tielse bevolking te schenken. Hij eindigt zijn artikel met : “Wij hebben een bevrijdingsfeest gevierd, maar laten we onze dank voor die bevrijding leggen aan de puinranden van het zwaar getroffen Tiel. Dank in de vorm van een laken, twee kopjes, een bord, een hamer en beitel, een stel kleren of wat ondergoed.”
Hieronder neem ik zijn verslag over waarin hij de situatie van de stad beschrijft. Ik heb het een beetje ingekort. Het geeft een goed beeld over hoe de Tielenaren die in juni langzaam naar de stad terugkeren de stad aantroffen. Tiel behoort met Rotterdam en Arnhem tot de drie zwaarst getroffen steden van Nederland! Ook Ochten heeft het zwaar te verduren gehad. Het is het meest verwoeste dorp van Europa. Dat wordt treffend in beeld gebracht met het bord ‘Dit was Ochten’ bij het begin van het dorp.
De puingravers van Tiel, zij ontberen alles maar klagen niet.
Het was een dolkstoot in het hart van Nederland, welke Tiel het laatste jaar te incasseren kreeg. En niemand kan zich voorstellen, hoe het leven van alledag zich een weg baant. Tussen puinhopen en bordjes die duiden op mijnengevaar. Holland heeft honger gekend, maar de bevrijding is gekomen. Zojuist heeft Amsterdam een groot feest gevierd. Het leven is er zeer dragelijk en de komende winter hebben de Amsterdammers weer kolen, gas en electriciteit.
Het westen moet helpen
“In Tiel mag men blij zijn, wanneer elk gezin tegen de winter weer een vertrek heeft, dat geheel is afgesloten. Op gas hoeven de Tielenaren voorlopig niet te rekenen, want de gasfabriek hebben de Duitsers grondig vernield, zoals bijna alles in Tiel behoort tot die ene grote puinhoop. Daar aan die kronkel in de Waal en daar te midden van een fruitland , dat honderden kersenbongerds heeft , die verdord zijn en gedood door het wrede water. In het geraamte van wat eens een huis was , kan men soms een deur vinden, waarop in letters van krijt geschreven staat: ‘Dit huis wordt bewoond. En dan weet men dat achter die deur veel ontbering wordt geleden. En dat voor de bewoners de ontbering en de oorlogsverschrikking nog vele maanden zal voortduren. Midden op de straten vindt men thans nog grote puinhopen. Iedereen loopt er om heen, want het vuil verbergt landmijnen dagelijks gebeuren er ongelukken.
Radicale plundering
Men heeft in Tiel geluk gehad, wanneer men nog enige bruikbare stoelen bezit, want de Duitsers hebben alle inboedel vernield en de huizen en banken beroofd. Geen Duitser heeft zich ontzien om te gappen wat er te gappen was. De burgemeester is blij wanneer hij van een dienstreis naar het westen terugkomt met één hamer en één zaag, opdat tenminste een timmerman aan het werk kan met de oude spijkers, die in het puin worden gevonden. Het is goed dit nadrukkelijk te zeggen. Geen woord van wat hier geschreven staat bevat overdrijving.
De gehele Tielse bevolking eet uit de centrale keuken, omdat praktisch alle kachels verdwenen zijn. Men snijdt het brood met een zakmesje. De riolering werkt heel slecht en de drinkwatervoorziening is zeer gebrekkig. Gezinnen leven met elkaar in het puin en elke man is een puingraver.
Tot zover deze schets van de situatie in Tiel enkele weken nadat de meeste Tielenaren weer naar de stad teruggekeerd zijn. Ik ga verder met het chronologische verslag van de eerste dagen na de bevrijding
Op 7 mei meldt burgemeester Cambier van Nooten zich bij de Hamsche brug. Hij wil als eerste in zijn bevrijde stad terugkeren. Hij mag er nog niet in. Tiel is nog niet officieel vrij verklaard. Op 8 mei krijgt hij wel toestemming. Op 7 mei drijven de geallieerden de nog aanwezige Duitse soldaten in de omgeving van Tiel bijeen bij de Hamsche Brug. Zij worden gefouilleerd en ontwapend. Dat gaat vrij gemoedelijk. Met uitzondering van een enkeling zijn de soldaten de oorlog beu en willen dolgraag naar huis. De hoeveelheid aan in beslag genomen wapens is enorm. Voor de opslag wordt gebruik gemaakt van een van de overigens zwaarbeschadigde veilinghallen van de firma Septer (= nu appartementencomplex De Veilinghof naast begraafplaats Ter Navolging).
.
Door een speciale afspraak tussen de geallieerden en de leiding van het Duitse leger, worden de Duitsers in ons land niet gezien als krijgsgevangenen en mogen zij al snel naar hun geboorteland. Nederland is niet in de situatie om de vele tienduizenden soldaten krijgsgevangen te maken en te voeden. Een zuiveringscommissie, die zijn intrek in rusthuis Walstede in de Konijnenwal heeft genomen, onderzoekt de antecedenten van de Duitse soldaten voordat ze mogen vertrekken. SS-ers, ‘gewone’ soldaten die ernstige wandaden begaan hebben en Hollandse SS-ers worden in afwachting van hun berechting gevangen genomen.
De zuiveringscommissie leunt bij haar werk zwaar op informatie van inwoners uit de regio. Menig strijder die zich ernstig misdragen heeft, weet echter door de mazen van de controle heen te glippen. Ook actieve NSB-ers en andere Nederlanders die misbruik maakten van de situatie of landgenoten verraden hebben, worden vastgezet.
Op 8 mei mag Cambier van Nooten de stad in. Hij wordt niet blij van wat hij aantreft. Bijna alle overheidsgebouwen zijn totaal of gedeeltelijk verwoest. Van de woonhuizen zijn er 400 totaal of gedeeltelijk verwoest. Slechts vijf woningen in de stad hebben geen schade. De licht beschadigde woningen zijn met veel improvisatie omdat de winter voorbij is wel enigszins bewoonbaar te maken. De schade aan deze woningen wisselt. Bijna altijd zijn de ruiten stuk, vaak is er meer schade. De burgemeester zal het voorlopig nog zonder inwoners moeten doen. Het provinciaal militair gezag heeft besloten dat Tiel evacuatiegebied blijft. Zonder vergunning mag niemand de stad betreden. Die vergunning krijg je alleen wanneer je aanwezigheid volstrekt noodzakelijk is voor de wederopbouw. Het grootste probleem is het gebrek aan drinkwater. Al op 7 mei krijgt aannemer TH.A. Beutener opdracht om de watervoorziening op gang te brengen. Hoe dat verliep laten we zoon Klaas, die daarbij aanwezig was in de volgende aflevering vertellen. Dan nemen we ook een kijkje in Friesland, waar duizenden Tielenaren staan te trappelen om naar hun stad terug te keren.
De toren van de Sint Maartenskerk was maandenlang een doelwit van de geallieerden geweest. Ondanks diverse treffers bleef de zwaar gehavende spits tijdens de oorlog overeind. Wat de geallieerden niet lukte, lukte een korte maar hevige storm op 14 mei wel. Met donderend geweld stortte de spits op het koor van de kerk. Dat was al zwaar beschadigd en kon dit er nog wel bij hebben.
Hoe verging het de schrijvers van de door mij geraadpleegde dagboeken?
Bernard Bruggeman beschrijft de bevrijding van Culemborg. Hij blijft met zijn gezin nog een week in Culemborg en neemt dan hun intrek bij goede vrienden in Kapel-Avezaath. Eind mei mogen ze met de familie die hen in Kapel-Avezaath onderdak verschafte naar Tiel. Ze krijgen enkele kamers in de woning van deze familie in de Stationstraat. Na vijf jaar kan de familie weer zelfstandig gaan wonen in de Prins Bernardlaan in Drumpt. Hun huis bij de drukkerij is onherstelbaar beschadigd. Pas in 1957 is daar een nieuwe woning gereed gekomen en woont het gezin weer bij de drukkerij.
Truus van Dee kan met haar familie begin juni terug naar Tiel. ze vinden onderdak bij familie op de Grote Brugse Grintweg. Na drie weken lukt het om hun eigen huis aan de Kerkstraat bewoonbaar te maken. Gaten in de muren zijn dan met planken provisorisch gedicht en het puin in huis wordt op straat gestort. In de Kerkstraat kun je nauwelijks lopen. Over de hele lengte ligt er een berg afval en puin en het onkruid staat op straat een meter hoog, noteert Truus.
Gerrit Bouwhuis heeft op 8 april zijn laatste bijdrage aan zijn dagboek toevertrouwt. Ondertussen heeft hij foto’s gemaakt van de dagen rond en de jaren na de bevrijding. Ook heeft hij veel belangrijke informatie als geluidschroniqueur vastgelegd op eigen gesneden lakplaten. Die worden vanwege hun historische belang zorgvuldig bewaard in het archief van het Nederland Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.
http://in.beeldengeluid.nl/collectie/search/?q=&publiclyViewableResultsOnly=true met zoekwoord Bouwhuis
Eva Jansen beschrijft in de dagen na de bevrijding gebeurtenissen in Ravenswaaij. Een foute Tielse politieagent die daar ook een evacuatie adres gevonden had, wordt gearresteerd. Meisjes die met de ‘moffen’ meegingen worden kaalgeschoren en met oranjeverf bewerkt. In Ravenswaaij wordt op 16 mei een voetbalwedstrijd tussen Engelse soldaten en Nederlanders georganiseerd. De Engelsen wonnen met 6-1. Ze hoort dat in Tiel Belgische soldaten hun intrek in hun huis genomen hebben. Op 24 mei ziet zij massa’s Duitsers te voet de Betuwe verlaten en op weg gaan naar ‘Die Heimat’. Truus schat dat het er wel 7000 waren. Op 4 juni kan zij en haar familie terug naar Tiel. Er is heel veel huisraad weg en het huis is een beestenboel. Maar de schade valt mee. Eva schrijft ook na 4 juni nog enkele malen in haar dagboek. Wellicht maak ik daar nog gebruik van.
Lies ten Bokkel Huinink sluit het gepubliceerde deel van haar dagboek af op vrijdag 22 juni en voegt er onder de titel vijftig jaar later nog een stuk familiegeschiedenis aan toe. De naam van de vader van Lies, huisarts ten Bokkel Huinink staat op een lijst van inwoners, die met voorrang naar Tiel mogen. Op 7 mei neemt Lies met haar vader een kijkje in Tiel. Ze schrikken van de vernielingen, maar de schade aan de eigen woning met praktijkruimte aan het Hoogeinde valt in verhouding mee. In huis is het een enorme smeerboel. Vrijwel dagelijks gaan de ouders naar Tiel om het huis weer bewoonbaar te maken. Op maandag 28 mei is de familie een van de eerste, die naar Tiel terugkeert.
In de maand mei zijn er geen Tielenaren als gevolg van de oorlog overleden.
Gebruikte bronnen bij deze bijdrage:
Website: Kalendarium van Tiel, Historische Werkgroep Tiel
Sil van Doornmalen; 40-45 Rivierenland; Wbooks in samenwerking met regionaal Archief Rivierenland.
Houdt Goede Moed, Tiel in oorlogstijd; belevenissen en wederwaardigheden uit de dagboeken van G.G. van Dee, G.W.Bouwhuis, B.P.F Bruggeman; bewerkt door Rutger van der Zalm.
Oorlogsdagboek van Eva Jansen met transcriptie en toelichting van W.Veerman; Regionaal Archief Rivierenland.
Johan Goossen; Lemma Gerrit Willem Bouwhuis; Biografisch Woordenboek van Tiel, deel 5; uitgave Oudheidkamer Tiel.
C. D. Feijten; Vijf jaren leed in het land tusschen Maas en Rijn, A. van Loon, Tiel.
Knipselkrant Henk Govers, Klimmen (L)
Waar blijven de Tommies? Dagboek uit 1944-1945 van Lies ten Bokkel Huinink en bewerkt door Aad Nekeman
Journalist Rutger van der Zalm schreef in de periode 1994/1995 een artikelen reeks in Dagblad De Gelderlander. Hieruit is ontstaan het boek Houdt Goede Moed, Tiel tijdens de Oorlog ’40 – ’45 met de dagboek bijdragen van G.G. (Truus) van Dee, G.W. (Gerrit) Bouwhuis en B.P.F. Bruggeman. Het boek is gedrukt bij Drukkerij St. Maarten van zoon Marcel. In 1995 aangeboden door Truus van Dee aan burgemeester van Tellingen. Zie:
https://detielenaar.nl/historie/2020/05/aanbieden-1ste-exemplaar-van-het-boek-houdt-goede-moed-1995/
Reacties zijn gesloten.