De laatste maanden van de tweede wereldoorlog in Tiel: deel 16
Deel 16 van de serie ‘75 jaar geleden’ 1-15 februari 1945
Tiel en Drumpt zijn na de evacuatie vrijwel geheel verlaten. In de dagboeken die ik raadpleeg , waar overigens nog een zesde is bijgekomen waarover binnenkort meer, wordt niet zo veel meer over Tiel gemeld. De opgetekende verslagen schetsen vooral de gang van zaken op het evacuatieadres en de omgeving. Lies ten Bokkel Huinink noteert op vrijdag 2 februari dat de Russen Berlijn tot op 90 kilometer genaderd zijn. Niet alleen in Tiel en omgeving worden razzia’s gehouden. Lies verhaalt over een razzia in Asperen op zes februari. Zij schrijft: “Alle mensen zijn daar gevangen genomen en in een garage opgesloten. ’s Nachts om 2 uur zijn ze gekomen, de Moffen. 300 waren het er. Het dorp werd afgezet. Alle huizen zijn doorzocht. Geen kistje of laatje werd overgeslagen. Iedereen moest met de handen in de lucht staan Massa’s jongens zijn weggevoerd over de Diefdijk.”
Het nieuws uit Tiel moet je vooral vinden in de later geschreven boeken van Van Alphen en Feijten. Tiel is immers nagenoeg leeg en vrijwel niemand mag de stad in.
In deze bijdrage beschrijf ik de gebeurtenissen van 1 tot en met 15 februar1945 in Tiel en directe omgeving.
Op 1 februari zet de op 31 januari begonnen dooi door. In 1940, 1941 en 1942 was er tijdens de oorlog – weliswaar zonder het spelen van het Wilhelmus – nog een elfstedentocht. In 1945 was het er ook koud genoeg voor, maar toen had Nederland wel wat anders aan zijn hoofd. Ernstige hongersnood in het westen, tekorten op allerlei gebied in de rest van bezet Nederland, een in tweeën gescheurd land waar tussen het bezette en al bevrijde deel geen normale communicatie en vervoer mogelijk was en honderdduizenden Nederlanders die huis en haard moesten verlaten bepaalden het leven. De Friezen zelf hadden hun handen vol aan de eerste opvang en inkwartiering van evacués.
Waalcrossings
Door de evacuatie waren in de tweede helft van januari de crossings, de verboden heimelijke nachtelijke veerdiensten over de Waal, bijna onmogelijk geworden. Uit voorzorg hadden de Duitsers al eerder het dijkvak van Bellevue tot het Inundatiekanaal met glas bestrooid, zodat zij door het knisperen van het glas overtreders van het verbod om het spergebied te betreden beter konden horen. Leen Papo, de man die vereeuwigd is als de roeier bij de herinneringsplaats aan de Ophemertsedijk bij Zennewijnen, is bereid om in januari nog eenmaal een crossing uit te voeren. Een grote groep Engelse para´s die tijdens de operatie Market Garden achter de Duitse linies waren gedropt, moeten naar bevrijd gebied en dus de Waal overgezet worden. De sneeuw maakte dat echter onmogelijk. De voetsporen zouden de route verraden. Na de evacuatie van Tiel en de bewoners van een brede strook langs de Waal kwam Leen Papo, die in Zennewijnen op de plaats van De Roeier tegen de Waaldijk woonde in Wadenoijen terecht. Van daaruit voerde hij ondanks de veel grotere afstand in februari nog enkele crossings uit. Zijn laatste crossing was in maart 1945 in omgekeerde richting van Heerewaarden naar Varik. Leen zelf schat in een artikel in de Gelderlander van 1994 dat hij vijftien crossings uitvoerde.
V1’s
Op 1 februari stort er ’s ochtends een V1 neer in het veld tussen Wadenoijen en Ophemert. In de wijde omgeving sneuvelen de ruiten wanneer hij bij het neerkomen ontploft. Niet prettig want vensterglas is nergens meer te verkrijgen. In de daarop volgende nacht storten er maar liefst acht, een andere bron spreekt zelfs van tien, neer in de directe omgeving van Tiel. Vaak zijn technische mankementen de oorzaak van het neerstorten. Maar ook de geallieerden halen er in februari meerdere uit de lucht door beschieting vanaf de grond of met jachtvliegtuigen. Meestal vallen de onbemande voorlopers van het straalvliegtuig in open terrein, andere zorgen voor veel schade aan de woonomgeving. Bij het Tielse station zorgt een V1 op 11 februari voor een metersdiepe krater met een doorsnede van 25 meter. Ook vallen er gewonden. Die brengt men met veel moeite naar het noodziekenhuis Mariënwaard in Beesd. Op woensdag 14 februari komen er wel 100 V1 over het gebied. Allemaal onderweg naar Antwerpen om daar de aanvoerlijnen over zee van de geallieerden te verstoren.
Door de hevige beschietingen besluiten de Duitsers de mensen die in Tiel nog op het politiebureau gevangen zitten, naar Utrecht over te brengen.
Weer hoog water
Op 2 en 3 december bliezen de Duitsers bij Eldik in de buurt van Arnhem een stuk van de Rijndijk op. Als gevolg hiervan kwam het lage deel van de West-Betuwe ten oosten van Tiel geheel onder water te staan. Het was de Duitsers toen te doen om de geallieerden, die de Over-Betuwe vanaf Dodewaard in handen hadden, daar weg te drijven. Dat zogenaamde plan ooievaar mislukte grotendeels. De Liniedijk bij Ochten begaf het en het water stopte pas tegen de Westelijke kanaaldijk bij Tiel. De Duitsers moeten zelf ook vluchten voor het water.
Begin februari is de dijk bij Elden nog niet voldoende hersteld, wanneer het opnieuw hoogwater wordt. Al snel stroomt het Rijnwater wederom de Betuwe in. Met man en macht wordt in Ochten de Liniedijk verstevigd met veilingkisten gevuld met grond. Dat blijkt niet afdoende. De Liniedijk breekt opnieuw en weldra staat het water weer tegen de dijk van het Amsterdam-Rijnkanaal in aanleg. Onder meer Echteld, Maurik en Rijswijk staan weer enkele weken onder water. Opnieuw is de ellende groot. In Maurik wordt een noodhospitaal op een schip ingericht. Al snel is er een hevig tekort aan voedsel.
Tielenaar Jan de Man is met zijn ouders en broer bij zijn oma in Maurik geëvacueerd. Samen met Peter Schipper vertelt hij de laatste jaren rond Bevrijdingsdag aan leerlingen van groep acht over de oorlog en hoe het concreet in Maurik was tijdens de overstromingsperiode. Je wordt er niet vrolijk van als je zijn belevenissen hoort.
Ditmaal komt het water hoger dan in december . Het Amsterdam-Rijnkanaal in aanleg is niet in staat om al het water naar de Rijn af te voeren. Daardoor stijgt het water ook in het kanaal tot angstwekkende hoogte. De kanaaldijk blijkt niet hoog genoeg. Het water sijpelt er weldra op enkele plaatsen overheen en in de vorm van hevige kwel er doorheen. Weldra staan de laaggelegen delen achter de dijk onder een laagje water. Ook in Tiel is dat het geval in het gebied waar nu industrieterrein Kellen is. Ook in Tiel-Oost krijgt men natte voeten. Dagenlang hebben de Duitsers mannen in de wijde regio en zelfs uit Culemborg onder dreiging van strenge straffen opgeroepen om de kanaaldijk te komen versterken. In Rijswijk moet deze een halve meter hoger worden. Er geven steeds maar weinig mannen gehoor aan de oproep. Ook razzia’s waarbij de huizen een voor een doorzocht werden leveren weinig op. Op 7 februari is er zo’n razzia in Wadenoijen. De wegen worden afgezet en huis na huis wordt grondig doorzocht op mannen die een schop kunnen hanteren. De ‘oogst’ is niet groot. Men komt pas later massaal in actie wanneer de nood heel hoog is. Meer daarover leest u in de volgende aflevering van deze serie..
Wisseling van de wacht
Ondertussen trekken de geallieerden in een wedren met de Russen, die vanuit het oosten naar Berlijn oprukken, in de buurt van Nijmegen Duitsland in. Overhaast worden Duitse soldaten vanuit de Betuwe naar het strijdtoneel gedirigeerd om de geallieerden tegen te houden. Nederlandse SS-ers nemen hun plaats in. Voor de mensen die nog in onze regio wonen wordt het met deze fanatici er niet beter op. Een aantal wordt gehuisvest in Zoelen. Onder meer evacués uit Tiel worden daardoor zonder scupules resoluut op straat gezet.
De eerste weken van februari zijn vrijwel alle woningen in Tiel door de Duitsers en hun trawanten doorzocht. Alles wat men in Duitsland kan gebruiken wordt meegenomen. Vrijwel iedere dag vertrekt er vanuit Tiel een trein richting Utrecht. In Culemborg – verder kan de trein vanwege de kapot gebombardeerde spoorbrug niet – worden de goederen overgeladen in boten om via de Rijn naar Duitsland gebracht. De geallieerden proberen met bombardementen dat treinverkeer onmogelijk te maken. Maar zij hebben geen precisiebommen en raken de rails niet. Een van hun doelwitten is het station van Geldermalsen.
Op vrijdag 2 februari doen enkele Spitfires een aanval op een trein bij het station van Geldermalsen. Een van de vliegtuigen wordt daarbij door afweergeschut van de Duitsers geraakt en stort in Wadenoijen in de buurt van de molen neer. Jan Papo ging direct na het neerstorten naar de onheilsplek. Hij zag maar een paar kleine onderdelen en twee armen met handen uit de grond omhoog steken. De rest van het lichaam en het vliegtuig waren door de drassige grond verzwolgen.
Culemborgse gravers die ook een graantje uit Tiel meepikken, worden door de bezetter streng gestraft.
Bernard Bruggeman gaat om de paar dagen met de fiets vanuit Culemborg richting Tiel om bij boeren en bekenden eten te verzamelen. Op 7 februari noteert hij in zijn dagboek dat hij die dag in Zoelen de heilige Mis heeft bijgewoond. Pater Marcelis draagt die iedere dag op in de veldwachters woning. Er komen steeds een handjevol gelovigen. Zondags is het veel drukker. Dat leest hij de mis in de hervormde kerk van Zoelen. Pater van de Biezen doet dan op zondag de mis in de Hervormde kerk in Drumpt.
Steeds meer voedselzoekers in de Betuwe
Steeds meer mensen in de Betuwe zijn op zoek naar voedsel. Eva Janssen schrijft op 15 februari in haar dagboek: “Vanmiddag kwam hier iemand aan de deur vragen om wat eten. Het kon hem niet schelen wat, als het maar eten was. En hij stond te huilen. O, je krijgt er toch zo’n medelijden mee. Een nette man hoor. Hij zegt ook: Altijd heb ik het goed gehad en nu heb je voor je vrouw en kinderen geen eten.’ Hij zei ook nog dat hij van iemand 15 aardappels had gekregen en daar was hij heel blij mee. We hebben hem een paar maaltjes aardappelen meegegeven en juffrouw Klomp en mevr. Jonkers wat erwten. En het loopt maar af en aan. Dan weer een paar dames en dan weer jongens. Ja en ze kunnen ze ook niet altijd wat geven, want de een is nog niet weg, of de andere is al weer in aantocht. O, wat mogen wij toch dankbaar zijn dat we nog wat te eten hebben.”
Overleden als gevolg van het oorlogsgeweld in deze periode
Door de evacuatie vallen er in Tiel in deze periode geen doden onder de autochtone Tielenaren. Wel lees je in de regionale oorlogsliteratuur regelmatig dat Duitse soldaten getroffen worden door mitrailleurvuur en dit niet overleven. Ook in de regio sterven regelmatig Duitse soldaten.
Op 1 februari overlijdt in Berlijn Wieger van der Meulen. Wieger is 18 jaar oud en woonde op het adres Grotebrugse Grintweg 36 in Tiel. Het overzicht van Tielse oorlogsslachtoffers van de Oudheidkamer geeft geen bijzonderheden over de omstandigheden waaronder hij overleed. Mogelijk was hij zoals zo vele Tielenaren in Duitsland om dwangarbeid te verrichten. Berlijn werd toen hevig gebombardeerd door de geallieerden.
Op 2 februari overlijdt tijdens de evacuatie Maria Pfeill bij of in Wijk bij duurstede, De hoogbejaarde vrouw woonde in de Westluidensestraat E34 en was 88 jaar.
Jan van Alphen vermeldt in zijn boek ‘Tussen Waal en Lek, 1939 – 1945’ op 6 februari het overlijden van de heer Kegelaar uit Tiel. Hij zou in Echteld in februari 1945 verdronken zijn bij een poging inwoners van Echteld uit het overstroomde gebied te redden. In het register van Tielse oorlogsslachtoffers ontbreekt zijn naam echter.
Gebruikte bronnen bij dit artikel:
Houdt goede moed, Tiel tijdens de eerste wereldoorlog; belevenissen en wederwaardigheden uit de dagboeken van G.C. van Dee, G.W. Bouwhuis en B.P.F. Bruggeman; bewerkt door Rutger van der Zalm
Waar blijven de Tommies? Dagboek uit 1944 -1945 van Lies ten Bokkel Huinink;
Kalendarium van Tiel, deel 4; uitgave van de Vereniging Oudheidkamer Tiel en samengesteld door leden van de Historische werkgroep Tiel.
J. van Alphen; Tussen Waal en Lek
Website: Oorlogsslachtoffers in Tiel
Jan Papo; Roeien voor de vrijheid; eigen uitgave
Victor Laurentius; De Betuwe in Stelling; Arend Datema Instituut, Kesteren.
C.D. Feijten; Vijf jaren leed in het land tusschen Maas en Rijn ; A. van Loon, Tiel
Oorlogsdagboek van Eva Janssen, een vijftienjarige tiener in oorlogstijd, november1944 t/m oktober 1945; Uitgave Regionaal Archief Rivierenland.
Journalist Rutger van der Zalm schreef in de periode 1994/1995 een artikelen reeks in Dagblad De Gelderlander. Hieruit is ontstaan het boek Houdt Goede Moed, Tiel tijdens de Oorlog ’40 – ’45 met de dagboek bijdragen van G.G. (Truus) van Dee, G.W. (Gerrit) Bouwhuis en B.P.F. Bruggeman. Het boek is gedrukt bij Drukkerij St. Maarten van zoon Marcel. In 1995 aangeboden door Truus van Dee aan burgemeester van Tellingen. Zie:
https://detielenaar.nl/historie/2020/05/aanbieden-1ste-exemplaar-van-het-boek-houdt-goede-moed-1995/
Reacties zijn gesloten.