Logistieke Hotspot blijkt meer werk dan gedacht

Door Walter Post op woensdag 12 augustus 2015, geplaatst in Opinie.

TIEL Er wordt al jaren gewerkt aan de komst van nieuwe logistieke bedrijven naar het rivierengebied. Maar voordurend lijken er kinken in de kabel te komen, want waar blijven al die nieuwe bedrijven toch? Even geduld nog. Het komt goed, zeggen Peter Smaal en Jan Looman, projectleiders van de Logistieke Hotspot Rivierenland (LHR).
Het vormen van een netwerk van bedrijven, overheden en investeerders duurt lang, geeft Smaal toe. Maar ze willen eerst een sterke organisatie, waar klanten feilloos worden geholpen. Dat vergt veel masseren, en vooral veel werk. “We zijn inderdaad al een tijd bezig de definitieve inschrijving van de deelnemers aan de LHR af te ronden. Dat betekent per deelnemer twee verklaringen notarieel laten opstellen, laten ondertekenen en het deelnamegeld te laten storten. Voor buitenlandse bedrijven moet je de zaak soms op het hoofdkantoor regelen. Dat vraagt tijd.”
Er zijn inmiddels zeshonderd deelnemers -die geld hebben gestort voor een werkkapitaal- aan de LHR, die zo een netwerk vormen dat elkaar kan helpen aan opdrachten. Niet slecht, het idee wordt door bedrijven en overheden gedragen, maar waar blijven die investeerders met hun aankopen van bedrijfsgrond? Meermalen al werd gerept van Chinese bedrijven met interesse, ze zijn rondgeleid in het gebied, maar kopen doet kennelijk nog niemand.
De gemeentebesturen in Rivierenland hebben allemaal al getekend voor hun aandelen en geven bij verkoop van bedrijfsgrond in Zaltbommel, Tiel, Geldermalsen, Culemborg of elders een percentage van de opbrengst aan LHR.
Er is echter nóg een horde te nemen, voordat het verkopen van bedrijfsgrond kan beginnen: de provincie Gelderland. Het nieuwe provinciebestuur maakt werk van logistiek in Zuid-Gelderland door te proberen logistieke organisaties in de Liemers, Nijmegen en het rivierengebied te laten samenwerken. Het project wordt samengevat als ‘Logistics Valley’. En dat is ook een langzaam draaiende molen.
Smaal: „We zijn het met die plannen eens. Zeker internationaal gezien moet je als regio’s niet los van elkaar opereren. Voor Chinese bedrijven is het onderscheid tussen die drie niet te maken. Maar willen we gezamenlijk op wereldschaal iets betekenen, dan vinden we dat het provinciebestuur dat mede zou moeten faciliteren. We doen er aan mee omdat we er meer kansen door krijgen de regionale economie in Rivierenland te stimuleren.”
Wat niet wil zeggen dat de LHR tot die tijd stilligt. Smaal: „We zijn kennelijk al zo bekend, dat we in landelijke bevragingen van bedrijven of investeerders komen bovendrijven als een van de meest aantrekkelijke vestigingsgebieden. Dit jaar werden we aangewezen als de op vier na beste vestigingslocatie van Nederland. Dat betekent voor ons dat we op een goede manier werven en ons in een netwerk bevinden dat uiteindelijk kopers van bedrijfsgrond in het rivierengebied op zal leveren.”