Dat mooie pakje brood-Column
Door Walter Post op vrijdag 2 oktober 2015, geplaatst in Historie.
Dat mooie pakje brood
Elke ochtend zie ik mijn buurman naar zijn werk gaan, pakje brood in de hand. Niet veel later stap ik ook op de fiets, pakje brood in het koffertje. Niks aan de hand, zou je denken. Maar het is bijzonder. Dat realiseerde ik me toen ik vrijdagmorgen, de buurman was net weg, in deze krant las over oudere werknemers die kennelijk toch zo langzamerhand nodig blijken. Het aantal prepensionado’s is groot, terwijl de behoefte aan wat rustiger, ervaren krachten groeiend is. Mijn buurman en ik zijn even oud en op een leeftijd dat velen om ons heen allang niet meer werken.
Met enige afgunst constateer ik elke zomer weer dat er op doordeweekse dagen, wanneer ik over een of andere dijk of binnenweg rijd op weg naar een verhaal, wel erg veel van die grijsaards met een wegenkaart op hun fiets onderweg zijn. Zij wel en ik niet. Sommigen zijn volgens mij zelfs jonger dan ik zelf ben.
Maar goed, wat doen die mensen in de winter dan? Naar Benidorm? Dat oord van haat, nijd en duur betaalde import-hagelslag? Lijkt me niks.
Ik ken een Tielse boekhandelaar die zijn zaak verkocht en naar een tropisch buitenland vertrok. Of naar een Italiaanse buitenlander- enclave geloof ik. Dat is een paar jaar leuk, vertelde hij me toen hij eenmaal terug was. Maar je verveelt je te pletter op den duur. En je leert er toch niemand écht kennen die daar woont. Geen wonder, het zijn allemaal passanten. Een mooie manier om in UmbriÎ dorpjes op het platteland leefbaar te houden. Dat we daar hier niet aan gedacht hebben. De autochtonen knopen bewust geen banden met je aan in die streken, je gaat toch weg zodra je je heup breekt.
Afgelopen week bezochten we een vriend in Amsterdam, 70 inmiddels. Hij presenteerde een paar jaar terug zijn jongste documentaire waarin tal van kunstenaars uit onze regio vertellen hoe de brede rivier hen inspireert of ruimte tot denken biedt. Hij is alweer bezig met twee nieuwe filmplannen, het maken van een film is vooral veel voorbereiding, zo leerden we. Hij moest weer wat doen, was zijn stelling. Wie geen doel heeft in zijn leven, leeft niet. En het leven wordt er niet langer op, toch?
Zo’n hele lange vakantie na een leven bij een baas lijkt wel mooi, maar is ook moeilijk om door te komen. Het wordt plots stil om je heen. Ineens ben je veel mensen die je kende kwijt, je ontleent immers datgene wat je denkt dat je bent voor een belangrijk deel aan je activiteiten. Vakantie moet iets speciaals blijven.
Reacties zijn gesloten.