De Tielse hoefssmidsschool
Door Huub van Heiningen op maandag 6 februari 2017, geplaatst in Openbare ruimte, Historie. Plm 40 jaar oude opname met de ziekenbarak van Bethesda. H = hoefsmidsschool
Het gebouw van wat ooit een van de meest pretentieuze Tielse instellingen leek te zijn, wordt vertimmerd voor bescheiden woondoeleinden. Het gaat om de in 1907 gebouwde Hoefsmidsschool aan de Tweede Achterstraat. Regenten en hereboeren die hun tijd niet begrepen, wilden Tiel hiermede op de kaart zetten. Maar de komst van de auto blies het kaartenhuis omver.
De Tielse Hoefsmidschool werd op 1 juli 1908 geopend door de directeur-generaal van landbouw en talrijke andere autoriteiten. De school de eerste van zijn soort in Nederland en van geweldige betekenis voor de paardenfokkerij was het product van een samenwerking tussen de Geldersche en de Overijsselsche Maatschappij van Landbouw. De provincie en de rijksoverheid hadden er een subsidie voor gegeven en ook de gemeenteraad van Tiel had een zuinige 100 gulden bijgepast.
De stichting van de hoefsmidschool in Tiel ademde de geest van de tweede helft van de 19e eeuw. De beide invloedrijke landbouworganisaties werden toen geleid door de hereboeren (de baronnen en vaak grootgrondbezitter) die vanuit een paternalistische visie probeerden de gewone boer vooruit te helpen. Ze verrichtten in dit opzicht vaak nuttig werk, maar ze hadden wel hun stokpaardjes.
Ze kwamen vaak te paard naar bijeenkomsten, hadden stuk voor stuk comfortabele koetsen en pronkten graag met raspaarden. Ook die moesten met hoefijzers beslagen worden naarmate straten en wegen werden verhard. In alle steden en dorpen waren smeden te vinden, die in hun hoefstallen paarden besloegen. Maar was de vakkennis van al die dorpssmeden wel voldoende om hen het beslaan van een edel raspaard toe te vertrouwen ? Ook de cavalerie had immers al sinds jaar en dag een eigen hoefsmidsschool in Amersfoort.
Er was bij de officiële opening veel lof voor het initiatief. Op de eerste plaats voor de man van wie het was uitgegaan: J.G. ridder van Rappard uit Laren. Maar de meeste lof ging naar mr. P.H.C. Tydeman, bewoner van het Ambtmanshuis, die zijn manege en de nodige grond ervoor beschikbaar had gesteld. Hij kreeg een gouden penning met oorkonde.
De gouden toekomst bleef echter uit. Zelden zal een met veel ambitie gestart initiatief zo snel zijn gestrand. Het eerste jaar werd nog gestart met vijf leerlingen maar dat aantal werd jaarlijks minder. De hoefsmidschool haalde niet eens het eerste lustrum. In de eerste weken van 1913 besloten de besturen van de landbouwmaatschappijen er niet langer geld in te blijven pompen.
Uiteraard werd niet toegegeven dat de heren de geest van de tijd niet hadden begrepen. Tiel kreeg de schuld. De stad was niet geschikt voor zoiets. Het kwam terug in 1931 toen dezelfde organisaties plannen maakten voor een tuinbouwschool in de Betuwe. In Tiel stelt men geen prijs op zoiets daar is indertijd ook de hoefsmidsschool opgeheven wegens gebrek aan leerlingen. Laten we naar Geldermalsen gaan, heette het toen. Die tuinbouwschool is toen inderdaad naar Geldermalsen gegaan en werd daar een groot succes.
Voor degenen die van Tiel het centrum van een agrarisch gebied hadden willen maken was het debacle ook wat pijnlijk omdat eerder in 1872 de landbouwschool, die Staring in Tiel had willen stichten, was terechtgekomen in Wageningen, de stad die net iets meer faciliteiten bood.
Het gebouw van de hoefsmidsschool zou echter in Tiel een belangrijke rol gaan spelen. Het werd in 1913 aangekocht door de Evangelisch Luthersche Gemeente. Die ging er in kerken en verhuurde het aan verschillende verenigingen. De gymnastiekvereniging Hellas is in dit gebouw begonnen en ook Theole gaf in de Hoefssmidsschool gymastieklessen. Omdat het zoveel buitenruimte bood was het complex erg in trek voor diverse sporten.
Terwijl andere dienstplichtigen in de Eerste Wereldoorlog 12 maanden onder de wapenen moesten, werd de diensttijd met 5 ½ maand ingekort voor degenen die blijk gaven voldoende te zijn geoefend in sport en athletiek. Dat maakte dat de curssussen die daarvoor in de hoefsmidsschool speciaal werden georganiseerd door de Afdeling Tiel van de Volksbond tegen Drankmisbruik, erg in trek waren.
Toen in de eerste dagen van 1926 in Maas en Waal de dijken braken en honderden bewoners van dat gebied hun toevlucht zochten in Tiel, werd de hoefsmidsschool ingericht als ziekenzaal voor kinderen die de mazelen hadden. Op 11 januari 1926 kwam prins Hendrik naar deze kinderen kijken. Hij reed voor met de auto.
blauwdrukken van de hoefsmidsschool in Reg. ArchiefKadasterschets van de situatie in 1910. De rij huizen op het “manegeterrein” (2788) is gebouwd in 1926
Reacties zijn gesloten.