Nieuwe functie voor Watertoren Tiel
Door Huub van Heiningen op dinsdag 6 september 2016, geplaatst in Kunst & cultuur, Openbare ruimte, Historie.
De watertoren een van de landmarks van Tiel heeft een nieuwe bestemming. Het monument is gerestaureerd en wordt bewoond. Het onderste deel word thuishaven van PIDZ dat ZZP-ers in de zorg bij elkaar brengt en kennis deelt. De watertoren, die voor veel functies is gebruikt, heeft een lange geschiedenis.
De watertoren, die al ruim 40 jaar niet meer wordt gebruikt voor de drinkwatervoorziening, is enkele jaren geleden gekocht door Van Herwijnen-Vastgoed. Die heeft de toren in de jaren vijftig landelijk bekend door de proeven met drinkwaterfluoridering met een subsidie van de provincie gerestaureerd en bewoonbaar gemaakt. Donderdag 15 september is er een officiële (her)opening.
In de loop van de jaren is de Tielse watertoren voor diverse functies gebruikt en in het nieuws geweest.
Toen in 1885 in Tiel plannen werden gemaakt voor een hogedrukwaterleiding stond al bij voorbaat was waar de toren zou komen. Dat zou de plek zijn waar de Binnenboomse Wetering ontsprong die door de bewoners van Zandwijk al in de 15e eeuw was gegraven om het kwelwater, dat op die plek in grote hoeveelheden onder de dijk door sijpelde, te lozen op de Linge. Kwelwater is vrij schoon water en dat kon hier met minimaal energieverbruik opgepompt worden. Dat leverde een groot voordeel op ten opzichte van andere startende waterleiddingbedrijven, die het water uit de rivier moesten zuiveren.
Huizen had men er nooit kunnen bouwen, maar het bedrijfsleven zag juist in die jaren een mogelijkheid om die drassige weilanden aan de Binnenboomse Wetering te gaan benutten. In 1888 kochten zowel Daalderop als de fa Bruynis (die De Betuwe zou gaan worden) daar grote stukken grond. Want daar zouden ze gemakkelijk aan koelwater kunnen komen voor de stoommachines en schoon water voor de verwerking van fruit. En er was een wetering bij de hand om op te lozen. Beide snel groeiende bedrijven hebben jaarlijks miljoenen liters water verbruikt zonder op de waterleiding aangesloten te zijn geweest.
Na er enkele jaren over gedelibereerd te hebben, zag de gemeenteraad van Tiel eer op 15 augustus van hetzelfde jaar 1888 er vanaf zèlf waterleiding te gaan exploiteren. Er werd een deskundige ingeschakeld: C.P. Metelerkamp, die al naam had gemaakt door de aanleg van waterleiding in Utrecht. Met hem werd op 19 december 1888 een overeenkomst voor de exploitatie van een waterleiding in Tiel gesloten. Metelerkamp droeg op zijn beurt de concessie over aan de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij, waarvan hij directeur was.
Metelerkamp ging voortvarend te werk. Al op 17 april 1889 werd begonnen met het inboren van de pijpen voor de watertoren; in de zomer werden onder aan de dijk in een daarvoor gebouwde loods twee stoommachines geplaatst om het water omhoog te pompen en in september werden de heipalen geslagen voor de watertoren. De gemeenteraad gaf op 31 augustus 1889 vergunning voor het leggen van de buizen in gemeentegronden, zonder dat daarvoor precariorechten in rekening zouden worden gebracht.
Ondertussen had Metelerkamp ook een administrateur (directeur) gestrikt. Dat was J.A. Heuff Azn (1843-1910) een zeer vermogende vrijgezel, die in Delft een technische opleiding had gevolgd en landelijke bekendheid genoot als schrijver van blijspelen en historische romans onder het pseudoniem Huf van Buren. Heuff was zeer actief in het verenigingsleven, gaf veel lezingen en was o.a. mede-oprichter van de Oudheidkamer. Zijn kapitale villa Walstede aan de Konijnenwal werd nu ook kantoor van het waterleidingbedrijf.
Op de laatste dag van 1889 werd het reservoir boven op de watertoren volgepompt en liet men langzaam maar zeker ook de in de binnenstad gelegen buizen vollopen. De 85 brandkranen werden in eerste weken van 1890 beproefd en toen begon ook het overleg over de feestelijke opening van de waterleiding. Vanuit zijn paternalische visie vond Heuff dat het vooral ook een feest voor de bevolking zou moeten worden. In de gemeenteraad van 15 januari 1890 werd er lang gepraat over de vraag of er uit de gemeentekas een bijdrage voor de feestelijke opening zou worden gegeven. Onder het motto je moet iets goed doen of niks doen besloot de raad met 8 stemmen vóór en 3 tegen 300 gulden beschikbaar te stellen. Heuff moest het verder maar regelen.
Nadat burgemeester Hasselman op 5 april de waterleiding officieel in gebruik had gesteld, volgde er op vrijdag 25 april een groot feest. Daarvoor waren drie locaties uitgekozen: de bovenzaal van De Beurs, het Spaarbankgebouw en het Plein. Op het Beursplein was een fontein opgericht met groen getooid en door leeuwenbeelden geflankeerd. Op Het Plein stonden twee door rotswerk omgeven fonteinen en tegen de Groote Societeit stond een verlichte maquette van de watertoren. Op dat Plein werd die avond een concert gegeven voor het volk. In de bovenzaal van De Beurs kwamen om half drie de genodigden bijeen. Na een lange technische uiteenzetting van Metelerkamp prees de burgemeester de constructie waardoor ook de minder met aarsche goederen bedeelde van de waterleiding kan profiteeren. s Avonds werd er in het Spaarbankgebouw een bal georganiseerd, waarvoor in beginsel iedereen welkom was maar de toegang toch werd afgeremd door het heffen van entree ten bate van het stedelijk ziekenhuis.
Het bedrijf deed inderdaad zijn best om ook in de arbeiderswijken drinkwater te leveren. Er werd een tarieft vastgesteld: 15 liter voor 1 cent en voor armlastigen ½ cent voor dezelfde hoeveelheid. Dat werd snel wat simpeler gemaakt wie in een huis woonde waarvoor minimale huur werd betaald kreeg drinkwater voor een stuiver per week. Voor deze afnemers werd ook de leiding tot aan de voordeur gratis aangelegd. Toch duurde het nog een kwarteeuw voordat alle 26 openbare pompen in de gemeente werden drooggelegd.
De watertoren werd tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog vanuit Maas en Waal beschoten door de Engelsen, die wilden beletten dat de bezetter hem gebruikte als uitkijkpost. Direct na de Bevrijding en al voordat de meeste Tielenaren terugkeerden in de stad werd de toren door Beutener herbouwd op de oude voet. De watertoren kreeg een veel soberer architectonische stijl.
Jarenlang functioneerde de toren en het waterleidingbedrijf, dat op 10 augustus 1926 door de gemeente was overgenomen, tot tevredenheid en niet anders dan tientallen soortgelijke bedrijven in ons land. In 1953 echter kwamen de toren en de Tielse waterleiding landelijk in het nieuws door de fluorisering. Tandartsen en de Gezondsheidraad hadden er al jarenlang voor gepleit om naar Amerikaans voorbeeld fluor toe te voegen aan het drinkwater om tandenbederf, vooral bij kinderen, tegen te gaan. Onder leiding van prof. Backer Dirks werd een proefproject op touw gezet, waarbij de Tielenaren gefluorideerd water te drinken zouden krijgen en de gebitten van de kinderen zeer regelmatig werden gecontroleerd. Om de resultaten te kunnen meten zou datzelfde gebeuren met de kinderen uit Culemborg, waar uiteraard geen fluor in het drinkwater zat.
Op 9 maart 1953 nam Backer Dirks een door hemzelf ontworpen apparaat in de watertoren in gebruik, waardoor aan het drinkwater fluoride werd toegevoegd. Om het resultaat niet de beïnvloeden was aan de media gevraagd hieraan geen ruchtbaarheid te geven. Dat stond er garant voor dat de fluoridering van het Tielse drinkwater landelijk nieuws werd en het verzet op gang kwam.
De proef heeft 16 ½ jaar geduurd en bleek uit een oogpunt van tandheelkunde gunstig effect te hebben. De Culemborgse kindertanden hadden meer en ook diepere gaten dan de Tielse. Maar er was een stevige en principiële tegenlobby ontstond. Wat belet nu nog een overheid om iets in het drinkwater te stoppen waardoor de menselijke vruchtbaarheid wordt afgeremd ?. Verzet kwam er ook wel vanuit de ziekenhuizen en vooral ook vanuit de tuinbouw, die het fluor in het drinkwater aanwees als de oorzaak van slechte gewassen. Waarom dwang, heette het ook; stop het spul in de tandpasta of distribueer het in tabletvorm.
Toch zou in deze jaren waarin de overheid nog meende voor ieders welzijn verantwoordelijk te zijn, in 1976 niet zijn besloten de fluoridering te stoppen, als minister Irene Vorrink geen onvergeeflijke fout had gemaakt. Zij wilde in de Tweede Kamer de fluoridering, waarvan ze een groot voorstander was, een wettelijke basis te geven en gebruikte daarbij als argument, dat er een simpel apparaatje bestond, dat op de waterkraan kon worden aangesloten waardoor de fluor weer uit het water kon worden gefilterd. Dat maakte indruk, maar toen bleek dat het apparaatje helemaal niet bestond, was de pleit snel beslecht. Er is geen wettelijke basis voor gekomen en toen kon de fluoridering vrij gemakkelijk door de rechter verboden worden. Daardoor stierf de fluoridering in Tiel een stille dood en stond de apparatuur van Backer Dirks lang in de watertoren te roesten. Die is nu bij de TU in Delft.
In het begin van de jaren zestig, toen de wereld vreesde dat er met atoombommen gesmeten zou worden en ook in Tiel de BB (Bescherming Bevolking) actief was, werd er op het dak van de watertoren een apparaat geplaatst om atoomdruk te meten. In de toren was een wachthuisje gemaakt waarin soms vier BB-ers de wacht hielden. De “grondnulpuntmeter” bestond uit een cylinder met gaatjes waardoor bij een explosie de lichtflits een gaatje zou moeten branden op lichtgevoelig papier aan de binnenzijde. Op 17 februari 2000 heeft de toen 70 jaar oude ex-BB-commandant deze apparatuur verwijderd (zie foto).
Maar het was vooral het beëindigen van de fluoridering die de functionele dood van de watertoren inleidde. Op 1 oktober 1969 had de gemeenteraad de concessie uit 1889 al overgedragen aan de Waterleidingmaatschappij Gelderland in Deil en die ging nu ook in Tiel drinkwater leveren vanuit een kersvers pompstation in Zoelen. Op 23 januari 2002 verkocht de altijd naar geld zoekende raad van Tiel zijn aandelen aan het Waterbedrijf Gelderland. De gemeente had geen belangstelling voor de watertoren – die kwam in particuliere handen.
Reacties zijn gesloten.