Wat is een naam 9; DE CONINGINNE
Door Huub van Heiningen op dinsdag 12 juli 2016, geplaatst in Kunst & cultuur, Historie.
Een van de bekendste herbergen van Tiel was te vinden aan de Kleibergsestraat op de locatie waar nu Keba zaken doet. Daar heeft meer dan twee eeuwen de Coninginne uitgehangen. Soms voluit de Coninginne van Englant, want het ging om een eerbetoon aan de Engelse koningin Elisabeth I (1558-1603), de befaamde roodharige dochter van Hendrik VIII, die het stadsbestuur geld geleend had.
Toen Tiel in 1578 door Diederik Vijgh gedwongen werd de kant van de Opstand te kiezen, drongen vanuit het zuiden de Spanjaarden al op om de in de ogen van Philips II rebellerende gewesten weer op de knieën te krijgen. Hoewel die opstandige gewesten zich ondertussen hadden aaneengesloten als de Republiek der Verenigde Nederlanden, werd de situatie door de moord op Willem van Oranje in 1584 zo kritiek dat de Staten-Generaal steun zochten bij de Engelse koningin. Die stuurde Robert Dudley, graaf van Leicester, met 6000 man troepen over de Noordzee.
Leicester, die als veldheer de ene slag na de andere verloor en vanuit Utrecht probeerde een centrale macht op te bouwen, kwam al vrij snel in botsing met de Haagse heren en werd in 1587 door Van Oldenbarnevelt het land uitgejaagd. Diederik Vijgh echter, alleenheerser in Tiel, kon kennelijk beter opschieten met de merkwaardige vriend van koningin Elisabeth. Want hoewel Gelre ondertussen al jarenlang Staats was, had Vijgh een grenzeloos wantrouwen tegen het Hof in Arnhem. Zo kon het gebeuren dat de stad Tiel geld leende van de Engelse koningin voor de fortificaties en om het garnizoen te betalen. In 1586 opende Vijgh zelfs zittingen van de rechtbank in Tiel namens de Engelse koningin. Pas ongeveer tien jaar later kon Maurits de Koning van Tiel stap voor stap in het Staatse gareel brengen. Tiel moest nog jarenlang uit de opbrengst van de accijnzen de schuld aan Elisabeth aflossen.
Mogelijk is al in Leicesters tijd door aanhangers van Vijgh een daar al bestaande herberg omgedoopt in de Coninginne van Englant. In 1600 en nog ongeveer 20 jaar daarna werd die geëxploiteerd door Coen Huberts. Daarna werd het Aert Hendriks Paus, die evenals zijn zoon en kleinzoon de Paus van Tiel werd genoemd. Het ging de familie voor de wind, want rond 1700 hoorden drie huisjes erachter en een tot de stadswal reikende stalling al tot de Coninginne. De naam komt vele malen terug in de archivalia en verdwijnt daaruit pas in de Napoleontische tijd.
Deel van de eerste kadastrale kaart van 1833 met de locatie van de herberg De ConinginneTransactie uit 1685 waarin de herberg een rol speeltElisabeth I in vol ornaat
Reacties zijn gesloten.