Politici

Door Huub van Heiningen op woensdag 1 juli 2015, geplaatst in Politiek.

Het zal menigeen verbazen van mij te horen dat ik van alle politici de VVD-ers doorgaans het aardigst vind. Een aantal ervan rekende ik decennia geleden al tot mijn beste vrienden – ook al was ik het met hun politieke opvattingen vaak hartgrondig oneens.

In het voorjaar van 1983 bezocht een delegatie van de liberale fractie in de Tweede Kamer het stadsbestuur van Tiel en hoorde ik op het stadhuis, dat de bijeenkomst besloten zou zijn. Toen ik de deur naar buiten opende liep ik tegen het VVD Tweede Kamerlid Albert-Jan Evenhuis aan, die me de hand schudde en zei : “ha, voorzitter; ik ben gebeld dat het besloten was, maar als je me je naam en telefoonnummer even geef, bel ik je vanavond”. Hij schreef de gevraagde gegevens op, maar ik was de geinige vergissing al weer vergeten toen ‘savonds om half elf de telefoon rinkelde. Het was Albert-Jan, die ergens in Drenthe met de benen op tafel en een glas wijn voor zich, graag wilde bijpraten.

Dat was het begin van een merkwaardige relatie: bijna drie jaar werd ik ongeveer eens per zes weken vrijdagavond door hem gebeld om te praten over politieke perikelen in de VVD. “Daar is die man uit Sleen weer – ik ga maar vast naar boven” zei mijn echtgenote dan. Hoewel ik nooit de behoefte voelde het hem te vertellen, moet hij vrij snel geweten hebben dat ik geen VVD-er, laat staan afdelingsvoorzitter was. Hij wist dat ik als journalist van De Gelderlander gedetacheerd was op het provinciehuis van Arnhem en merkte soms op dat hij graag gebruik maakte van het feit dat ik zoveel mensen kende.
Over Tiel kon hij me die eerste avond niks nieuws vertellen – het college van B&W zocht wegen om er zoveel mogelijk grond van de buurgemeenten bij te krijgen. Maar er werd in die dagen ook gezocht naar een opvolger voor Molly Geertsema, de commissaris van de koningin in Gelderland en er circuleerden allerlei namen in de media. Ook die van twee prominente VVD-ers, die, zo vertelde Evenhuis me, beide gesolliciteerd hadden en er nu ongeveer slaande ruzie over hadden gekregen. Ook Koos (Rietkerk toen minister van binnenlandse zaken) had zich ermee bemoeid, maar elk van beiden had gedreigd de VVD de rug toe te keren als de ander het zou worden. Met de minister had Evenhuis nu afgesproken dat er maar een derde met het been vandoor zou moeten gaan – in dit geval iemand die nog nooit was opgevallen in het politieke landschap. ‘Maandag ga ik Mat de Bruyn in Amersfoort bellen dat hij nog dezelfde dag een sollicitatiebrief op de post moet doen”.

Een “vette primeur” voor de voorpagina ? Commissaris uit de hoge hoed !. Toch maar niet. In Den Haag worden uitgelekte namen doorgaans geschrapt. Ooit heb ik – onder Beel nog – een jongeman een burgemeestersbaantje door de neus geboord door aan de Volkskrant te verkopen, dat zijn naam door de CvdK op de eerste plaats was gezet. Daarna kwam ik erachter dat ik voor een karretje gespannen was in een persoonlijke vete en sprak ik met mijzelf af, zoiets nooit meer te doen. Bovendien raakte ik later bevriend met de man die ik voor een paar zilverlingen een loer gedraaid had. Zijn politieke carrière heeft daar niet onder geleden. Maar we kwamen bij elkaar over de vloer en het is heel rottig blijven voelen. Ik heb het hem nooit durven vertellen. Vorig jaar overleed hij.

Daarenboven kreeg ik sinds de vorming van het kabinet-Den Uyl in 1973 regelmatig bezoek van mijn oude vriend Piet Stoffelen, PvdA-kamerlid en belast met de taak katholieke PvdA-ers te zoeken voor burgemeestersposten in Brabant. Ook hij kwam buurten omdat ik zoveel mensen in Gelderland en Brabant kende. Ik heb erop gelet dat beide bronnen niet in elkaar overliepen en van die contacten enorm veel geleerd. Bijvoorbeeld dat heel wat burgemeesters en sollicitanten voor die job lid waren van twee partijen. Eén zelfs van drie. En dat je als journalist moet proberen erachter te komen hoe de hazen lopen door ze niet af te schieten.

Enkele dagen nadat ik zijn naam had gehoord, heb ik telefonisch met Matty geregeld, dat hij me onmiddellijk nadat zijn benoeming officieel was, een exclusief interview zou geven. Op een vrijdagmiddag drukte ik dus op de bel in een rijtjeshuis in Amersfoort. Het klikte direct. We zaten al snel naast elkaar voor zijn boekenkast (waarin ik ook titels van mezelf herkende) om urenlang te classineren over waterstaatsrecht en geschiedenis – een wederzijdse hobby. Op de vloer kregen we koffie geserveerd door zijn echtgenote, die op tafel briefjes had liggen met antwoorden op vragen die zij verwacht had. Toen ik haar zei dat de boekenkast al alles had verteld wat ik weten wilde en vertrok, zag ik aan haar gezicht, dat ze me een vreemde vogel vond.

Over onze relatie op het provinciehuis misschien later. De helaas jong overleden Mat de Bruyne was een onvoorstelbaar gesloten man, die elke vorm van publiciteit uit de weg ging. Er zijn dan ook nauwelijks foto’s van hem te vinden. Ger Loeffen bleek er een te hebben uit 1988. Wat oudere streekgenoten moeten ook de mensen, die hem De Bruyne daarop vergezellen, kunnen herkennen.

Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op de Facebookpage van Huub van Heiningen

.

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights