De overdracht van de Sint Maarten op 26 januari van de Protestantse Gemeente Tiel aan de burgerlijke gemeente Tiel is een goed moment om aandacht te besteden aan de bewogen geschiedenis van de Sint Maartenskerk en de kerkgenootschappen die er gebruik van maakten.
Fotoalbum onder de tekst.
De tijd voor de reformatie
In het boek ‘Versteend Verleden’ van Huub van Heiningen lezen we dat Tiel vanaf ongeveer het jaar 900 twee grote kerken bezat. Dat waren de Sint Maartenskerk en de Sint Walburgkerk. Beide kerken boden plaats aan 600 tot 800 personen. Alle Tielenaren konden er gelijktijdig een plaats vinden. De Sint Walburgkerk die zich op het huidige Kalverbos bevond was de kerk voor de invloedrijke en welgestelde inwoners. De Sint Maarten was de kerk voor het gewone volk. Het was naast het religieuze gebouw waar dagelijks missen gelezen werden, het centrum van de hele Tielse gemeenschap. Het gebouw had tal van publieke functies. De leden van de verschillende gilden hadden er niet alleen een eigen altaar, maar hielden er ook hun bijeenkomsten. Er werden opleidingen gegeven, brood uitgedeeld aan de armen en wanneer overheden iets belangrijks mede te delen hadden werd je via het luiden van de kerkklokken uitgenodigd naar de kerk te komen om het nieuws te vernemen. De pastoor las vanaf de kansel ook allerlei lokale nieuwtjes voor. Via de kansel werden de inwoners geïnformeerd over gerechtelijke uitspraken en werd de opsporing van vermiste personen verzocht. Een hypotheekregister bestond nog niet, maar de pastoor vertelde in opdracht van het stadsbestuur wie een lening had afgesloten en hoe groot het geleende bedrag was. De kerk was ook lang het enige stenen gebouw in de stad. Dat moest groot genoeg zijn om een veilige schuilplaats te kunnen bieden aan de inwoners in geval van brand of een vijandige aanval.
De toren functioneerde als uitzichtpunt van stadswachten. Hij was ook een baken en herkenningspunt voor schepen die op de Waal voeren. De klokken riepen niet alleen op voor het bijwonen van de eredienst. Zij gaven ook de tijd weer en waarschuwden voor onheil.
Naast het hoofdaltaar waren er voor de reformatie in de Sint Maarten meer dan twintig zij- of neven altaren. Sommigen waren gewijd aan belangrijke heiligen zoals Maria. De meesten waren echter in beheer van de gilden, die daar hun patroonheiligen vereerden. De kerk was, zoals toen in alle katholieke kerken rijk versierd en je vond er tal van heiligenbeelden. Het feest van de naamgever Sint Martinus van Tours werd ieder jaar groots gevierd. In 1327 verleende de paus een aflaat van 40 dagen aan eenieder die de kerk op bepaalde feestdagen bezocht of schenking deed.
De reformatie
De opkomst en snelle groei van de reformatie had verschillende oorzaken. Binnen de heersende kerk waren allerlei misstanden ingeslopen. Een flink aantal priesters op belangrijke posities hielden zich niet aan het celibaat, verrijkten zich, de verkoop van aflaten riep weerstand op . De manier waarop de kerk gelovigen dwong zich aan de kerkelijke regels en plichten te houden was ook een factor. Andere factoren waren het feit dat veel katholieken sympathiek stonden tegen de Spaanse overheerser, verschil in theologische opvattingen, macht zucht van de adel, die zich beknot voelde door de ook politiek en bestuurlijk machtige kerk. In tegenstelling tot veel andere plaatsen kwam de reformatie in Tiel laat en langzaam op gang. De contra-reformatie, een verbeteringsbeweging binnen de katholieke kerk, had de kerk meer spankracht gegeven en bestuurlijk gezien was er in Tiel langer dan elders een terughoudende opstelling ten opzichte van de reformatoren. Pas in 1578 gaat Tiel over naar het nieuwe geloof. De Sint Maartenskerk word dan ontdaan van de ‘katholieke’ inrichting. Beelden en altaren worden verwijderd en verbrand op het kerkhof rond de kerk, om de kerk geschikt te maken voor de nieuwe godsdienst. Maar vreemd genoeg blijft de kerk nog tot 1580 in gebruik van de Rooms-katholieken. Op zich logisch want de katholieken in Tiel bleven nog lang de grootse bevolkingsgroep. Toen in 1580 de pastoor van de Sint Maarten stierf werd deze in hervormde handen gegeven en kreeg de Sint Maartenskerk zijn eerste predikant.
Het waren voor veel Tielenaren roerige en pijnlijke jaren. De gereformeerden zoals de nu Nederlands hervormden toen genoemd werden, moeten hun kerkorganisatie van de grond af opbouwen en de gemeenschapstaken die de katholieken hadden vervuld over nemen. Dat verliep niet altijd vlekkeloos en kostte tijd. Gestaag groeide het leden aantal van ‘de nieuwe kerk’. Daarbij speelde voor de armen mee dat je om voor bijstand in aanmerking te komen lid van de gereformeerde kerk moest zijn. Ook het vervullen van publieke functies was voorbehouden aan de aanhangers van het nieuwe geloof. In vergelijking met de onbarmhartige houding van de katholieken over wat men ‘ketters’ noemde, was het beleid van de nieuwe heersers ten opzichte van andere geloven en of geloofsrichtingen een stuk milder. Bijna twee jaar na de Franse bezetting in 1672 werd de kerk weer in gebruik gegeven aan de katholieken.
De bouwgeschiedenis van de Sint Maarten

Toen in 1957 besloten werd om de door de oorlog zwaar gehavende Sint Maarten weer in zijn oude glorie te herstellen werd er eerst diepgaand archeologisch onderzoek verricht. Naast veel menselijk resten, de kerk bleek op een begraafplaats te zijn gebouwd, werd toen duidelijk dat de oudste bouwresten uit de negende eeuw dateerden. Sindsdien is de eenvoudige zaalkerk tot de reformatie vele malen uitgebreid. Men spreekt wel van de tien gedaanten van de kerk. Eerst kreeg het zaalkerkje zijbeuken, toen kwam een romeinse toren en in de jaren 1300 -1325 een vroeg gotisch-koor. Vervolgens kreeg de toren een spits. In 1488 werd het koor uitgebreid. En in 1500 werd dit uitgebreid met een zuidhoek
In januari 1558 woedde er een grote storm, die in de stad veel schade teweeg bracht. Van de Sint Maartenskerk knapte toen het bovenste houten deel van de toren. De neerstortende spits vernielde een deel van het schip van de kerk. In 1554 wordt in de Sint Maarten een museum gebouwd om een schenking, die bestond uit vele boeken en een zilveren misgewaad, dat nog gebruikt is in Engelse koninklijke kringen. Waarschijnlijk werden daar ook eigen kerkschatten tentoongesteld.
In 1560, toen de reformatie al duidelijk in zicht was begon de laatste pastoor van de Sint Maarten, Petrus van Teeffelen aan een grootscheepse uitbreiding. Daarmee zou de Sint Maarten de grootse kerk van het Hertogdom Gelre moeten worden. Daarvoor deden tientallen Tielenaren grote schenkingen. Met tussenpozen werd het plan uitgevoerd, maar het nieuwe deel is nooit helemaal klaar gekomen en in gebruik genomen. In het grasveld tussen de huidige kerk en de losstaande Gerfkamer, vroeger sacristie, kun je zien hoe groot de kerk had moeten worden. Van Heiningen vermoedde dat de bouw van die enorme en dure uitbreiding een soort inhaalslag was om de grote culturele achterstand van Tiel ten opzichte van Hollandse en Vlaamse steden in te lopen. Het deel dat klaar was toen de bouw definitief werd stilgelegd, was indrukwekkend. In de achttiende eeuw werd het half afgebouwde deel gesloopt en kwamen er paardenstallen op die plek.
In de eeuwen daarna is er weinig aan het gebouw veranderd. Regelmatig was er wel gesteggel tussen Het kerkbestuur en de gemeente over de kosten van onderhoud. Niet zelden trok de burgerlijke overheid, die geheel uit leden van de kerk bestond, de portemonnee. De kerk had ook veel invloed op de burgerlijke instellingen zoals het Oud Burger Mannen- en Vrouwenhuis en het Burger Weeshuis. Tijdens de laatste oorlogsjaren werd de kerk ernstig vernield. Door beschietingen vanuit Wamel. Jarenlang waren de restanten een stille getuige van het oorlogsleed dat Tiel trof. In 1957 werd besloten de kerk in zijn oude burgerlijke glorie te herstellen. Het herstel werd in 1964 afgerond. Daarbij werd de kerk verrijkt met een carillon en in 1965 met een fraai orgel afkomstig van de hervormde gemeente Dordrecht.
Hoe het verder ging met de kerk en de geloofsgemeenschap
Binnen het nieuwe geloof bleef de eenheid niet lang in stand. Het begon met de scheiding van Remonstranten en Contra-Remonstranten. Later volgden meer afscheidingen. Binnen de Hervormde gemeente in Tiel ontstond eind achttiende eeuw ook een scheiding tussen een orthodoxe en meer vrijzinnige richting. De bekende en vermogende dames Spiering waren fervente aanhangers van de orthodoxie en bouwden daarvoor zelfs een eigen gebouw, de Eben Haëzerkerk in de Gasthuisstraat. Begin 1971 presenteert de kerkvoogdij van de Nederlands hervormde gemeente het voorstel om de Sint Maartenskerk te sluiten. En de Eben Haëzer voortaan te gebruiken. Die kerk had toen al door het dalend aantal kerkgangers voldoende ruimte om alle kerkgangers een zitplaats te bieden. Dat ging niet door en de Eben Haëzer ontkwam niet aan de sloophamer. De actie leverde wel de stichting vrienden van Sint Maarten op, die geld inzamelden voor het onderhoud van de kerk. Rond de zeventiger jaren ontstond er als gevolg van de oecumenische beweging ook toenadering tussen Rooms-Katholieken en de Hervormden in Tiel. Dat resulteerde in jaarlijks enkele gezamenlijke diensten rond kerkelijke hoogtijdagen en later samenwerking op maatschappelijk gebied en een gemeenschappelijk vormingsprogramma. In 2004 besloten de Gereformeerde, Lutherse en Nederlands Hervormde gemeente in Tiel in navolging van een landelijke fusie samen verder te gaan als Protestantse Gemeente Tiel. De Gereformeerde kerk werd afgestoten en is nu in gebruik als Sociaal Plein. Na de nodige aanpassingen werd De Hervormde Kerk in Drumpt de hoofdkerk en de Sint Maarten werd louter nog gebruikt bij diensten op hoogtijdagen. Verder werd de kerk gebruikt voor allerlei profane zaken zoals (orgel)concerten, uitvoeringen van koren, herdenkingen en tentoonstellingen. In financieel opzicht drukten de onderhoudskosten te zwaar op de kerkgemeenschap. Toen het onderbrengen in een stichting niet lukte, besloot de kerkelijke gemeente de kerk te verkopen. Om te voorkomen dat de kerk mogelijk in verkeerde handen zou vallen besloot de gemeente Tiel tot aankoop. Het was mooi om te zien dat de afscheidsdienst een oecumenisch tintje had en vertegenwoordigers en leden van de beide godsdiensten die eigenaar en gebruiker van de Sint Maarten waren geweest, getuige waren van het afscheid. De eerste zorg van de gemeente was om door aankoop Tiels oudste, grootste en meeste gezichtsbepalend monument voor de stad te behouden en te kunnen beslissen over de toekomstige functie van de kerk. Wat die functie precies wordt, is nog niet bekend. Het gebouw is in goede handen en is vooralsnog weer ‘De Kerk van het Volk’.
Fotoalbum:
zie ook: https://detielenaar.nl/nieuws/2025/01/de-sint-maarten-is-weer-van-alle-tielenaren/
Bij het schrijven van deze bijdrage werd gebruik gemaakt van:
De lezing van Wim Veerman: Mensenwerk – Mensenkerk, uitgesproken tijdens de afscheidsdienst op zondag 26 januari
Diverse auteurs van de historische werkgroep Tiel: Het Kalendarium van TieL
Van Heiningen, H, 1999, Versteend Verleden
Van Heiningen, H, 2017, De Gilden van de stad Tiel
Diverse websites
Reacties zijn gesloten.