TIEL Dodenherdenking in de Sint Maartenskerk, stille tocht en kranslegging bij het oorlogsmonument op het Kerkplein.
De tekst van het programma boekje staat onder de fotoserie.
Fotoserie:
De tekst uit het programma boekje
Dodenherdenking 2018
Onder auspiciën van het gemeentebestuur van Tiel herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties
Medewerking
Dhr. Ir. J. Beenakker, burgemeester van Tiel
Het Tiels Madrigaal Koor o.l.v. Frits Hendrich Orgelbegeleiding en orgelsolo Ben Middeldorp
Het Tiels Mannenkoor o.l.v. Mariette Effing
Emile Smit (Historische Werkgroep Tiel): voordracht
Luuk Meeuwsen en Ruben Voorneveld (leerlingen van De Prins Clausschool): voordracht
Max van den Hurk (RSG-leerling): voordracht
Jan Koelemeyer: omfloerste tromspeler (begeleiding van de stille tocht)
Dennis van Dodeweerd en Gerben van Esterik: trompettisten van het K.T.V.M. (spelen The Last Post)
Scouting Phoenix Tiel
Gemeente Tiel
AVRI (toezicht en handhaving en verzorging vlaggen en monumenten)
Nederlands Rode Kruis afdeling Tiel en Omstreken
Vrijwilligers Sint Maartenskerk
Het monument is voor het jaar 2018 geadopteerd door de leerlingen van De Prins Clausschool.
1. Opening herdenking door Joke Sewalt-Wijbrandts (voorzitter van het 4 Mei Comité Tiel)
2. Het Tiels Madrigaalkoor zingt uit het ‘ Requiem ’ van Gabriël Fauré (1845-1924): “ Introït ” .
Requiem aeternam dona eis Domine et lux perpetua luceat eis. (Heer , geef hun de eeuwige rust ; en het eeuwige licht verlichte hen.)
3. Voordracht door Emile Smit
Sobibor
In juni 2010 ben ik in het voormalige concentratiekamp Sobibor geweest. Wij werden er rondgeleid door Thomas Blatt, een Poolse jood die in 1943 als een van de weinigen tijdens de opstand uit het kamp ontsnapte. Staande op het perron van de trein met het doodlopend spoor wees hij met zijn stok naar de hemel: “Toen ik hier aankwam, was het prachtig weer. Ik zag twee wol kjes drijven aan de hemel en dacht: dat zijn de laatste wolken die ik in mijn leven zie”. Thomas Blatt wist wat hem te wachten zou staan. Nederlandse joden wisten dat niet. Jules Schelvis die op 5 juni 1943 in Sobibor arriveerde, vertelde over de groep joodse mannen die in de zon op het gras zaten bij te komen van de ontberingen van hun treinreis in veewagens. Niet beseffend, dat ze een uur later dood zouden zijn.
Het is dat beeld, dat ik nooit vergeet. Dat contrast tussen de prachtige lente- en zomerdagen in Oost-Polen met de dood die zo dichtbij was. Meer dan de helft van de Tielse joden ging ook in mei en juni 1943 op transport naar Sobibor. Zouden ook zij van hun laatste zonnestralen hebben genoten? Ze kunnen het niet meer navertellen…
4. Het Tiels Madrigaalkoor
Het koor zingt uit het ‘ Requiem ’ van Gabriël Fauré: ” Libera me “.
Libera me Domine , de morte aeterna, in die illa tremenda. (Gebed voor de bevrijding op de laatste dag. )
5. Voordracht Luuk Meeuwsen en Ruben Voorneveld
(leerlingen van De Prins Clausschool)
Gedicht 2de wereld oorlog
(geschreven en voorgedragen door: Luuk Meeuwsen)
Wij zitten nu hier denkend aan al die mensen Die het niet hebben overleefd
Die mensen die geen mening hadden
Die geen plezier in hun leven hebben gehad Hoe zal het moeten zijn geweest
Het was waarschijnlijk geen groot feest Je zat maar in die kampen Waar iedereen zat te denken Hoe het met hun zal af lopen
Wij kunnen ons hier bij niks voorstellen Hoe dat toen moet zijn geweest Wij denken nu aan die mensen Die voor ons gestreden hebben
Gedicht 4-5 mei
(Geschreven en voorgedragen door: Ruben Voorneveld)
Op 4 mei, herdenken wij
Dat wij zo vrij zijn als een vogel, en niet zijn geraakt door een kogel.
Ook herdenken wij alle gestorven mensen, alle onschuldig gestorven mensen. Want een dag zonder vrede is een dag zonder vriendschap. Een dag van oorlog is een dag van doden.
Een dag van geweld is
een dag zonder liefde voor elkaar. En een dag zonder ruzie is een dag van vriendschap.
Wij herdenken deze mensen omdat ze niet wilden sterven ze moesten.
6. Het Tiels Madrigaalkoor
Het koor zingt uit het ‘ Requiem ’ van Gabriël Fauré: “ Agnus Dei ” .
7. Voordracht door Max van den Hurk (leerling van het RSG Lingecollege)
Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
Dit is de officiÎle definitie van de nationale herdenking op 4 mei.
Maar wat betekent dat? Wat betekent het dat wij ALLEN herdenken?
Dat betekent dat we iedereen herdenken, iedereen,
Van de soldaat die op de Grebbenberg heeft gevochten tegen de invasie,
De verzetsstrijders die hier in 1942 werden verraden, werden meegenomen naar Arnhem, en waarvan er zes Tiel nooit meer terug zagen.
De joden die hier in Tiel, en door heel Europa, werden vervolgd en vermoord, enkel en alleen omdat ze joods waren.
Tot de vijf kinderen die in juni 1945, na de oorlog, overleden door een ontploffing met een kist vol projectielen.
Maar ook de jongens die niet ouder waren dan ik zelf, die arbeid moesten verrichten voor de Naziís. van de half miljoen Nederlanders die werden gedwongen te werken, zijn er 30.000 niet teruggekeerd.
Jongens die in die tijd nooit hebben mogen spreken over vrijheid zoals ik dat nu mag doen, zoals wij hier nu staan, herdenken wij de slachtoffers, en herdenken we de vrijheden en idealen waar er wereldwijd voor is, en voor word gevochten. Die jongen had ik kunnen zijn.
En oorlog is nooit mooi, oorlog is nooit zwart wit, en of die jongen nou een Engels, of een Duits uniform aan had.
Hij was een slachtoffer van een oorlog die hij zelf nooit heeft gewild.
Hierom is deze herdenking in het leven geroepen. Zodat we kunnen stilstaan bij al deze slachtoffers, en de zaken die hier toe hebben geleid.
En wat betekent deze herdenking nog meer?
Dit betekent dat wij iedereen herdenken, ook na de tweede wereldoorlog.
We herdenken de Nederlandse militairen die tijdens verscheidene missies om het leven zijn gekomen,
Bijvoorbeeld tijdens de Korea-oorlog, of de missies in Irak en Afghanistan.
Het is belangrijk ook hier bij stil te staan, want oorlog is en blijft oorlog.
Al kennen we het gebied niet, en al hebben wij er niks meer mee te maken. Als we er nu bij stil staan, en nadenken over wat er gebeurt is, en nog steeds gebeurt,
komen we samen tot een besluit waar we het allemaal mee eens kunnen zijn,
namelijk dat wat zich hier heeft voorgevallen en dat wat er nog steeds gebeurt in andere landen en gebieden rond de wereld, niet nogmaals mag gebeuren.
Het mag niet zo zijn dat er weer vijf spelende kinderen om het leven komen, of dat nu hier in Tiel is, of in het verre SyriÎ.
Het mag niet zo zijn dat er weer onschuldige jongeren worden ingezet als arbeiders, zodat zij zich letterlijk dood kunnen werken voor de bezetter, of dat nu hier is, of in Afghanistan.
We herdenken hier onze eigen slachtoffers, en dat moet zeker zo blijven. Wij moeten blijven herdenken en moeten blijven nadenken over wat er hier is gebeurt.
Ik vraag U enkel, zie de parallellen, en denk ook na over wat er nu nog gebeurt.
8. Pavane van FaurÈ door Ben Middeldorp op orgel.
De klok gaat luiden en vertrek van de stille tocht vanaf de Sint Maartenskerk
Omfloerste tromspeler begeleidt de stille tocht.
Voor het tweede deel van de herdenking vertrekt de stille tocht vanaf de St. Maartenskerk naar de locatie van de voormalige gevangenis op het Bleekveld, vervolgens de fusilladeplaats aan de coupure, om via het Joods monument naar de monumenten bij de St. Maartenskerk te gaan.
9. Bij aankomst Kerkplein zingt het Tiels Mannenkoor
Abide with Me
(Geschreven door: Henry Francis Lyte (1793-1847))
Requiem aeternam (Gecomponeerd door: Julius Joseph Maier (1821-1889))
Tebe Pojem
(Gecomponeerd door: Dmitro Stepanovitch Bortnianski (1751-825))
An Irish Blessing
(Traditional, arrangement van Arno Vree)
10. Het leggen van de bloemen bij het monument ìKrijger voor hij dodelijk getroffen wordtî en het IndiÎ monument
Het gemeentebestuur, leerlingen Prins Clausschool, leerlingen
Pr. W. Alexanderschool, Veteranen afdeling Tiel en omgeving, Politie Tiel, Oranjevereniging Tiel, COC Afd. Nijmegen en omgeving, Scouting Phoenix Tiel, 4 Mei ComitÈ Tiel en burgers.
11. ìThe Last Postî
gespeeld door trompettisten van het K.T.V.M.
12. Twee minuten stilte voor het herdenken van de gevallenen
Hierna zingen de aanwezigen met het Tiels Mannenkoor het Wilhelmus
13. Korte toespraak door de burgemeester van Tiel, de heer Ir. J. Beenakker
14. Tiels Mannenkoor
Toelichting:
Waar men liever voorbij loopt dan men er in gaat: de Gevangenis te Tiel
DE AANLEIDING
Op 21 december 1944 werd door de Duitse Sicherheitsdienst (SD) een inval gedaan bij de familie Van Elzen aan de Papesteeg 59 in Tiel. Het pand aan de Papesteeg was een ontmoetingsplaats voor het verzet, maar op dat moment was het tevens het onderduikadres van een R.A.F.-piloot. Op het moment van de inval was de zwangere mevr. Van Elzen aanwezig met haar man en hun drie kinderen evenals de ondergedoken piloot. De piloot was een maand eerder afgesprongen boven Tiel omdat zijn toestel was getroffen door de FlaK, het Duitse luchtafweergeschut. Verschillende malen was geprobeerd hem naar bevrijd gebied te krijgen aan de overzijde van de Waal, maar doordat de oevers streng bewaakt werden lukte dit niet. Op 20 december deden J. van Elzen en verzetsman Wagenaar opnieuw een poging om hem over de Waal te krijgen. Tijdens hun wandeling door de boomgaarden in de richting van de Waal liep Wagenaar voorop als uitkijk. Onderweg stuitte hij twee maal op een Duitse patrouille die wilde weten wat hij daar deed. Wagenaar vertelde hen dat hij in opdracht van de NSB-burgemeester Beekman moest toezien dat er geen bomen werden gerooid. De Duitsers geloofden hem op dat moment al leken zij toch enige twijfel te hebben. De overzet van de piloot werd wederom afgeblazen. Thuis kreeg Wagenaar meer en meer het idee dat de Duitsers zijn verhaal mogelijk zouden verifiÎren bij de burgemeester. In de ochtend van 21 december ging hij daarom naar het gemeentehuis, maar Beekman was niet aanwezig, wel trof hij de locoburgemeester Govaerts. Tegen hem vertelde Wagenaar het hele verhaal en in zijn paniek vertelde hij dat op de Papesteeg 59 een Engelse vlieger
was ondergedoken. Nog diezelfde middag werd een inval gedaan bij de familie Van Elzen. De piloot werd gevangen genomen en de drie kinderen werden ondergebracht op verschillende adressen in Tiel. J. van Elzen wist te ontkomen, maar zijn vrouw werd aangehouden en overgebracht naar het Tiels politiebureau.
Het verzet reageerde geschrokken op de inval. In de woning bevonden zich namelijk verschillende documenten en kaarten die van belang waren voor de geallieerden alsmede microfilms en wapens. De meeste spullen werden echter niet gevonden bij de inval. Maar zowel het verzet als de SD wisten dat er grotere resultaten werden geboekt als ze mevr. Van Elzen aan de praat kregen, waarbij het verzet zich ook realiseerde dat de SD geen middel onbeproefd zou laten. Via agent van politie M.J. Reijntjens kreeg de ondergrondse te horen dat mevr. Van Elzen mogelijk naar de beruchte SD-afdeling in Den Haag gebracht zou worden. Het verzet besloot daarop dat mevr. Van Elzen onmiddellijk bevrijd moest worden uit het politiebureau. Diezelfde middag werd het bureau overvallen door haar man J. van Velzen en de verzetslieden Oostendorp en Brinkman. De actie slaagde en mevr. Van Velzen en haar kinderen werden nog die dag overgezet naar bevrijd gebied aan de overzijde van de Waal. De Duitsers sloegen echter direct groot alarm na de uitbraak en dit zou niet zonder gevolgen blijven. Commandant van het gebied, Oberst Dewald, was op dat moment in het nabijgelegen Buren en in kennelijke staat. Hij gaf het idiote bevel om twintig willekeurige, maar grote gebouwen in brand te steken en honderd willekeurige Tielenaren te fusilleren, alsmede geheel Tiel te ontruimen. Als het nodig mocht zijn, dan had de lokale commandant toestemming de honderd te vermenigvuldigen met vijf. Burgemeester Beekman zag de absurditeit van de opdracht in en wist de maatregelen grotendeels terug te draaien. In de nacht van 23 op 24 december 1944 namen de Duitsers niet honderd, maar vijf mannen in gijzeling: H. Van Gijn, J.J. Daalderop, N.A. Oostinga, S. Van Wijk en Van Eijck. Indien de daders niet voor 24 december 12.00 uur die dag gevonden zouden zijn, zouden de vijf gijzelaars worden gefusilleerd. Het verzet ging er echter vanuit dat deze fusillade geen doorgang zou vinden. Men deed die aanname omdat er na de bevrijding van een groot aantal gevangenen uit het Huis van Bewaring in Arnhem door de ploeg van ëOme Janí Dobbe, ook geen represaillemaatregelen waren genomen. Uiteindelijk werd de dodenlijst aangepast doordat de korpschef van Tiel, NSBíer D.J.K.W. Overeem een lijst met 50 namen overhandigde aan de Duitsers waarop potentiÎle kandidaten stonden. De definitieve lijst werd samengesteld en ís ochtends werden de todeskandidaten W. (Wim) van den Bogaard, J.J. (Jan) Daalderop, I. (Izak) Dasberg, N.A. (Nicolaas Adriaan) Oostinga en C. (Chris) Weijman in de gevangenis nog bezocht door pater Preller. Tevergeefs bood hij zichzelf aan in plaats van de vijf gevangenen. Om 12.30 uur werden de vijf tegen de binnenmuur van de gevangenis in Tiel gezet en doodgeschoten.
Bovenstaande informatie afkomstig en met toestemming van Stichting Dodenakkers.nl
Bron: http://www.dodenakkers.nl/artikelen-overzicht/oorlog/grafmonumenten/tiel-24-december-1944-de-dood-van-vijf-gijzelaars.html
Reacties zijn gesloten.