Wat is een naam 8; DE MORIAEN
Door Huub van Heiningen op maandag 20 juni 2016, geplaatst in Kunst & cultuur, Historie. Een nog bestaande herberg De Moriaen getekend in 1794
Evenals in alle steden en veel dorpen ‘hing ook in Tiel de Moriaen uyt. Op twee plaatsen zelfs: in de Kleibergse straat (nu Bristol) en buiten de stad aan de Ophemertsedijk. De weleer erg populaire herbergnaam wordt doorgaans herleid naar de tevreden pijproker. We hebben immers ook al sinds mensenheugenis shag en pijptabak die zo heet. Maar is die afleiding wel terecht ??
Hoewel er al sinds 1518 tabaksplanten vanuit Amerika meegebracht werden naar Europa, het roken en pruimen van tabak in onze contreien al tegen het eind van de 16e eeuw in zwang kwam en menige kroeg een rookhol werd, zal de naam de Moriaen in veel gevallen toch terecht een de herinnering aan de slavenhandel oproepen.
In Tiel is het bewijs te vinden dat de naam zeker niet in alle gevallen iets met tabak te maken had. Evenals dat nog altijd het geval is met het complex van Bristol had de Moriaen een (hoofd) ingang aan de Kleibergsestraat en een andere ingang aan de Tolhuisstraat, die enkele eeuwen geleden Burchtstraat heette. De exploitant van het complex had ook die kant een herberg en die heette t Morinneke (zie bijlagen) een bruine vrouw dus, die moeilijk in verband met tabak kan worden gebracht.
Het ging om een grote herberg, want uit de stadsrekeningen blijkt dat ook de magistraat al in 1595 en daarop volgende jaren verteerde bij Hubert in de Moriaen. Dan gaat het duidelijk om de herberg aan de Kleibergsestraat. Ook buiten de Westluidense Poort aan wat nu de Ophemertsedijk is en op een locatie net voorbij de Bellevue – was er een herberg die de Moriaen heette. Vanaf plm 1670 is deze herberg niet meer onder die naam terug te vinden in de archivalia. Dat het om zeer oude naam ging blijkt ook uit het feit dat er in 1544 al via de schepenbank van Zandwijk een herberg De Moriaen aan de Markt in Rhenen werd verkocht. (zie bijlagen)
Er zijn natuurlijk ook in Tiel slaven terechtgekomen. Volgens de bekende lijsten van opvarenden van de VOC-schepen vertrokken er tussen 1633 en 1794 bijna duizend mensen vanuit Tiel (en omgeving) naar Oost-Indië. Dat waren voor een groot deel jonge mannen die niet meer terugkeerden. Maar er waren ook predikanten bij die hun echtgenote meenamen en na een aantal jaren terugkeerden. In de archivalia zijn ook Tielenaren te vinden, die, daar rijk geworden als bestuursambtenaar, na enkele jaren hier weer voet aan land zetten. Soms met personeel.
Maar de VOC is in 1603 opgericht en daarmee begon pas het veelbesproken Nederlandse aandeel in de slavenhandel. De moriaenen waarnaar de oudere herbergen genoemd zijn, kunnen natuurlijk ergens gekocht zijn. Maar ze kunnen ook vrijwillig gekomen zijn. Het ligt ook voor de hand dat ze als een bezienswaardigheid golden en een moriaan of morinneke achter de tap de omzet vergrootte.
De gev van Bristol – het pand dat ooit De Moriaen heetteEen verwijzing naar de Moriaen uit 1580Transactie betreffende ”t Morinneke’ in de Tolhuis- of BurchstraatIn 1544 werd in Tiel de herberg De Moriaen aan de Markt in Rhenen verkochtAl in 1547 was er ook aan de Westluidense dijk een herberg De MoriaenDe Moriaen werd later Waalzicht aan de Ophemertse dijkDe ‘achterkant’ van Bristol in de Tolhuisstraat – ooit ’t Morinneke
Reacties zijn gesloten.