KOLOMMETJE De geur van steenkool
Door Walter Post op zondag 8 november 2015, geplaatst in Historie.
Het overkomt me wel vaker: net denk je dat alle seinen op groen staan, alles op orde, en dan slaat de bliksem in. Onverwachte toestand, moeilijke situatie, narigheid. Hoewel, het kan ook anders uitpakken: aandacht, applaus, lovende woorden. Maar dat dan op een moment dat je er niet op beducht bent, ja zelfs een beetje liep te somberen.
Dat zijn overigens momenten die ik me bewust ben, dat ik somber. Maar mensen die me in het Geldermalsense regelmatig ontmoeten -meestal in of rond de groep die zich met het gemeentebestuur bezighoudt- zeggen me met regelmaat dat ik somber loop te kijken of droef achter mijn tafeltje in de raadzaal zit. Terwijl ik dat juist een heel prettige plek vind om te verkeren: je weet er eigenlijk precies wat er gebeurt of gebeuren gaat. Na heel wat jaren raadsvergaderingen volgen hebben die, althans in Geldermalsen, weinig geheimzinnigs meer. Dat komt tegenwoordig doordat je via Twitter tevoren al van allerlei zaken op de hoogte raakt. De raadsleden van Geldermalsen zijn op dat terrein behoorlijk actief. Kortom: het moet zo overkomen dat ik somber ben of het niet leuk vind, maar dat is het zeker niet.
Maar afgelopen week nog overkwam me hetzelfde, en nog wel vanuit onverdachte hoek. Erik van de Pol, die grote vriendelijke reus, presenteerde een bijeenkomst van de gemeente Tiel. Ik zat ergens vooraan op een halflege rij stoelen. En ik bekeek hoe Erik zijn werk deed. Na afloop kwam hij op me toe en zei: wil je dat alsjeblieft nooit meer doen? Ik was me van geen schuld bewust, had hem niet zitten uitlachten of had mijn ogen gesloten. Bleek Erik gezien te hebben dat ik daar zat. Hij zoekt altijd of hij bekenden ziet wanneer hij presentatieklussen doet. “Je moet me juist steunen! Je zat daar met zo’n ondoorgrondelijke blik dat ik bij elke zin dacht: ‘Oei, ik ben het aan het verpesten’. Je maakte me hartstikke zenuwachtig!” Dat was zo’n moment van complete ommedraai, want ik had hem juist gecomplimenteerd om zijn vakmanschap. Dat zie ik mezelf nog zo niet doen. Mijn verbazing was dan ook groot. Je dicht het zo iemand toch niet toe, de zenuwen te krijgen van iemand die je toch al een kwart eeuw goed kent en professioneel volgt. Waar ik het vandaag eigenlijk over wilde hebben, dat komt nog wel. Maar de bijzondere geur met bijbehorende herinneringen aan koude winters die ik zaterdagmorgen vroeg in de Bevrijdingslaan opsnoof deel ik met u: iemand stookte een kolenkachel!
Reacties zijn gesloten.