Het familiegeheim
Door Huub van Heiningen op zondag 28 juni 2015, geplaatst in Historie.
Het verhaal kon me niet loslaten. Mijn vader is overleden toen ik kleuter was en over mijn grootvader, waarnaar ik vernoemd ben, kan ik niets te weten komen. De beide broers van mijn vader kunnen of willen me niets vertellen er is een familiegeheim, dat soms als een schaduw over mijn leven hangt.
Het leek erg gemakkelijk. Via de registers van de burgerlijke stand was de grootvader gemakkelijk te traceren in het Groningse Winschoten. Daar was hij na de Eerste Wereldoorlog bedrijfsleider geworden in een van de aardappelmeelfabrieken van Scholten. De registers vertelden dat de man met zijn gezin in 1920 naar Engeland was gegaan en in 1923 vandaar was weergekeerd. Ze onthulden ook een merkwaardig detail: het gezin stak de Noordzee over met vier jeugdige zoontjes, waarvan er bij de terugkomst nog drie over waren.
Waar het vierde zoontje moest zijn achtergebleven was in Winschoten niet te achterhalen. Gelukkig zijn er passagierslijsten van de grote rederijen uit die dagen en daaruit bleek dat de familie in Boston was geweest. Een stadje aan de Engelse oostkust in Lincolnshire, waar in de 17e en 18e eeuw de Hollanders een grote rol hebben gespeeld bij de waterbeheersing en het in cultuur brengen van het polderland.
Boston is een wat slaperig stadje, iets kleiner dan Tiel. Zoals dat in alle oude Engelse steden het geval is heeft Boston een prachtige oude kerk. Die heeft een van de hoogste en slankste torens van het land, die echter merkwaardigerwijs The Stump heet. Er is een alleraardigst historisch centrum met archief en bibliotheek broederlijk bijeen, zoals bij ons o.a. Middelburg dat heeft. De wetten op de privacy zijn daar nog wat stringenter zodat bevolkingsregisters gesloten bleven. Maar in een dergelijk centrum zijn altijd een groep vrijwilligers te vinden, die allerlei zaken aan het uitzoeken en registreren zijn. Na een dagje acclimatiseren wordt de outsider daarin opgenomen en ontstaat er een merkwaardige vorm van lotsverbondenheid. Wat de een niet weet weet dan de ander wel.
Al na twee speurdagen lag er dus een fikse stapels krantenknipsels en processtukken op tafel aan de hand waarvan een triest familiedrama kon worden ontrafeld. Grootvader was naar Boston gelokt omdat men daar de aardappelmeelindustrie op poten wilde zetten en de familie was in een van de grootste huizen van het stadje getrokken. Daarin had de moeder haar vier kinderen even alleen gelaten en was de jongste spelenderwijs in de open haard terechtgekomen en levend verbrand.
De wet schrijft daar voor dat een open haard niet mag branden zonder een grate ervoor en uit een onderzoek bleek dat het ongeval was veroorzaakt, doordat niet aan die verplichting was voldaan. De moeder werd dus gearresteerd en moest weken later terechtstaan voor dood door schuld. Uit de zeer uitvoerige krantenverslagen bleek dat de vrouw uiteindelijk een schuldigverklaring zonder straf kreeg omdat ze de Engelse taal niet machtig was. Maar eenmaal vrijgelaten was de moeder in de kleine Bostonse gemeenschap een bezienswaardigheid geworden. Het gezin ging dus terug naar Winschoten.
Het huis stond er nog zoals het er in 1922 had gestaan. Met ondertussen al weer voor de vierde keer nieuwe bewoners. Maar de grate stond er voor de open haard.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Facebook pagina van Huub van Heiningen.
Reacties zijn gesloten.