Nieuw sportbeleid voor Tiel
Het symposium Heel Tiel Sport & Beweegt heeft gisteravond plaatsgevonden in de aula van ROC River. Bijna 100 mensen, waaronder sportverenigingen, artsen, leraren en fysiotherapeuten, kwamen met de gemeente bijeen om een basis te leggen voor het nieuwe sportbeleid in Tiel.
Tom van ’t Hek, voormalig tophockeyer en huisarts, is de voorzitter van de avond. Van ’t Hek benadrukt meteen dat hij blij is met de hoge opkomst, meer mensen dan zich van te voren hadden aangemeld. De avond start met een interview met wethouder Henk Driessen en Bert de Rooij namens de Federatie Tielse Sportverenigingen. De gemeente Tiel werkt voor het nieuwe sportbeleid namelijk samen met de Federatie Tielse Sportverenigingen, het Eerstelijns Centrum Tiel, Sportfriends en Van der Valk Vitaal. Driessen begint met een uitleg over het doel van deze avond. “We hebben op dit moment een sportbeleid dat vooral gericht is op mensen die al sporten. Daarover zijn we gaan nadenken en we willen het nu anders aanpakken. We gaan voor sport en bewegen in de ruimste zin des woords en dus met iedereen. De atmosfeer rondom sport in Tiel is daar in ieder geval goed genoeg voor.” De Rooij beaamt dit en voegt toe dat de Tielse verenigingen genoeg accommodaties hebben. “We hebben bijvoorbeeld veel grote sportvelden, die overdag vaak leeg zijn. We moeten dus eens goed kijken naar wat we hebben en wat we daarmee kunnen doen. Natuurlijk wordt het een uitdaging om iedereen daarbij op één lijn te krijgen.”
Praktijkvoorbeelden
Om enkele voorbeelden te geven van sporten en bewegen in Tiel, worden er vier mensen uit de Tielse gemeenschap naar voren gehaald om kort hun verhaal te doen. Het woord dat dan opkomt, en de hele avond zal terugkomen, is laagdrempeligheid. De één is via Dynamiek Tiel bij een sportclubje gekomen en de ander is door de praktijkondersteuner van de huisarts geadviseerd om te gaan wandelen. Inmiddels bewegen beide dames op zeer regelmatige basis, voelen ze zich fitter en gezonder en hebben ze meer sociale contacten.
Alex van Valburg en Sofie van der Wal doen namens korfbalvereniging Tiel ’72 hun verhaal. “Een initiatief van onze vereniging is de GIGA-Kangoeroedag”, vertelt Van Valburg. “We nodigen scholen uit om de kinderen van 3 t/m 6 jaar 1,5 uur bij ons te laten sporten. We vinden het belangrijk dat kinderen zo snel mogelijk kennismaken met sport en we zien dat kinderen langer bij een sportclub blijven wanneer ze al vroeg beginnen.” Waar het volgens Van Valburg vervolgens mee staat of valt, is de inzet van de ouders. “Je ziet dat kinderen het al gauw leuk vinden om te bewegen. De vraag is daarom hoe we de ouders bereiken om kinderen verschillende sporten te laten proberen.”
Discussie
De avond gaat verder met een quiz via de smartphone, waarbij de resultaten op het scherm boven het podium te zien zijn. Na elke vraag is er ruimte voor een korte discussie en gaat Tom van ’t Hek de zaal in om mensen aan het woord te laten. Bij één van de eerste vragen blijkt al dat er eigenlijk twee leeftijdsgroepen ontbreken deze avond. De 65+’ers en de jongeren van zo’n 16 t/m 25 jaar. “Landelijk gezien is de uitstroom bij sportverenigingen in de leeftijdscategorie van 16 tot 21 ook het grootst”, merkt Van ’t Hek daarbij op. Dan volgt het sportaanbod in Tiel. Het grootste deel van de zaal vindt dat Tiel een passend sport- en beweegaanbod heeft, maar hier komen reacties op vanuit de zaal. Zo wordt er gezegd dat dit niet het geval is voor kinderen met een lichamelijke beperking of voor mensen die het financieel niet breed hebben. Op die laatste opmerking wordt al snel gereageerd: er zijn verschillende regelingen in Tiel voor mensen die het geld niet hebben om te sporten. “Dit is voor mij al de eerste winst van de avond”, zegt Driessen. “Er is eigenlijk veel meer dan de mensen weten en daar moeten we iets op gaan verzinnen.”
Een ander discussiepunt van de avond is de rol van de gemeente. Driessen merkt aan het begin van de avond al op dat de gemeente veel verantwoordelijkheid neerlegt bij de inwoners, de sportclubs en bijvoorbeeld de huisartsen. De mensen in de zaal laten echter merken dat ze vinden dat de gemeente wat meer verantwoordelijkheid op zich zou moeten nemen, omdat het anders simpelweg niet georganiseerd kan worden. “De gemeente is zeker bereid om dingen te gaan coördineren, maar de ideeën zullen dan wel vanuit jullie moeten komen”, antwoordt Driessen daarop. Daarmee lijkt de discussie voor vanavond even afgesloten.
Tijd voor initiatief
Verder komt de laagdrempeligheid weer meerdere malen ter sprake. Er wordt vanuit de zaal gezegd dat we minder prestigieuze sportmogelijkheden moeten krijgen. Kinderen moeten ook gewoon één keer in de week kunnen sporten in plaats van twee trainingen en een verplichte wedstrijd. Daarnaast wordt opgemerkt dat kinderen langer de kans moeten krijgen om te kijken welke sport ze nou echt leuk vinden en niet slechts één proefles, zoals nu vaak het geval is. Een voorbeeld dat daarbij gegeven wordt, is het project Sjors Sportief waar verschillende gemeentes mee werken. Via Sjors Sportief kunnen basisschoolkinderen op een laagdrempelige manier kennismaken met de sportactiviteiten in de regio, zonder meteen lid te worden.
De vraag die uiteraard aan het eind van de avond rijst, is hoe we al deze ideeën en opmerkingen nu gaan verbinden. “Iemand moet nu het initiatief tonen”, zegt De Rooij van de Federatie Tielse Sportverenigingen. “We moeten nu bundelen en doorpakken, anders komen we niet verder.” Bij de netwerkborrel achteraf wordt dit door meerdere mensen beaamt. “Ik hoop dat er vanuit hier nu meerdere avonden worden georganiseerd”, zegt Carla den Ouden, manager van Sportplaza Tiel. “Er zijn al vaker zulk soort avonden georganiseerd die uiteindelijk toch doodbloedden. Zelf heb ik na vanavond wel het idee gekregen om meer samenwerking te zoeken met Sportfriends om meer kinderen te laten sporten.” Van ’t Hek is aan het eind van de avond ook positief gestemd. “Er waren vanavond veel mensen uit veel verschillende sectoren. Dat heb ik nog niet heel vaak meegemaakt, vaak zijn het vooral sportclubs, en dat geeft me wel vertrouwen. Het belangrijkste is echter dat we nu onderzoek moeten doen naar de mensen die we niet bereikt hebben. Vaak zie je op zo’n avond veel mensen die al wel iets doen en er al vrij veel vanaf weten. De uitdaging voor nu is om op zoek te gaan naar de mensen die er vanavond niet waren en om die aan het bewegen te krijgen.”
Reacties zijn gesloten.