Dichtung oder Wahrheit ?
Door Huub van Heiningen op dinsdag 28 juli 2015, geplaatst in Historie. Schlosz Burgsteinfurt met de twee toegangsbruggen
Het verhaal over “die alte Köningin von euch” is me zeer overtuigend verteld door iemand die erbij zou zijn geweest en het met eigen ogen gezien zou hebben. Maar Cees Fasseur durfde het niet op te nemen in zijn mooie en zeer gedetailleerde biografie over koningin Wilhelmina. “Het past in de omstandigheden, maar het kan haast niet waar zijn; in haar archief kan ik er ook geen spoor van vinden”, vond de prof.
In 1985, toen ik werkte aan een boek over Batenburg, logeerden we (mijn echtgenote en ik) enige dagen in Burg Steinfurt, het stamhuis van de vorsten van Bentheim. Sinds de erfdochter van Batenburg, Isabella Justina van Hoorne, in 1701 was gehuwd met vorst Ernst van Bentheim behoorde het Gelderse stadje (oftewel de vrije heerlijkheid) tot het Duitse vorstendom. Ook in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was de vorst van Bentheim in Batenburg nog de bezitter van niet minder dan 273 hectare vruchtbaar akkerland en een aantal boerderijen. Deze bezittingen zijn rond 1950 na een felle strijd met de Duitse familie uiteindelijk door de Nederlandse overheid als oorlogsbuit geconfisceerd. Pijnlijk was daarbij dat de moeder van de vorst van Bentheim een zus was van koningin Emma, de moeder van koningin Wilhelmina.
Toen ik daar contacten zocht was de operatie waardoor de vorst zijn Batenburgse bezittingen was kwijtgeraakt al weer bijna veertig jaar verleden tijd. De pijn was echter nog lang niet over. Het slot Bentheim – ook van de familie – stond open voor bezoekers, maar daar werd mij voorgehouden, dat in het slot Burg-Steinfurt, waar de vorst woonde en de archieven bewaard werden, onder geen beding Hollanders binnen gelaten zouden worden. Het had dus heel wat voeten in aarde – nog eens een brief geschreven en in het stadje Steinfurt connecties gezocht etc.- eer we ineens tòch ontvangen werden in het enorme indrukwekkende slot.
Onze gastheer was een van de prinsen van Bentheim. Een joviale eind dertiger, die ons voorhield dat het zeer uitzonderlijk was dat we als Nederlanders mochten binnenkomen, dat zijn oom – de vorst – ons niet wilde ontmoeten, dat er niet over de oorlog gepraat diende te worden en dat hij in de stress zou schieten als de naam van koningin Wilhelmina zou worden genoemd. Van ons kreeg hij de toezegging, dat we zouden toehoren wat hij ons te vertellen had zonder dat we daarop enig commentaar zouden geven.
We kregen netjes voorgerekend hoeveel vierkante meters dak van de kasteelcomplexen Bentheim en Burgsteinfurt er gedicht moesten worden uit de opbrengsten van de landerijen. Door het confiskeren van de Batenburgse goederen kon dit cultuurbezit niet meer onderhouden worden en wat de Nederlandse regering gedaan had was z.i. in strijd met het oorlogsrecht.
Toen dit ijs eenmaal gebroken was bleek de prins een smakelijk verteller en joviale gastheer te zijn. Er kwamen oude foto’s voor den dag om het verhaal te illustreren van de vier zussen, die in de zomer van 1878 op het balcon van het slot Waldeck-Pyrmont stonden om de 61-jarige Nederlandse koning Willem III te zien aankomen. De koning was op zoek naar een echtgenote, maar had al bij enkele Europese vorstenhuizen een blauwtje gelopen. Hij kwam nu naar het dochterrijke gezin van vorst George Victor voor een huwelijksaanzoek aan de oudste, de 29 jarige Pauline. Maar die had zich al zonder dat pa het wist min of meer verloofd met Alexis, prins van Bentheim-Steinfurt (en grootvader van onze verteller). Er werd dus gekwebbeld over de vraag hoe men dit aan de koning zou vertellen. Totdat de derde dochter, de juist 20 geworden Adelheid Emma Wilhelmina Theresia met een verrassing kwam. “We kunnen die oude man toch niet opnieuw met lege handen wegsturen. Ik wil wel proberen koningin van Nederland te zijn”. Zij – Emma – werd de moeder van koningin Wilhelmina en zou als koningin van Nederland tot aan haar dood in 1934 op handen worden gedragen.
Er bleken nog veel meer en oudere banden tussen de Von Bentheims en de Oranjes te zijn. Toen de prins ons de tweede dag een rondleiding aanbood door het complex wees hij ons in diverse kamers op oude geschilderde portretten. “Hem noemen jullie Willem de Zwijger, dat daar is diens broer en daar hangt nog weer een andere Oranje” Portretten gemaakt door Holbein en andere befaamde schilders. We waren diep onder de indruk, maar op mijn vraag ze te mogen fotograferen kreeg we aanvankelijk een afwijzing. “Daar beginnen we niet aan”. Maar na enige aarzeling “Weet je wat – zeg maar welke je hebben wilt. Dan gooi ik ze in de kofferbak en laat ik ze in de stad fotograferen. Morgen krijg je dan je foto’s”.
Hij hield woord. Het waren mooie opnamen waar enkele weken later het Iconografisch Bureau van het Rijksinstituut voor Kunsthistorische Documentatie erg blij mee was.
Voor ons onderzoek werden we toevertrouwd aan een sympathieke vrij oude archivaris/boekhouder, die een prachtig werkvertrek had met uitzicht op de slotgrachten en de beide bruggen. Die vertelde – tot twee of driemaal toe – het verhaal. “De vorst en wij allemaal waren er vast van overtuigd dat we onze Batenburgse goederen zouden mogen behouden, zoals dat zelfs onder Napoleon was gebeurd. Maar de vorst vond het toch verstandig zijn nicht, koningin Wilhelmina, om bemiddeling te vragen. Zij werd dus hier uitgenodigd en ter ere van de Nederlandse koningin werd een banket georganiseerd. Maar dat werd een enorme teleurstelling. Op de vraag wanneer hij zijn goederen zou terugkrijgen, antwoordde de koningin bot “Neef, jullie hebben van veel Nederlanders zoveel afgenomen, dat ze niets meer over hielden. Wij nemen nu Batenburg van je af en dan houdt je nog genoeg over”. De vorst was daardoor zo kwaad geworden, dat hij de koningin de deur wees en haar beval zijn gebied te verlaten.
De boekhouder vertelde het met verve en imiteerde zelfs de koningin. “Ik zie haar nog gaan, eerst over die brug en toen over de buitenste, licht gebukt en een grote vrouw met een grote grauwe jas die op een afdankertje van het leger leek. Ze nam grote passen en keek nog geen seconde achterom. Het voorval heeft veel indruk op me gemaakt en soms is het, als ik naar die bruggen kijk, ineens alsof ik die koningin daarop zie marcheren”.
We hebben er over gesproken, maar Cees Fasseur durfde het verhaal niet in zijn boek op te nemen. “Wilhelmina was na de oorlog zo enorm anti-duits, dat ze zelfs geen voet wilde zetten op een stukje geannexeerd gebied. Ik kan er ook niets over vinden in haar aantekeningen. Maar ga er nog eens heen en probeer het verhaal bevestigd te krijgen”
Er is sindsdien veel veranderd in Burgsteinfurt. De volgende generatie van het vorstenhuis heeft, zoals dat eerder al in Engeland gebeurde, ontdekt dat toeristen een bijdrage kunnen leveren in het onderhoud van het cultuurbezit. Bezoekers, ook Nederlanders, zijn er nu van harte welkom. We hadden dan ook al een tweede bezoek aan Burgsteinfurt gepland, maar het noodlot heeft anders gewild. Zodat ik nog steeds niet weet of het verhaal waar is – zoals ik zoveel niet weet.
Reacties zijn gesloten.