De laatste maanden van de Tweede wereldoorlog in Tiel: deel 17

Gijs van Westering loopt samen met Gerrit Bouwhuis tussen de nog rokende restanten in de Waterstraat
Foto: Gerrit Bouwhuis.

Deel 17 van de serie ‘75 jaar geleden’ 16-28 februari 1945

In de vorige aflevering zagen we dat hoog water de Betuwe in februari 1945 opnieuw teistert. Het gat dat de Duitsers bewust in de Rijndijk bij Eldik gemaakt hebben is nog niet afdoende gedicht en weldra staat het water weer tegen de westelijke dijk van het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit maal komt het water ruim dertig centimeter hoger dan in december 1944.

Het hele gebied ten oosten van het Amsterdam-Rijnkanaal staat vaak meerdere meters onder water. Ook aan de Tielse kant van het kanaal is het op veel plaatsen drassig of staat er een laagje water. De dijk van het Amsterdam-Rijnkanaal is nog niet voldoende ingeklonken en dreigt te bezwijken. In Rijswijk blijkt de dijk ook nog niet hoog genoeg. Daar dreigt het water over de dijk heen te lopen. Het kanaal heeft te weinig afvoercapaciteit om het toestromende water naar de Rijn af te voeren. Het hele gebied van de provincie Gelderland tussen de Rijn / Lek ten Westen van het Amsterdam-Rijnkanaal tot de grens met Zuid-Holland zou dan onder wateren lopen.

Dagenlang hadden de Duitsers iedere man tussen 16 en 60 jaar bevolen om te helpen de dijk met behulp van schop en kruiwagen te komen versterken en bij Rijswijk ook te verhogen. Slechts weinigen gaven daaraan gehoor. Daarop werden er in de wijde omgeving tot in Culemborg razzia’s gehouden om onwillige mannen aan de schop te krijgen. Vrijstellingen voor dit soort arbeid werden massaal ingetrokken. Maar grote aantallen leverde het allemaal niet op en de situatie werd steeds dreigender. Op 17 februari bereikte het water vrijwel over de hele lengte de kruin van de dijk. Een dringende oproep van ingenieurs van Rijkswaterstaat aan de bevolking om te komen helpen, heeft wel resultaat. In Culemborg was het de heer Hoytema, een achtenswaardige en invloedrijke inwoner, die met een dringende oproep honderden mannen weet te mobiliseren. Iedereen is nu overtuigd van het gevaar en gaat aan de slag. Ook dominees en priesters laten zich niet onbetuigd. Bij Rijswijk zijn er van 17 tot 20 februari liefst 3 tot 4 duizend mannen dagelijks aan het werk. Het water stijgt op 19 februari nog steeds en nu moet ook de teen van de dijk versterkt worden. Het werk is niet voor niets gedaan. De dijk houdt het. Langzaam aan begint het water in de volgende dagen te zakken en rond 25 februari is het gevaar van een dijkdoorbraak of overstroming geweken.

Opnieuw evacuatie

Tijdens de tweede hoogwaterperiode evacueren er weer veel mensen uit het gebied ten Oosten van Tiel. Ook zij gaan voor een groot deel naar Friesland. Ondanks de spoorwegstaking, die het nog bezette deel van Nederland lam legt, kunnen de evacués in Schalkwijk op de trein stappen. Daar staat een locomotief met een aantal goederenwagons met stro op de vloer klaar.

Door de overstromingen was veel voedsel verloren gegaan. Ook in de Betuwe werd de voedselvoorziening nijpend. Zoelen was meer dan vol met evacués en Duitse soldaten. Om de druk te verlichten, verordonneert General-Kommissar Wimmer dat er een grote groep evacués waaronder een aantal Tielenaren uit dit dorp naar Friesland moeten evacueren. Opnieuw evacueren naar een ver en onbekende regio vindt iedereen die het treft afschuwelijk. Maar eenmaal op de plaats van bestemming valt het reuze mee. De ontvangst is doorgaans goed en je krijgt er zelfs boterhammen met een dikke plak kaas.

Truus van Dee, die met haar familie in Acquoy het goed getroffen heeft, doet verslag van de verjaardag van haar moeder. Die is woensdag 21 februari jarig. Truus noteert: “Moeke is zo verwend, ze was er ontroerd van. Er waren verschillende bezoekers uit Tiel waaronder dominee Oldeman, de familie Van de Berg en (Alex?) Ernste. Er was koffie, koek, vruchtenbowl en volle melk. Van een boer heeft moeder als verjaardagscadeau maar liefst drie liter volle melk en vier grote appels gekregen.”

Helpers helpen ook zichzelf

Een flink aantal Culemborgers is naar Tiel, dat vrijwel verlaten is, gestuurd om daar dijken te bewaken en te versterken. Zij slapen in de lege huizen aan de Stationsstraat. Velen van hen gaan op zoek naar bruikbare spullen en voeding. Hun vrouwen komen met karretjes en kruiwagens vanuit Culemborg naar Tiel om de gestolen spullen op te halen. Culemborg hoefde niet te evacueren. Maar dat betekent niet dat de Culemborgers het ook niet moeilijk hadden. In de stad zijn plotseling allerlei producten van conservenfabriek de Betuwe en stroop van de fabriek van Verweij en Spoorenberg verkrijgbaar. Verschillende Culemborgers worden gestraft, want stelen is het alleenrecht van de Duitsers.

Tiel, 03 februari 1945
Luchtfoto uit puinkijker vliegtuig

Op donderdag 22 februari steken Engelsen heimelijk de Waal over en nemen een aantal Duitse soldaten onder wie de ordonnans van hauptman Metz als gevangenen mee naar Wamel. Metz zelf gaat onverminderd door met het oproepen van gravers. Hij vreest dat het gevaar van het water nog niet geweken is. Mets had zijn intrek genomen in het huis van burgemeester Cambier van Nooten aan de Konijnenwal. Het wordt hem daar op 22 februari te gevaarlijk en hij betrekt een leegstaand huis aan de Böhnhoflaan. Hij is nog maar net vertrokken of de granaten gieren door de Konijnenwal.

Tiel in brand

Brandend Tiel vanaf de Hamse Brug. Foto Gerrit Bouwhuis

Nu Tiel op de Duitsers na goeddeels verlaten is, schakelen de geallieerden op 23 februari over op het beschieten van de stad met fosforgranaten. Zij hopen hiermee de Duitsers de stad uit te jagen. De granaten zorgen voor hevige branden. Ver in de omtrek ziet men dat Tiel veranderd is een vuurzee. Tot in Beneden-Leeuwen komen stukjes papier neer. Sommigen blijken gezien de opdruk afkomstig van de winkel van Jonkers en de drukkerij van Bruggeman. Om blussen onmogelijk te maken blijven de geallieerden de stad tijdens de branden hevig beschieten met mitrailleurvuur.

Duitse militairen die met de fosfor in aanmerking komen krijgen een huidreactie die vergelijkbaar is met een ernstige brandwond. Die wonden veroorzaken afschuwelijke pijnen en wanneer niet snel chirurgisch ingegrepen kan worden, blijft de fosfor gedurende drie dagen meer schade aanrichten. De meeste getroffen militairen worden op open door paarden getrokken wagens naar een militair hospitaal in Culemborg vervoerd.

Bernard Bruggeman blijft door zijn regelmatige voedseltochten in de buurt van Tiel goed op de hoogte van wat daar gebeurt. Hij meldt dat door de fosforgranaten onder andere de panden van kledingzaak Athmer Martens, Kruidenier van Silfhout (Brand & zn), hotel-restaurant Corbelijn, levensmiddelenzaak De Gruijter, houthandel van Dam door brand verwoest zijn. In Culemborg hoort Bernard Bruggeman dat ook zijn winkelpand en voorhuis bij zijn drukkerij afgebrand zou zijn.

Rookwolken boven pand Meijers. Midden huidige pand Sporthuis van den Berg.
Foto Gerrit Bouwhuis

Op 25 februari ziet zijn vrouw, die Tiel weet binnen te komen, tot haar schrik dat het gerucht waar is. Zij weet het rijtje van verwoestingen nog aan te vullen met de hele Kerkstraat, alles aan weerszijden van de Vleesstraat, het nu brede stuk van Waterstraat tussen de markt en het Kerkstraatje, in de Westluidensestraat naast de eerdergenoemde houthandel van Dam ook de panden van Generaal ten Bosch en de Sitterstichting en op de Groenmarkt naast Corbelijn de panden van Van Dalen, kledingmagazijn Meijers, drukkerij Van Loon en het pand van Verbruggen. In het kalendarium van Tiel lezen we nog dat ook het Spaarbankgebouw, een multifunctioneel cultuurgebouw met een grote schouwburgzaal en diverse kleinere ruimten op 23 februari getroffen is en in vlammen is opgegaan. Jan van Alphen noteert dat in de nacht van 24 op 25 februari opnieuw diverse panden, waaronder het stadhuis getroffen wordt en uitbrandt. Eerder was ook de levensmiddelengroothandel van de gebr. Heuff getroffen. Goederen, die nog bruikbaar zijn, worden opgeslagen in een van de veilinghallen, die nog niet vernield zijn.

De Engelsen vernielen met granaten een mitrailleursnest achter de Echteldsedijk. Hierbij wordt ook de werkplaats van de toen bekende botenverhuurder en botenbouwer Koos van Elk geraakt. De werkplaats brand af.

Als reactie op de fosforbeschietingen vuren de Duitsers massa’s granaten af op Wamel. Om de situatie nog angstaanjagender te maken razen er tientallen V1’s over de regio. Maar liefst acht storten er neer. Ook de volgende dag branden een aantal panden nog steeds. De laatste dagen van februari komen drommen geallieerde vliegtuigen overvliegen om Duitse steden te bombarderen.

Op 21 februari ‘vergisten’ de bommenwerpers zich en laten zij hun bommen vallen op de binnenstad van Nijmegen. In één minuut wordt een groot deel van de historische binnenstad verwoest en zijn er meer dan 800 doden te betreuren. Ondanks de slechte nieuwsvoorziening bereikt het nieuws snel onze regio en maakt daar diepe indruk.

Overleden door oorlogsgeweld in deze periode

In de tweede helft van februari 1945 vinden we in het register van oorlogsslachtoffers vijf namen van Tielenaren die als gevolg van het oorlogsgeweld hun leven lieten. De volgende aflevering wijden wij geheel aan deze slachtoffers.

Gebruikte bronnen bij dit artikel:

Houdt goede moed, Tiel tijdens de eerste wereldoorlog; belevenissen en wederwaardigheden uit de dagboeken van G.C. van Dee, G.W. Bouwhuis en B.P.F. Bruggeman; bewerkt door Rutger van der Zalm

Kalendarium van Tiel, deel 4; uitgave van de Vereniging Oudheidkamer Tiel en samengesteld door leden van de Historische werkgroep Tiel.

J. van Alphen; Tussen Waal en Lek.

Website oorlogsslachtoffers van Tiel.

Victor Laurentius; De Betuwe in Stelling; Arend datema Instituut, Kesteren.

C.D. Feijten; Vijf jaren leed in het land tusschen Maas en Rijn ; A. van Loon, Tiel

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights