De laatste maanden van de tweede wereldoorlog: deel 18

Deel achttien van de serie ’75 jaar geleden; Tielse oorlogsslachtoffers in de periode van 15 februari tot 16 maart 1945

Deze bijdrage is geheel gewijd aan Tielenaren die in de periode van 16 februari tot 16 maart overleden zijn als gevolg van oorlogsgeweld.

Frederik (Frits) van den Berg werd op 7 oktober 1905 in Tiel geboren. Hij was werktuigkundige bij de Koninklijke marine, huwde in 1938 met Alida Materman en woonde met zijn echtgenote op het adres Hoogeindsestraat 9. Alida is geboren in Zwolle en was in Tiel onderwijzeres. Frederik overleed op 24 februari 1945 op 39-jarige leeftijd in Japanse krijgsgevangenschap in Makassar. Makassar is de hoofdstad van het eiland Zuid-Celebes.

Sinds de onafhankelijkheid van Indonesië is de naam gewijzigd in Sulawesi. Op 8 maart 1939 vertrok Frits met zijn vrouw naar het toenmalige Nederlands Indie. Zij vestigden zich in Makassar. Frederik was scheepsbouwwerktuigkundige maar aanvaardde in Indië een baan als derde stuurman bij KPM (de Koninklijke Pakket Maatschappij) en pakt kort daarna zijn oude beroep van boordwerktuigkundige weer op. In juli 1941 trad Frederik in dienst van de Koninklijke Marine. Zijn standplaats werd Soerabaja waar de rest van het gezin enkele maanden later ook kwam wonen. Op 8 december verklaarde Nederland Japan de oorlog. Die verliep rampzalig. Nederland was bezet en kon geen versterkingen sturen. Het KNIL (Koninklijk Nedelands-Indisch- Leger), was machteloos. KNIL-soldaten werden in krijgsgevangen kampen geplaatst waar ongeveer 25 % van het stierf aan ziekte en / of ondervoeding. Frits was een van hen. Hij overleed op 24 februari. Details over zijn overlijden zijn niet bekend. Zijn echtgenote en de inmiddels drie kinderen werden gescheiden van haar man in concentratiekampen voor vrouwen opgesloten. Bij iedere overplaatsing werden de omstandigheden beroerder. In het laatste kamp in Semarang werden ze systematisch uitgehongerd. Een kind (Anthony) overleed daar aan malaria. Frits van de Berg en zijn zoontje Anthony zijn beiden herbegraven op het ereveld Kambang te Surabaja.

Bron: Mijn kinderjaren in Indie, verslag van de periode in Indonesie van het gezin van den Berg geschreven door zoon Bubi.

Filip van Buren werd in 1906 in Tiel geboren en woonde na zijn huwelijk in 1935 waarschijnlijk in Dedemsvaart. Hier werd hij omdat hij Jood was opgepakt en werd hij overgebracht naar het concentratiekamp Bergen Belsen waar hij aan tyfus overleed. Over Filip van Buren heb ik geen nadere informatie kunnen vinden. Omdat meer Tielenaren hier een afschuwelijke dood vonden een impressie van het concentratie- en krijgsgevangenkamp Bergen Belsen.

De afgelopen jaren bezocht ik verschillende concentratiekampen. Een bezoek aan een concentratiekamp is altijd beklemmend. Meer dan door boeken en herdenkingen ervaar je de gruwelen van de oorlog, het lijden van talloze onschuldige slachtoffers en de onbegrijpelijke wreedheid van degenen die dat leed veroorzaakten. Ieder concentratiekamp onderscheidt zich van de anderen door het soort kamp, de gehanteerde martel- en moordmethodes, de werkzaamheden en het heersende regiem. Gruwelijk waren ze allemaal.

Bergen Belsen maakte op mij de meest diepe indruk. Hoeveel mensen in dit verzamelkamp verbleven is niet bekend. Wel dat er 70.000 mensen overleden. Waarvan een groot aantal in de laatste oorlogsmaanden. Honger en tyfus vanwege de slechte omstandigheden, de overbevolking en het totaal gebrek aan voedsel vlak voor de bevrijding. Bekende slachtoffers waren Anne en Margot Frank, die overleden aan vlektyfus. Vlektyfus wordt veroorzaakt door ondervoeding gecombineerd met een verblijf in onhygiënische overvolle ruimten en wordt verspreid door kleerluizen.

Toen de Amerikanen in 1945 In Bergen Belsen aankwamen, vonden zij daar langs de wegen in het kamp vele duizenden overleden gevangenen die daar vaak al dagen en soms weken lagen. Veel anderen waren stervende en de overigen vreselijk uitgemergeld. Individueel begraven van het enorme aantal doden was geen doen. Dus groeven de bevrijders een aantal grote kuilen waar de stoffelijke overschotten in geworpen werden. Voor een klein deel gebeurde dit met de hand, de meesten werden er echter met een shovel ingeschoven. Zo enorm was het aantal. Op de wikipedia-pagina over Bergen Belsen kunt u zien in wat voor een afgrijselijke situatie de Amerikanen het kamp aantroffen en hoe de lichamen geruimd en begraven werden. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergen-Belsen) Voordat dat gebeurde dwongen de bevrijders de buurtbewoners een wandeling door het kamp te maken. Groot was de ontzetting van de omwonenden. Diezelfde omwonenden gingen, zoals wij eenden voeren, ’s zondags Russische krijgsgevangenen voeren. Die verbleven in een krijgsgevangenschap vlak naast het concentratiekamp zonder enige voorziening in provisorische zelfgebouwde tenten of gegraven holen. Ook zij kregen de laatste oorlogsmaanden vrijwel niets te eten. Omwonenden konden vlak bij dit krijgsgevangenkamp komen en lieten de arme krijgsgevangenen draven en onderling vechten om een korst brood. Er kwamen ruim 25.000 Russen om in dat krijgsgevangenkamp.

Bergen Belsen ligt 369 autokilometers van Tiel op de Luneburger Heide. Er is op het terrein een groot gedachtenis en documentatiecentrum dat een gruwelijk maar getrouw beeld geeft van de omstandigheden waaronder de gevangenen in dit kamp moeten leven.

Jan Cornelis en Hendrika Duinker en hun dochter Gesina

De stoffelijke overschotten van het echtpaar Duinker en hun dochter werden begin 1945 uit de Linge gevist. Het vermoeden bestaat dat zij verdronken zijn tijdens de evacuatie. Jan en zijn vrouw stierven op 27 februari in Wadenoijen, Gesina overleed op 14 maart 1945 op 45-jarige leeftijd in Buurmalsen. Het drietal woonde op het adres Sint Walburgbinnensingel 10.

Arnold Verheggen stierf op 28 februari in Bacharach, nu een toeristisch plaatsje aan de Rijn in Duitsland. In het overzicht van oorlogsslachtoffers in Tiel staat geen doodsoorzaak vermeld. Mogelijk was hij in Bacharach als dwangarbeider en stierf hij als gevolg van een ongeval of een bombardement. Hij is begraven op het ereveld in Loenen.

Het ereveld Loenen werd na de oorlog gesticht om de Nederlanders die in Duitsland omgekomen waren in eigen land te herbegraven. Arnold Verheggen is een van de bijna 4000 Nederlanders die in Duitsland buiten een concentratiekamp omgekomen zijn. Arnold was monteur van beroep en stierf op 32 jarige leeftijd. Hij woonde in de Ooijstraat op huisnummer 19.

Willem van Vlaanderen werd op 4 maart in Kesteren gefusilleerd. De Tielenaar werkte bij conservenfabriek De Betuwe en was geëvacueerd in Maurik. Van daaruit vergezelde hij zijn schoonvader en zijn zwager naar Kesteren om daar bij de woning van zijn vader voer voor zijn vee te halen. Zij hadden een geschreven verklaring bij zich van een Duitse militair. Daarin stond dat het hun toegestaan was het spergebied waar ze moesten zijn, te betreden. Dat bleek echter niet het geval. Het drietal werd ontdekt en gevangen genomen. Op verdenking van spionage werden zij dezelfde dag gefusilleerd.

Arthur Doeleman studeerde Wis-, Natuur- en Sterrenkunde in Utrecht. Daar werd hij opgepakt om in Duitsland dwangarbeid te verrichten. Daar kwam hij op 4 maart in Eslohe, landkreis Dusseldorf-Meschede om het leven bij een bombardement. Arthur was 23 jaar en is begaven op het Nederlands ereveld in Dusseldorf-Oberbilk. Tot 1935 woonde hij bij zijn ouders op het adres Bönhofflaan 32.

Bron bij dit artikel:

Herinneringen van de auteur en de website Tielse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, samengesteld door leden van de Historische werkgroep Tiel, een van de werkgroepen van de Oudheidkamer Tiel.

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights