De Tielse papiermolen

Door Huub van Heiningen op vrijdag 9 december 2016, geplaatst in Kunst & cultuur, Historie. Schipmolens voor de stadswal van Nijmegen - 1639 - Nicolaas van GeelkerckenSchipmolens voor de stadswal van Nijmegen – 1639 – Nicolaas van Geelkercken

De eerste papiermolen van Gelderland is in 1591 gebouwd in Tiel door de uit Antwerpen gevluchte Hans van Aalst – zoon van een goudsmid en juwelier. Het noodlot heeft echter gewild dat de schipmolen – waarschijnlijk door het geweld van de Waal – zonk voor de stadswal. Een ramp voor de inventieve ondernemer.

Het begon met de zeer gewelddadige herovering van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585. De protestanten waren hun leven niet langer meer zeker en ontvluchtten zoveel mogelijk de Scheldestad – toen de meest welvarende stad van de Lage Landen. Tot degenen die de stad verlieten behoorden Hans (of Jan) van Aalst en zijn echtgenote Godelieve Ingenraem. Hans is omstreeks 1552 in Antwerpen geboren en trouwde op 13 mei 1576 in de Onze Lieve Vrouwekerk in Antwerpen. Hij vestigde zich in Dordrecht.  (over hem Hardonk ´Koornmullenaers Pampiermaeckers en Coperslaghers´.)

Antwerpen was een centrum van de handel in papier (dat gemaakt werd en wordt van lompen) In de noordelijke provincies was daaran een grote behoefte aan. Toen Leicester de handel met het zuiden verbood was het noodzakelijk in Nederland papier te gaan maken. Op 25 april 1586 kreeg dan ook Hans van Aalst samen met de Dordtse koopman Jan Lupaert octrooi om papier te gaan maken. Zij bouwden een drijvende molen die in Zwijndrecht kwam te liggen. Vermoedelijk was dat een getijmolen met een spuibassin, dat men bij vloed liet vollopen. Maar de onderneming werd geen succes – waarschijnlijk door de onregelmatigheid van het getij. Mogelijk was ook het geld op want Van Aalst zocht en vond een andere compagnon in Cornelisz Adriaansz eveneens uit Dordt.

Maar hoe dan ook – het Dordtse experiment mislukte en Van Aalst trok naar Tiel – de stad flink boven de getijdengrens zodat de rivier altijd in dezelfde richting stroomt. Op 31 januari 1590 willigde de magistraat zijn verzoek in om hier een papiermolen te mogen bouwen en exploiteren. “Mitz dat hij den zelven molen sall leggen op stroom daer hij t bequaemst befonden zall worden, dat durch dien die stadt end die schaerdijcke niet beschedigt en worden”. Van Aalst moest zelf een woning zoeken en zorgen voor ‘alle gereetscap” en de recognitiën betalen.

Hans van Aalst bracht de molenbouwer Gerrt Verstappen mee naar Tiel en ging wonen bij de smid Gerrit Crull in de Voorstad. Die zag wel wat in de onderneming en trad op als geldschieter. De andere Tielse geldschieter (of werknemer) werd Jan de Raad. Vermoedelijk hebben de heren een molen gebouwd die bestond uit twee schepen met daartussen een groot waterrad. Op het ene schip (het huisschip) stond de papiermolen en alles wat daarbij hoort en het andere (kleinere) schip fungeerde als drager van de as van het waterrad. Er zijn o.a. in Nijmegen, Maastricht en Deventer van dit soort molens gebouwd en gebruikt maar dan voor het malen van graan.

Wat er precies gebeurd is blijkt niet uit de archivalia, maar duidelijk is wel dat het Van Aalst ook in Tiel niet mee zat. Want op 24 november 1591 lag de papiermolen gezonken voor de stad. Waarschijnlijk hadden de bouwers de kracht van de stromende rivier fors onderschat. Gerrit Verstappen beloofde op die dag (zie bijlage) aan Gerrit Crull en Jan de Raad dat hij “alle het iserwerck soe anckeren, kettenen und alle andere groff yserwerck van die pappieren molen scheepen alhier nu inden gront gesoncke liggende, zall doen afbreken” en binnen twee dagen in het huis van Gerrit Crull zou brengen. Daar moest het blijven liggen totdat de smid en Jan de Raad “van hoer verdienst en achterwesen betaelt zijn”.

Van Aalst was toen niet in Tiel. Zijn vrouw wel en die vertrouwde Verstappen kennelijk niet. Want op 2 december 1591 gingen de heren van de schepenbank op verzoek van de vrouw van Van Aalst naar Gerrit Verstappen om hem aan te zeggen “dat hij de goederen van de papiermolen en de papieren daarvan niet becroden veralinieren of toedelen zal voordat haar man thuis zal zijn”. (zie bijlage)

Dat is het laatste wat we in Tiel over Hans van Aalst vinden. Hij is vertrokken naar Arnhem om te pogen op de heel wat rustiger beken op de Veluwe een papiermolen te gaan bouwen – nog steeds de eerste papiermolen in Gelderland. Ook daar kreeg hij alle medewerking maar het zat de man niet mee in het leven. Hij overleed kort vóór 7 september 1593. Want op die datum gaf de magistraat van Arnhem aan de weduwe Godelieve toestemming om de bouw van de molen, waaraan haar man begonnen was, af te bouwen,

Reacties zijn gesloten.

Geverifieerd door MonsterInsights